Terry Gilliams Munchausen laat niets aan verbeelding over (1988)

‘Menig reiziger is soms in staat, meer te beweren dan letterlijk genomen waar mag zijn. Het is dan ook geen wonder dat lezers of toehoorders soms tot enig ongeloof geneigd zijn.’ Deze uitspraak van de wonderbaarlijke aartsleugenaar de baron Von Münchhausen gaat voor de film van Terry Gilliam nog maar gedeeltelijk op.

‘Menig reiziger is soms in staat, meer te beweren dan letterlijk genomen waar mag zijn. Het is dan ook geen wonder dat lezers of toehoorders soms tot enig ongeloof geneigd zijn.’ Deze uitspraak van de wonderbaarlijke aartsleugenaar de baron Von Münchhausen gaat voor de film van Terry Gilliam nog maar gedeeltelijk op.

De voormalige animator van Monty Python en regisseur van Time Bandits en het onvolprezen Brazil toont ons de fantastische avonturen weliswaar in een raamvertelling met de baron als verteller, maar Gilliam laat niets aan de verbeelding van de kijker over. De bizarre en inderdaad ongelooflijke verhalen die de baron opdist worden de kijker voorgeschoteld èn voorgekauwd.
Hele generaties zijn opgegroeid met de avonturen van de maffe baron. Wie herinnert zich niet hoe de edelman op een kanonskogel door het luchtruim reisde, of hoe hij na een slopende tocht door een sneeuwlandschap zijn paard aan de enige boven de sneeuw uitstekende paal bond om de ochtend erna, toen de sneeuw gesmolten was, te constateren dat hij zijn trouwe ros aan een kerktoren gebonden had? Of de zeeën van wijn, de zeekreeftbomen en de kaaslandschappen? Nog wonderbaarlijker waren de kwaliteiten van zijn vier trouwe helpers; de dwerg die hele legers weg kon blazen, de ‘sterkste man ter wereld’, de schutter die op duizend kilometer nog doel trof of de man die in een uur tijd van Istanboel naar Wenen en terug rende om een fles wijn te halen. Ongelooflijke verhalen die nog steeds tot de verbeelding spreken.
The Adventures of Baron Munchausen is zondermeer een geestige en onderhoudende film. Gilliam heeft flair voor het buitenissige en het fantastische. Als geen ander weet hij dat in het medium film te realiseren, maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat hij het oorspronkelijke gegeven heeft willen overstijgen. De vraag dringt zich op wie of wat hij wil overtreffen: zijn voorgaande films, de talloze Münchhausen-verfilmingen uit het verleden (de affiches vermelden, niet zonder ironie, dat deze film niet verward dient te worden met de gelijknamige UFA-produktie uit 1943) of de oorspronkelijke verhalen? Als we Gilliam moeten geloven completeert deze film een drieluik dat verder bestaat uit Time Bandits en Brazil.
Time Bandits ging over een jongen die door de tijd reist, een film waarin realiteit en droombeleving verweven zijn. In Brazil – nog steeds Gilliams meesterwerk – stond een man centraal die weigerde verantwoordelijkheid te hemen en die liever wegdroomde in zijn eigen fantasie. Munchhausen gaat over onsterfelijkheid, over de verhalen van een oude man wiens fantasie blijft voortleven. Inderdaad kan hier met een beetje goede wil sprake zijn van een trilogie. Maar de vraag blijft wat Gilliam met de Münchhausen-verhalen wilde doen.

Dat Hieronymus Karl Friedrich baron Von Münchhausen (1720-1797) bestaan heeft staat buiten kijf, maar de geleerden zijn het er niet over eens waar de verhalen precies vandaan komen. Rudolf Raspe kwam in 1785 met zijn versie van de avonturen van de baron, terwijl Gottfried Bürger drie jaar later met een andere versie kwam. Volgens Jeroen Brouwers, in het nawoord van zijn vertaling van Bürgers boek, werden de verhalen al in 1781 in een Berlijns tijdschrift anoniem gepubliceerd.
Terry Gilliam lijkt zich vooral op Raspe te baseren, wat blijkt uit de fantastische passages over maanbewoners met afneembare hoofden en een reusachtige vis die hele schepen en volkeren in zijn buik herbergt, maar ook uit de afwijkende spelling (Von Münchhausen werd Munchausen). Terry Gilliam heeft er een spektakelfilm van gemaakt. Adembenemende decors, flitsende effecten, ingenieuze computeranimaties, honderden figuranten en aanstekelijk acteerwerk. De film zit boordevol grapjes en anachronistische verwijzingen. In de mijnen van de god Vulcanus (een prachtige rol van Oliver Reed) wordt diens geliefde Venus voorgesteld als in Botticelli’s schilderij De Geboorte van Venus, terwijl de stier van Potter in een hoekje staat opgesteld en het maanlandschap dat ontleend is aan Dali.

Aan de verhalen, die sinds de achttiende eeuw talloze bewerkingen en aanvullingen kregen (de vier helpers van de baron bestonden bij voorbeeld niet in de oorspronkelijke versies), heeft Gilliam op zijn beurt weer een nieuw element toegevoegd. Hij laat de avonturen vertellen en meebeleven door het meisje Sally, dat telkens weer aan een symbolische dood ontsnapt. Deze toevoeging, hoe verwarrend ook, komt de kijker zonder Münchhausen-kennis zeker ten goede en Sally’s rol (overtuigend gespeeld door Sarah Polly) is bepalend voor de kop en staart van Gilliams interpretatie.
The Adventures of Baron Munchausen is wervelend en meeslepend. De relatief onbekende John Neville zet de baron prachtig neer, Monty Pythons Eric Idle doet hetzelfde met het hulpje Berthold, maar ene Ray D. Tutto steelt de show als koning van de maan. Achter Tutto gaat niemand minder dan Robin Williams schuil, die blijkbaar om contractuele redenen niet op de titelrol genoemd mag worden. Opvallend is ook de gastrol van Valentina Cortese (onder meer bekend van haar werk met Fel-ni en Truffaut). Niemand zal zich vervelen bij deze film, maar de oorspronkelijke boeken blijven onovertroffen.

THE ADVENTURES OF BARON MUNCHAUSEN
Regie: Terry Gilliam. Scenario: Gilliam en Charles McKeown. Camera: Guiseppe Rotunno. Montage: Peter Hollywood. Muziek: Michael Kamen. Met John Neville, Eric Idle, Sarah Polley, Oliver Reed e.a. Vertoningsduur 118 minuten.
 

Haagsche Courant, 1988.