Cul de Sac improviseert bij Murnau’s Faust (2005)

De stomme films van Friedrich Wilhelm Murnau, een van de grootste vooroorlogse Europese cineasten, zijn tegenwoordig een dankbaar onderwerp voor hedendaagse musici. Tijdens de laatste editie van Crossing Border voorzag Lambchop Sunrise van een nieuwe soundtrack. Maar waar de mannen van Kurt Wagner jammerlijk faalden door cliché op cliché te stapelen wist Cul de Sac gisteravond Murnau’s meestwerk Faust (1926) van een doeltreffende muzikale omlijsting te voorzien.

De stomme films van Friedrich Wilhelm Murnau, een van de grootste vooroorlogse Europese cineasten, zijn tegenwoordig een dankbaar onderwerp voor hedendaagse musici. Tijdens de laatste editie van Crossing Border voorzag Lambchop Sunrise van een nieuwe soundtrack. Maar waar de mannen van Kurt Wagner jammerlijk faalden door cliché op cliché te stapelen wist Cul de Sac gisteravond Murnau’s meestwerk Faust (1926) van een doeltreffende muzikale omlijsting te voorzien.

Het Amerikaanse kwartet, in cult-kringen vermaard om zijn improvisatorische kwaliteiten, versterkte met eenvoudige middelen de magische dynamiek van Murnau’s meeslepende Goethe-vertelling over goed en kwaad, over verleiding, verzoeking en verlossing.
Als God en Satan strijden om de macht over de aarde wordt de oude dokter Faust hun speelbal. Satan lijkt te winnen als hij in de gedaante van Mephisto de dokter weet te verleiden met de belofte om eeuwig jong te worden. Dreigend tromgeroffel, spookachtige gitaarpatronen en suizende synthesizerklanken begeleiden de nieuwe, machtsbeluste Faust als hij zich vergrijpt aan de vrome Gretchen, die daarna wordt verstoten. De ijzingwekkende muziek die Cul de Sac maakte bij haar eenzame tocht door een bar winterlandschap was het hoogtepunt van deze bezwerende filmmuziek.
Voor de band uit Boston onder leiding van gitarist Glenn Jones was het optreden met Faust, in de Vrije Academie in Den Haag, een première, maar Cul de Sac heeft in het verleden vaker met film gewerkt en dat was te merken aan het inlevingsgevoel dat de vier musici toonden. Cul de Sac, dat eerder samenwerkte met fenomenen als John Fahey en Damo Suzuki, maakt muziek die niet in een hokje past. Invloeden uit folk, psychedelica, krautrock en oosterse trancemuziek worden vermengd tot een vloeiend geheel. Hoewel Murnau’s Faust naar huidige cinematografische maatstaven traag is, wist Cul de Sac de aandacht vast te houden met heftige spanningsbogen en subtiele interludes, die de expressionistische filmbeelden een onverwachte, nieuwe dimensie gaven.

Haagsche Courant, mei 2005