Het geheim van The Young Gods (1995)

“Misschien is het wel een cliché om als Europese groep een cd in Amerika te maken, maar het was wel een fijne ervaring”, lacht Franz Treichler, zanger en gezicht van de Zwitserse groep The Young Gods. Voor hun vijfde studioplaat, Only Heaven, trok het trio voor een jaar naar New York om te werken aan de opvolger van het machtige TV Sky, de plaat waarmee The Young Gods hun uit samples opgebouwde mix van metal, psychedelica en dansritmes perfectioneerde.

Op Only Heaven gaan de Jonge Goden een stapje verder door elementen uit techno en ambient in een rockcontext te plaatsen. Treichler wordt er een beethe moedeloos van dat iedereen Amerikaanse invloeden meente te horen in de groeven van Only Heaven. “Het is toch een typische Young Gods-plaat, vind ik, een plaat die net zo goed op de Noordpool gemaakt zou kunnen zijn. Onze producer, Roli Mosimann, woont in New York en het was zijn idee om de plaat daar op te nemen. De nieuwe songs zijn echter geen reflectie van ons verblijf daar.”

The Young Gods stonden ooit te boek als het Europese antwoord op The Swans (niet in de laatste plaats door hun intensieve samenwerking met ex-Swans drummer Mosimann), maar op hun tweede plaat, L’Eau Rouge, rekende het trio af met dat vooroordeel door typisch Europese cabaretstructuren in hun postindustriële muziek te verwerken. De Europese invloeden bereikten een hoogtepunt op het opzienbarende The Young Gods Play Kurt Weil (1991), waarna de groep op TV Sky voor een meer universelere rockaanpak koos – en voor Engelstalige teksten. Treichler: “Continulteit! Daar gaat het om. Het is te horen. Leg de platen maar naast elkaar. Onze eerste plaat bevatte alles al waar The Young Gods nu nog voor staan. Vroege songs als Nous De La Lune en Percussionne vormden de basis voor wat we nu doen.”

Waar TV Sky refereerde aan het werk van The Doors, Jimi Hendrix en Pink Floyd, worden deze invloeden nu verweven met principes uit de techno. Franz Treichler zegt een groot liefhebber te zijn van The Aphex Twin en The Orb. Toen The Orb geen tijd had om een beloofde remix voor Skinflower te maken, besloot Treichler het in de geest van Alex Paterson te doen en noemde zijn mix The Orb Style. Hij is aangenaam verrast te horen dat die 12-inch onder Orb-freaks erg gezocht is. “Ik heb wel wat van hun muziek gebruikt, daar heb ik The Orb zelfs voor moeten betalen! In de technoscene lopen veel creatieve geesten rond. Plastikman, Jeff Mills, Aphex Twin. We hebben Richie Hawtin gevraagd voor wat remixen. De benadering van die technomuzikanten verschilt overigens niet zo veel met die van de experimentele, spacey Europese groepen uit de jaren zeventig. De bandjes waar ik mee opgroeide, zoals Can, Ash Ra Temple en Amon Düül-II. Het enige verschil is de veranderende technologie. Wat ik zo goed vind aan veel techno, is dat je de mens achter de machine hoort. In de muziek van Plastikman zit een gevoel dat alle ooroordelen over het gebruik van machines overstijgt.”

Het is alsof Treichler over zijn eigen muziek praat, want die van The Young Gods wordt hoofdzakelijk met samplers en computers gemaakt. Toch weet de groep altijd natuurlijk te klinken. “Hoe we dat voor elkaar krijgen? Dat is het geheim van The Young Gods”, glimlacht Treichler. “Het gaat mij om gevoel. Noem het de ghost in the machine. Wij gebruiken machines om praktische redenen, maar ook omdat het werken ermee onbevangen kan zijn. Ik streef naar een organisch, warm menselijk geluid.” Die warmte ligt voor een belangrijk deel in de teksten en voordracht van Treichler. Met een lengte van ruim een kwartier is het uit drie delen bestaande Moon Revolutions, het episch centrum van Only Heaven. “Het gaat over de maandelijkse cyclus van de maan. Het gaat me daarbij om het Idee dat we niet zoveel naar het verleden moeten omzien, maar ook niet naar de dag van morgen moeten kijken, want elke dag is een revolutie. Ik leef graag van dag tot dag. Moon Revolutions is een lied zonder verhaal of boodschap. Het zijn dromerige visioenen die ik beschrijf. Ik zet graag vraagtekens, zowel muzikaal als tekstueel. Het plaatsen van vraagtekens, dat is volgens mij het wezen van rockmuziek. Het is beter om overal vraagtekens bij te zetten, dan alles met gesloten ogen te accepteren.”

Opscene augustus 1995.