Elo Armen laat zich inspireren door kinderen (1999)

Beeldend kunstenaar Elo Armen laat zich inspireren door tekeningen en schilderijen van kinderen. Daarmee is hij historisch gezien in goed gezelschap van kunstenaars als Matisse, Kandinsky en Dubuffet die er omvangrijke privécollecties van kindertekeningen op na hielden.

De uit Armenië afkomstige Elo Armen ziet in het vrije en onschuldige werk van kinderen de basis van de twintigste–eeuwse schilderkunst. Om dat aan te tonen en tevens om te laten zien waar zijn aan Cobra, Dada, naïeve en primitieve kunst refererende schilderijen hun oorsprong hebben, stelt hij in de galerie van de Schröder Art Foundation in Den Haag zijn werk tentoon in combinatie met een aantal tekeningen en schilderijen die gemaakt zijn door kinderen in de leeftijd van vijf tot twaalf jaar.

Elo Armen heeft in de galerie een aantal van zijn meest recente werken zodanig tussen tekeningen van kinderen gehangen dat het in eerste instantie moeilijk is om het onderscheid te maken. Maar bij nadere inspectie is het toch niet echt moeilijk om het werk van Elo Armen te ontdekken. “Een tekening of schilderij van een kind herken je altijd als zodanig”, weet de kunstenaar. “Aan de puurheid zie je onmiddellijk dat iets door een kind gemaakt moet zijn, hoewel er in de collectie van Kandinsky tekeningen zijn die me aan het twijfelen gebracht hebben”.

Elo Armen weet waarover hij praat. Op achtjarige leeftijd begon hij zijn studie aan de Hakob Kojoyn Art School, een instituut dat jonge kinderen voorbereidt op een latere academische studie. “Later werkte ik zelf met kinderen tussen de vier en tien jaar en ik wil met kinderen blijven werken om het publiek te laten zien waar kunstenaars vandaan komen. Matisse, bijvoorbeeld, was sterk beïnvloed door kinderen, maar ook Jean-Michel Basquiat of de Dada-beweging. Wat ik zo verbazingwekkend vind, is dat kunstenaars die in deze eeuw een nieuwe stijl begonnen zijn hun basis in tekeningen van kinderen hebben”.

Dat geldt zeker ook voor Elo Armens eigen werk, hoe gestileerd het ook mag zijn binnen een expressievorm die termen als intuïtie, spontaniteit en vrijheid hoog in het vaandel heeft staan. Hij maakt schilderijen en mixedmedia-doeken waaruit een welhaast kinderlijke verwondering over de wereld spreekt. Maar hoewel Armen de wereld natuurlijk niet ziet door de ogen van een kind, doen zijn Cobra-achtige, primitieve en naïeve werken niet gekunsteld aan.Een opvallende gelijkenis met veel tekeningen van kinderen, is zijn gebruik van tekst als illustratie van zijn levendige figuraties. “Ik weet uit ervaring, toen ik in Armenië met kinderen werkte, dat als kinderen met een bepaald thema werken ze er teksten bij zetten.

Het beeld dat ze tekenen is niet genoeg om te tonen, ze willen voor iedereen duidelijk maken wat er te zien is. Dat vind ik fascinerend”. Een van de meest bijzondere werken is een tekening van Annemijn Dreesmann (12) die met gevoel voor perspectief een geblinddoekte vrouw langs een muur in het gras laat lopen. Elo Armen is lyrisch over dit werk en maakt vergelijkingen met het werk van David Hockney en Francis Bacon. “Kinderen tekenen zonder er dieper bij na te denken, want kinderen weten niets over stijlen of vlakverdeling. Kinderen weten echter wel wat ze willen uitdrukken met een tekening. In het geval van de geblinddoekte vrouw van Annemijn kun je zien dat de figuur naar iets zoekt. De manier waarop ze de achtergrond invult en daarmee duidelijk maakt wat het meest belangrijke in het schilderij is, doet me aan Francis Bacon denken”.

Haagsche Courant, mei 1999