Sander Donkers vergeet soms dat hij popjournalist is (2004)

De op 17 november overleden Amerikaanse soulzanger Arthur Conley was zo goed als vergeten toen popjournalist Sander Donkers hem twee jaar geleden opspoorde. De zanger, die in 1967 een wereldhit had met Sweet Soul Music, keerde na de dood van zijn mentor Otis Redding Amerika de rug toe en vestigde zich in de Achterhoek.

Heel af en toe trad hij nog op, onder de naam Lee Roberts, maar de meeste tijd bracht hij door als wever in de tapijtfabriek van zijn vriend in Ruurlo. Donkers vertelt over zijn ontmoeting met Conley alsof het een privé-uitstapje betrof. Anekdotisch zonder een opgelegd en doorzichtig journalistiek concept.
Persoonlijk en betrokken vertelt hij over een lieve, spiritueel geladen man van in de vijftig met de energie van een tiener. Conley legt zijn ziel bloot (‘Ik ben uniseks. Zowel man als vrouw, en zo ben ik geboren’) als hij vertelt over de muziekindustrie in de jaren zestig. Hoe hij zich schaamde voor de vrouwonvriendelijke liedjes die zijn producers hem wilden laten zingen, over de ontmoeting met zijn idool Sam Cooke en over dat ene liedje dat hem beroemd maakte. Tijdens een emotioneel afscheid kijkt de in astrologie bedreven zanger in de sterren van de journalist. ‘Je bent een reiziger. A man of the world’, zegt Conley.

En een reiziger is Sander Donkers (1967). In de bundel Lipstick Sunset (naar een regel uit een song van John Hiatt) bezoekt hij in Memphis een kerkdienst van Al Green, doorkruist hij op het platteland van Mississippi stoffige landweggetjes op zoek naar het graf van Robert Johnson en ontmoet hij Solomon Burke in Philadelphia. Maar hij zet ook en met evenveel enthousiasme, inlevingsvermogen én nieuwsgierige verwondering zijn tent op in Lichtenvoorde, bij een kampeerweekend van Normaal. In deze en andere verhalen, die verschenen in Vrij Nederland en Het Parool, is Sander Donkers zelf soms prominent van de partij. Als journalist en vooral als muziekliefhebber. "Soms is het heel erg leuk om popjournalist te zijn en op de allerbeste momenten vergeet je dat je het bent", zegt hij in zijn nawoord.

In de Nederlandse popjournalistiek is het bepaald niet bon ton om je als schrijver een rol toe te bedelen in je verhalen. De meeste popjournalisten kiezen voor een plek buiten beeld. En als iemand zichzelf al opvoert is het vaak met een tenenkrommend ‘zie mij eens goede maatjes zijn met de grote ster’-toontje.
Alleen de bravoure van wijlen Jip Golsteijn, een Amsterdams patsertje met een hart van goud, was te genieten. Of het naturelle kameraadschappelijke, bijna samenzweerderige van Peter van Bruggen, die in het punktijdperk van eind jaren zeventig memorabele interviews en reportages schreef. De stukken waarin Donkers nadrukkelijk aanwezig is, zijn de beste. Inclusief gênante momenten: Donkers in een kroeg in Memphis met louter zwarten en een dikke moeke die hem de dansvloer op sleurt. Gevaarlijke situaties: blueszanger T-Model Ford die het probeert aan te leggen met Donkers liefje. En er zijn eerlijke, oprechte gesprekken: John Hiatt vertellen dat hij jarenlang geweldig was, maar dat zijn nieuwe plaat gezapig klinkt. In zijn ontmoetingen met de echt groten der aarde cijfert Donkers zich zoveel mogelijk weg. Hij beperkt zich dan tot het nerveuze gedoe voorafgaande aan een interview. De intimiderende waarschuwingen van Paul McCartneys perschef, de opgefokte sfeer in het gevolg van Mick Jagger. Over de keuze voor zijn onderwerpen zegt Donkers: "Wat ze gemeen hebben, is Amerika. De invloed van de Amerikaanse popgeschiedenis, of, zo je wilt, de geest van Memphis. Robert Johnson, maar ook Solomon Burke en Arthur Conley, stonden aan de basis van belangrijke muziekontwikkelingen. De anderen hebben zich allemaal gelaafd aan dezelfde rijke bronnen en ook dat leverde geweldige muziek op. En een schat aan verhalen. Dat geldt, vanzelfsprekend, ook voor Britten als McCartney, Jagger en Wyman. Maar dat geldt net zo goed voor de Nederlanders. Volgens eigen zeggen zingt André Hazes ‘niks dan blues’. Bennie Jolink rockt en heeft een voorliefde voor country, Huub van der Lubbe is in essentie een soulman."

Lipstick Sunset begint in Memphis, Amerika en eindigt bij Rowwen Hèze in het dorpje America, in de Peel. Zonder poeha neemt Donkers de lezer mee op een avontuurlijke reis naar de wortels van zijn favoriete muziek. Door zijn innemende en vlotte pen is de kans groot dat het ook onze favoriete muziek wordt.

Sander Donkers: Lipstick Sunset. Uitgever: Thomas Rap. Prijs: € 19.90.

Haagsche Courant, januari 2004