De Kift wil verstaanbaar zijn (1994)

“Als groep willen wij geen levensfoilosofie uitdragen, maar uit de teksten die wij gebruiken van Jan Arends of Erich Maria Remarque spreekt de strijd van de individu in de marge van de samenleving”, stelt Ferry Heyne van De Kift.

“Als groep willen wij geen levensfoilosofie uitdragen, maar uit de teksten die wij gebruiken van Jan Arends of Erich Maria Remarque spreekt de strijd van de individu in de marge van de samenleving”, stelt Ferry Heyne van De Kift.

Even lijkt het er op dat De Kift een familiegroep is. Aan de keukentafel in de boerderij van de band in Oostknollendam zit zanger, gitarist en koperblazer Ferry Heyne naast vader Jan, die als trompettist zijn tijd verdeelt tussen de fanfare van Assendelft en De Kift, en neef Pim Heyne die voor de groep op allerlei fronten inzetbaar is. Drummer Wim ter Weele en dichter Eddie Kagie – te gast bij de band – zorgen ervoor dat de sfeer niet te landerig wordt. Tijdens het Crossing Border Festival treedt de Nederlandstalige groep op met Eddie Kagie om het literaire werk van hun cd Krankenhaus uit te voeren.

Begonnen als punkgroep heeft De Kift een intrigerende ontwikkeling doorgemaakt. Hoewel men al eerder rommelde met blaasinstrumenten, werd voor de eind vorig jaar verschenen cd Krankenhaus gekozen voor de sfeer van trieste tango’s, manke jazz en wrange kermisdeuntjes. Dit alles om literaire teksten van Jan Arends, Erich Maria Remarque en Wolfgang Borchert muzikaal vorm te geven. “Wij zijn echter niet als literaire band begonnen”, vertelt Ferry Heyne. “Maar de verstaanbaarheid van de teksten heeft wel altijd voorop gestaan. De Kift is bezig sinds 1988. We stammen uit de punktijd, daar hebben de meesten van ons hun wortels. Voor onze eerste lp IJverzucht schreef onze toenmalige zanger Maarten Oudshoorn de teksten. Na zijn vertrek stuitten we op het werk van de Duitse schrijver Wolfgang Borchert.”

“Borchert heeft in de Tweede Wereldoorlog gevochten. Als gevolg van zijn antifascistische denkbeelden werd hij naar het oostfront gestuurd en daar heeft hij verscheidene malen gevangen gezeten”, vertelt Ferry Heyne. “Ziek en gebroken is hij uit de oorlog gekomen en in 1946 heeft hij zijn ervaringen op schrift gezet. Hij heeft twee bundels geschreven die ook in het Nederlands vertaald zijn: De Treurige Geraniums en Buiten Voor De Deur. Na de oorlog is hij door de Duitsers aan zijn lot overgelaten en in 1947 is hij overleden. Uit zijn korte verhalen hebben wij fragmenten gekozen en daar muziek bij gemaakt. Voor de cd hebben we Eddie Kagie gevraagd de teksten voor te dragen.”

Voorts heeft De Kift teksten van Erich Maria Remarque gebruikt uit diens boeken Arc de Triomphe en Van Het Westelijk Front Geen Nieuws, en een gedicht uit Jan Arends’ bundel Ik Had Een Strohoed En Een Wandelstok. De relatie tussen Borchert en Remarque mag duidelijk zijn, maar waarom heeft De Kift er werk van Arends bij gehaald? Heyne: “De waanzin die Arends beschrijft sluit aan op het werk van Borchert en Remarque. Jan Arends heeft een groot deel van zijn leven in inrichtingen en ziekenhuizen doorgebracht. In 1974 heeft hij zelfmoord gepleegd.”
De teksten die De Kift gebruikt gaan over mensen die verstoten zijn door de maatschappij, soldaten die terugkeren van het front, en bijstandstrekkers van middelbare leeftijd. De maatschappij is één grote open inrichting. Jan Arends’ ervaringen in psychiatrische inrichtingen worden schitterend verklankt in het titelstuk Krankenhaus, waarin ex-Kifter Maarten Oudshoorn zijn stem leent aan Arends: “Is zo’n krankenhaus niet helemaal Mondriaan? Wat licht en groot als de wereld zijn de zalen.”

De van huis uit Haagse dichter Eddie Kagie leent op zijn beurt zijn stem aan Borchert, wiens werk hij overigens al kende. Eddie Kagie: “Ik had al eens in een toneelstuk gebaseerd op Buiten Voor De Deur gespeeld. Ik had ook zijn beide boeken. Wat me aanspreekt in zijn werk is de grauwheid, de positie van de underdog, het leven als gevecht. Als schrijver heb ik wel affiniteit met die zaken.”
De Kift kende Kagie van wederzijdse vrienden en gezamenlijke optredens. Ferry Heyne zegt voor Kagie gekozen te hebben om zijn duidelijke uitspraak en presentatie. “Als groep willen wij geen levensfilosofie uitdragen”, stelt Ferry Heyne. “Maar uit de teksten die wij gebruiken spreekt de strijd van het individu in de marge van de samenleving. Dat is terug te voeren op de naoorlogse generatie, maar ook in onze tijd zijn er veel mensen die zich staande moeten zien te houden in een maatschappij die het individu weinig ruimte biedt.” Zo’n uitspraak typeert het wereldbeeld van De Kift en het is niet verwonderlijk dat men zich muzikaal verwant voelt met ideologische bands als The Ex. “Wij maken deel uit van een stroming die muziek maakt en produceert zonder inmenging van de grote platenmaatschappijen en boekingskantoren. We komen voort uit de kraakbeweging en wie zo leeft moet alles zelf doen”, stelt Ferry Heyne. “Het is de tijdgeest van de punk”, vult Kagie aan. “Een inspirerende tijd. Vóór de punkgolf zou ik nooit op het idee gekomen zijn om schrijver te worden, want dat leek niet bij mijn persoon te passen. Maar door de punkbeweging ging je het gewoon doen. Bands brachten zelf platen uit en dichters boeken.”
“Je schiep zelf de mogelijkheden”, mengt Wim ter Weele zich in de discussie. “Je wachtte niet op het initiatief van anderen.”

Aan de prachtige muziek voor Krankenhaus is lang gewerkt, maar aangezien de groep in Oostknollendam een eigen studio beheert, speelde tijd geen rol. De nieuwe muzikale koers van De Kift staat in een sterk Europese traditie en heeft weinig meer met rock ‘n roll van doen. Oorspronkelijk had de groep een standaard rockbezetting (gitaren, bas, drums) maar al op IJverzucht waren trompetten en trombones te horen.
Wim ter Weele: “De muziek blijft zich ontwikkelen. Het enige uitgangspunt voor De Kift is altijd de verstaanbaarheid van de Nederlandstalige teksten geweest. Daarnaast willen we steeds zachter spelen. De Kift is nu bijna een akoestische groep.” Hoewel de kern van de groep uit Ferry Heyne en Wim ter Weele bestaat, is De Kift sterk afhankelijk van gastmuzikanten gezien het instrumentarium, bestaande uit tuba’s, contrabassen, violen en accordeons. Op het podium bestaat De Kift niet zelden uit tien man. De gastmuzikanten zijn meer dan gasten, laat Ferry Heyne weten. “Het materiaal van Krankenhaus spelen we nu al weer een klein jaar en veel gastmuzikanten, zoals Frank Bos van de Haagse groep De Ideale Schoonzonen, horen inmiddels bij de groep. Krankenhaus is echter een project dat afgerond zal worden, maar alle gastmuzikanten die willen blijven zijn welkom.”

Haagsche Courant, augustus 1994