Rens Krikhaar vindt spanning in ambigue momenten (2010)

Rens Krikhaar legt in zijn schilderijen verwachtingsvolle momenten vast. Hij neemt de toeschouwer mee naar landschappen uit zijn herinnering, naar plekken met een verborgen gebeurtenis. “Ik toon het moment waarop je gaat ontdekken wat er aan de hand is. Het is een ogenblik van ambiguïteit dat een spannend beeld oplevert.”
Rens Krikhaar bij zijn schilderij House of pancakes (foto: Nico Schouten)Rens Krikhaar bij zijn schilderij House of pancakes (foto: Nico Schouten)

Vanaf een heuvel in het bos kijken we uit op een paar huisjes. Boven het glooiende landschap doemen de contouren van geelgestreepte parasols op. Daar is vast een terrasje. Gaan we er kijken? “Als ik dit soort plekken tegenkom ga ik er altijd opaf. Er is iets voor mijn blik verborgen en ik wil weten wat het is”, vertelt Rens Krikhaar over zijn schilderij House of pancakes. “Soms maak je iets bijzonders mee, maar je kunt ook precies datgene aantreffen wat je verwacht.”

Rens Krikhaar (Apeldoorn, 1982) maakt olieverfschilderijen en gouaches van plekken waar hij is geweest. Landschappen en stedelijke omgevingen. Een schuur in de Alpen, een straat in Japan. De beelden zijn op het eerste gezicht herkenbaar en vertrouwd, maar Krikhaar weet op subtiele wijze het verwachtingspatroon te verstoren. De vormen zijn formeel, op het naïeve af, terwijl de kleuren de realiteitszin van de kijker tarten. Want wat is dat oranje licht dat uit die Alpenschuur naar buiten straalt? Het intrigerende moment van spanning, dat zijn werk kenmerkt, slaat als een vonk over op de beschouwer en smeult nog lang na.

House of pancakes (2010) geeft te denken over Krikhaars representatie van de werkelijkheid. Het landschap, met boomstammen als longfoto’s, een olieachtig vijvertje en een felroze lucht, is artificieel. De gebouwen lijken van hardboard, de schoorstenen van lego gemaakt. De sfeer zou neutraal kunnen zijn, maar is eerder unheimisch. Er is niemand te zien. De vraag of er onder de parasols tafeltjes zijn waar mensen aan zitten maakt het spannend.
Bij een pannenkoekenhuis in een bos verwacht ik iets aangenaams te vinden.
“Het kan er ook niet prettig zijn, want we weten niet of er mensen zijn en wat er daar gebeurt.”
Zou jij eropaf gaan?
“Ik zou zeker gaan kijken. Als ik dit soort dingen tegenkom, op mijn reizen of gewoon in het dagelijks leven, ga ik er altijd opaf. Soms vind je een schat, maar het gaat mij vooral om het moment dat je gaat ontdekken wat er zich afspeelt.”
Is het uitgangspunt van je werk het moment waarop de kijker het gevoel krijgt dat er meer aan de hand zou kunnen zijn dan wat hij ziet?
“Ja, in sommige gevallen gaat het om een bepaalde plek waar niemand te zien is, maar het kan ook een handeling betreffen die de vraag oproept of er zich iets goeds of kwaads afspeelt.”
House of pancakes zou een sterk verkleurde ansichtkaart kunnen zijn.
“Of een herinnering.”
Die figuurlijk verkleurt met het verstrijken van de tijd.
“In herinneringen laat je dingen weg of je voegt juist iets toe. Soms weet je niet meer of de lucht toen blauw was of dat het herfst was.”
En of er wel wolken aan de hemel waren. In House of pancakes is de lucht strak roze, zonder verder tekening, Het zou ook een decorgordijn kunnen zijn. De hele voorstelling heeft iets theatraals. De huizen zijn zo formeel geschilderd dat het geen echte huizen meer zijn.
“Het zou een filmset kunnen zijn. In de huizen kan van alles gebeuren, maar het kan er ook helemaal leeg zijn. Misschien woont er iemand in.”
Doet dat er voor jou toe?
“Als de ontdekker van de plek of als de schilder ervan?”
Is daar een verschil tussen?
“Als ontdekker van de plek vind ik het belangrijk om te weten wat er zich afspeelt, omdat het bepalend is voor wat ik wil gaan schilderen.”

Viewmaster, 2010 (foto © Rens Krikhaar)Viewmaster, 2010 (foto © Rens Krikhaar)

In Viewmaster geef je een andere representatie van de werkelijkheid. De afbeelding van de Alpenschuur is boven en beneden ovaal gekadreerd, alsof je, zoals de titel al aangeeft, door een view-master een dia bekijkt.
“De vraag is of het kader over de afbeelding ligt of andersom. Kijk je ergens doorheen of kijk je naar een afbeelding die op een andere afbeelding ligt? Daarbij gaat het weer over herinneren en hoe je bij een herinnering waarvan je niet alles precies meer weet beelden toelaat van een ander moment.”
Is die schuur een herinnering of een fantasie?
“Die schuur heb ik zelf gezien.”
Geldt dat voor alles wat je schildert?
“Ja, het zijn allemaal plekken die ik ben tegengekomen.”
Maak je ter plekke schetsen of ga je in je atelier uit van de herinnering?
“Als ik tijd heb, maak ik een schetsje of een gouache van mijn eerste impressie. Bepaalde details laat ik bewust weg. Pas veel later ga ik het uitwerken en probeer ik me voor te stellen hoe het op die plek was en dan kom ik tot de conclusie dat ik dingen heb weggelaten in de schets. Gaandeweg geef ik daar een invulling aan. Ik vind dat een spannende manier van werken.”

The park, 2008 (foto © Rens Krikhaar)The park, 2008 (foto © Rens Krikhaar)

Het recente, veelkleurige werk van Rens Krikhaar, die in 2009 afstudeerde aan de Koninklijke Academie, staat in schril contrast met een duister nachtelijk tafereel waarin een man iets met een schaap doet. “Iets wat je op een boerderij zou kunnen zien?”, vraagt Krikhaar retorisch. Maar de voorstelling in The park (2008), die met zijn mysterieuze belichting aan het werk van Daniel Richter doet denken, zet de kijker op het verkeerde been. Niet in de laatste plaats door de locatie; een prieel dat hier het podium is voor een theatraal schouwspel. De handeling – scheren of ritueel slachten? – blijft verborgen achter de rug van de man. Nog verontrustender is de voorstelling van een titelloos doek uit 2008. Het is een schemerig tafereel dat nog het meest aan een executie doet denken.
 “Bij een kuil, aan de rand van een betonnen woonwijk… Ik heb ooit een reis gemaakt door Kroatië. Ik raakte er onder de indruk van het kapotgeschoten landschap. We reden door landschappen met heel veel kuilen als gevolg van granaatinslagen en steden met deels onbewoonde gebouwen vol kogelgaten. Jonge mensen zag je niet. Op sommige van die plekken kon ik me voorstellen dat daar vreselijke dingen moeten hebben plaatsgevonden.”
Wat bracht je daar?
“We kwamen er per toeval, tijdens een vakantie naar Istrië. Ik had gehoord dat er ergens een mooi natuurpark was en om daar te komen moest je door die voormalige oorlogsgebieden heen. Af en toe moet je stoppen. Om te tanken of zo. En dan bevindt je je opeens in een stad waar alleen maar oude mensen lijken te wonen, plekken waar de tijd heeft stil gestaan.”
Moest je denken aan de verhalen over jonge mensen die werden weggevoerd?
“Ja, vooral die plaatsen waar alleen oude mensen waren, gaven me het gevoel dat er dingen gebeurd moeten zijn die het daglicht niet kunnen verdragen. Die reis heeft zoveel indruk gemaakt dat ik een herinnering aan zo’n plek wilde schilderen. Het schilderij refereert voor mij ook aan beelden die we van de holocaust kennen.”
Het zou te beladen worden om een titel aan het schilderij te geven?
“Ja.”

Zonder titel, 2008 (foto © Rens Krikhaar)Zonder titel, 2008 (foto © Rens Krikhaar)

Het is uit dezelfde tijd als The Park, een periode waarin je veel duister en donker werk maakte. Wanneer is de omslag naar je huidige kleurstellingen gekomen?
“Ik maak nog steeds wel donkere schilderijen, maar het gebruik van kleur, en met name kleuren die een positief effect kunnen hebben op de kijker, vind ik interesssant om te benutten voor het schilderen van omgevingen die ambigu zijn en dus vragen oproepen. Ik denk dat mijn huidige kleurgebruik minder snel iets zegt over de bedoeling van een schilderij.”
De mens is verdwenen in je huidige werk. Enkel de suggestie van zijn aanwezigheid rest.
 “Het ontbreken van de mens zorgt voor een prettige spanning in het werk. Ik kom vaak op plekken waar niemand is en de afwezigheid van de mens is dan het meest opvallende. Het lijken lieflijke omgevingen, maar misschien zijn ze dat wel niet.”

Tussen schilderijen op groot formaat, zoals Viewmaster en House of pancakes, valt een serie van drie kleine schilderijen op met de afbeelding van een dood paard met de benen in de lucht. “Het is steeds het zelfde paard, maar op een ander moment gezien. Het ligt in een prachtig landschap te ontbinden. De serie is deels geïnspireerd op het werk van Otto Dix”, zegt Krikhaar met referentie aan de reeks etsen Der Krieg die Dix maakte naar aanleiding van zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog.
“Bij Dix waren de paarden al zwart geworden en lagen de benen alle kanten op. Mij gaat het om de glazige huid als gevolg van zon en hitte. Ik toon hoe het dode dier langzaam verandert in een soort pop.”

Je bent een kind van de computergeneratie. Waarom heb je voor zo’n traditioneel medium als schilderkunst gekozen?
 “Tekenen en schilderen deed ik al ver voordat ik mijn eerste computerspelletje deed. Met schilderen kan ik mijn eigen wereld scheppen.”
House of pancakes zou je ook met de computer kunnen maken.
“Ja, maar het medium schilderen past bij mij.”
Was er een specifieke aanleiding, een schilderij dat je als kind hebt gezien?
“Ik denk dat het begonnen is met met het inkijken van geïllustreerde Bijbels en encyclopedieën bij mijn grootouders. Zij hadden ook allerlei landschapjes en portretten van familieleden. Als kind vond ik die schilderijtjes werelden om in te kunnen verdwijnen. Het idee dat ik zo’n wereld zou kunnen maken, fascineerde me al vroeg.”
Het interview vormde de basis voor een artikel in AD Haagsche Courant, oktober 2010.

Rens Krikhaar exposeert t/m 7 november 2010 bij Galerie Maurits van de Laar.
www.renskrikhaar.com
www.mauritsvandelaar.com