Nick Seijkens schildert met brem en bladgoud (2003)

In zijn Haagse atelier luistert Nick Seijkens graag naar de geluiden die zijn werkwijze voortbrengen. Niet alleen naar het lichte geroffel van robuuste kwaststreken op het canvas, maar ook naar de betoverende ritmes die ontstaan door het gebruik van minder orthodoxe materialen en technieken, zoals het bewerken van het doek met takken brem.

Foto © Robert van Stuyvenberg

In zijn Haagse atelier luistert Nick Seijkens graag naar de geluiden die zijn werkwijze voortbrengen. Niet alleen naar het lichte geroffel van robuuste kwaststreken op het canvas, maar ook naar de betoverende ritmes die ontstaan door het gebruik van minder orthodoxe materialen en technieken, zoals het bewerken van het doek met takken brem.

Foto © Robert van Stuyvenberg

Nick Seijkens (1956) is een hartstochtelijk schilder die zijn rol als kunstenaar steeds opnieuw probeert uit te vinden in een voortdurende zoektocht naar verwondering. Het schilderen, het zoeken naar nieuwe technieken en oplossingen, is voor hem misschien wel belangrijker dan het eindresultaat.
De hartstocht spat van de forse doeken af in heftige explosies van kleur (veelal acrylverf) waarbij het lijkt alsof Seijkens vanuit een innerlijke duisternis een weg zoekt naar het licht. Een bevrijdend licht, een heilzaam licht. De spaarzaam en subtiel aangebrachte stukjes bladgoud versterken de levenslustige intensiteit in zijn meeslepende doeken. Hoewel beïnvloed door middeleeuwse kunst, door bijbelse verhalen en Griekse mythen, is zijn werk echter eerder abstract dan figuratief te noemen. Het imposante drieluik Voler (vliegen) doet in vorm aan religieuze panelen denken en is inhoudelijk misschien schatplichtig aan de hemelvaart van Christus in talloze oude Vlaamse meesterwerken.
Seijkens overstijgt echter een christelijke symboliek door een sfeer te scheppen die eerder spiritueel is dan religieus. "Ik kwam als kind wel in kerken. Ik herinner me dat ik elf was toen er een grote Jeroen Bosch-tentoonstelling was die veel indruk op mij maakte. Mijn vader was amateurschilder, hij zat thuis veel te werken en dan doe je als kind al snel mee", herinnert Seijkens zich. Hij weet ook nog dat hij als kind al kunstenaar wilde worden. "Ja, dat is een heel romantisch idee. Ik vind kunst nog steeds romantisch, maar zoals kunstenaars in de Romantiek wilden vluchten voor de maatschappij, zo erg is het met mij niet. Maar ik vind ik het wel prettig om te denken dat ik in mijn atelier de baas ben en dat ik me daar niet aan regels hoef te houden."

Er zit altijd een figuratief element in zijn werk. "De vraag hoe herkenbaar iets moet zijn, speelt altijd mee. Alle schilderijen hebben een titel. Soms is die er vooraf, maar vaak ontstaat de titel ook pas tijdens het schilderen, als er iets gebeurt. Een titel is echter geen verklaring voor wat er te zien is. Soms heeft het er niets mee te maken, een andere keer verwijst het naar een wereld buiten het schilderij. Er is een aantal thema’s dat in mijn werk terugkomt, zoals de metamorfoses die in de Griekse mythologie voorkomen. Zo schilder ik de laatste tijd veel stieren", vertelt Seijkens met verwijzing naar de mythe waarin Zeus in de gedaante van een stier verschijnt voor het beeldschone meisje Europa.
"Waar ik naar op zoek ben in mijn werk? Misschien is het een ‘state of mind’. Soms denk ik dat het om het schilderen zelf gaat. Omdat het heel lekker is om er zo lichamelijk en geestelijk mee bezig te zijn. Het is heel romantisch om te stellen dat de kunstenaar op zoek is naar het perfecte schilderij. Dat is wel de bedoeling maar je kunt het nooit maken. Dat is maar goed ook, want anders ben je klaar. Wat ik uiteindelijk wil, is iets moois maken. Dat mag je tegenwoordig bijna niet meer zeggen. Want wat is mooi? Dat is voor iedereen wat anders, maar voor jezelf verandert dat ook voortdurend. Je hoort ook steeds dat de schilderkunst dood is en je moet constant opboksen tegen het geweld van de televisie. Een zware concurrentie. Hoe kan een stilstaand beeld in onze zap-cultuur die slag winnen? Het is de kracht van een schilderij dat het de tijd stil kan zetten. De verwondering die een schilderij kan wekken doet mij verder gaan met schilderen. Met televisie en computers kun je mooie dingen doen, maar wat ik vooral zie is vervlakking. Ik denk dat de rol van de kunstenaar daardoor verandert, omdat je reageert op de maatschappij. Bij geëngageerde kunst is dat heel duidelijk, maar mijn schilderijen zijn een soort zelfportretten. Ik herken mezelf in mijn werk. Het is een optimisme, een warmte die mijn werk uitstraalt. Voor mij zijn dat dingen die de wereld nodig heeft. Schilderen is wat dat betreft een noodzaak voor mij."

Haagsche Courant, januari 2003