Ted Hawkins: “Een voet in het graf, de ander op een bananenschil.” (1988)

“Het moet nu snel gebeuren anders is het te laat. Ik kan niet nog eens twintig jaar wachten op succes, dan ben ik zeventig. Het succes moet zich nu uitbetalen.” De Amerikaanse zanger Ted Hawkins heeft na een leven buiten de wet eindelijk erkenning en respect gekregen.

Foto © Paul Bergen

Na lange omzwervingen, onderbroken door verblijven in strafinrichtingen, leefde Hawkins jarenlang aals straatmuzikant. Nu staat hij voor volle zalen en: “Harry Belafonte gaat een film over mijn leven maken.” Het levensverhaal van Ted Hawkins is verbijsterend en leent zich bij uitstek voor een emotionele film over armoede, leed, misdaad en uiteindelijk waardering. Die waardering is er in Europa, maar in zijn geboorteland nog nauwelijks. “In Amerika zullen de platen pas gaan lopen als de film gemaakt is”, stelt Hawkins nuchter vast.

De reusachtige muzikant woont sinds twee jaar in Engeland. Hawkins, geboren in Biloxi, Mississippi in 1936, heeft een veelbewogen leven achter de rug. Hij zwierf jaren door Amerika, als een hobo reizend in goederentreinen, als hij niet in jeugdgevangenissen, strafkampen of inrichtingen zat. De laatste twintig jaar zong hij op het strand in Los Angeles. Hij werd al eerder ontdekt, eerst in 1966 en later in 1971. Op een single na (Sweet baby) zag de rest van het in 1971 opgenomen materiaal pas elf jaar later het licht, maar de elpee Watch Your Step bleef vrijwel onopgemerkt. Twee jaar geleden werd Hawkins opnieuw ‘ontdekt’, sindsdien verscheen Happy Hour, waaraan Robert Cray zijn medewerking verleende, en een tweetal platen met louter covers, The Venice Beach Tapes.

De flink grijzende Hawkins praat vriendelijk, toch blikken zijn ogen af en toe wantrouwend. Niet verwonderlijk gezien zijn verleden. Over zijn leven buiten de wet praat Hawkins nauwelijks. “Je kent de verhalen, ze mogen onderhand bekend zijn”, verzucht hij. Er verschijnt een trieste en duistere blik op zijn gezicht als hij zich die tijd herinnert. In een paar jaar is er echter veel veranderd. Ted Hawkins geeft druk bezochte concerten, interviews, optredens voor radio en televisie. Heeft het zijn leven veranderd?
Hawkins: “Ik ontdekte dat ik ‘iemand’ was. In Amerika kreeg ik geen erkenning, ik kende de juiste mensen niet. Het gaat er niet om wat je kent, maar wie je kent.” Deze cynische wijsheid zal hij veel herhalen tijdens het gesprek. “Ik loop nu rond met een gevoel van eigenwaarde, vroeger was het bestaan een constante strijd en had ik telkens moeilijkheden met de wet. Je kan zeggen dat ik gestorven ben en opnieuw geboren.”

“In 1966 kwam ik in Californië aan, toen maakte ik ook al een single, die zonder mijn toestemming verscheen. Ik heb daar geen cent voor gezien, kreeg een zenuwinstorting en belandde in een gekkenhuis… Tja, ik had geen advocaat, zou niet geweten hebben hoe ik daar toen aan moest komen. Zo groen was ik. Nu weet ik beter en wil ik volledige controle over mijn volgende platen. Het zal moeilijk worden mij nu nog voor dwaas te houden. Ik geef de rechten van mijn muziek nooit meer weg, ik neem ze nog liever mee in mijn graf. Ik heb zo lang moeten wachten op erkenning dat het nu ik 51 ben, vruchten moet afwerpen. Ik had het liever gehad toen ik twintig was, dan had ik wat kunnen sparen. Nu heb ik één voet in het graf en één op een bananenschil”, lacht Hawkins grimmig. “Hoeveel jaar heb ik nog om van het succes te genieten? Tien jaar misschien? En dan zeggen ze “Ted, het succes komt niet aangewaaid’, maar ik ben al mijn hele leven bezig. Ik heb geen tijd meer voor een lange harde weg.”

Muzikaal is Hawkins geen etiket op te plakken. Zijn muziek heeft raakvakken met gospel en soul alsook country & western. Zijn krachtige, rauwe en doorleefde stem ligt ergens tussen die van Sam Cooke en Wilson Pickett in. Hij: “Ik houd van alle muziek en ben geen slaaf van één stijl. Ik ben beslist geen blueszanger, maar ik ben wel geboren in de blues. Blues betekent dat er geen hoop meer is, geen uitweg en als ik dat ga zingen kan ik net zo goed meteen sterven.”
Naast zijn eigen, sterk persoonlijk getinte songs beschikt Hawkins over een gigantisch repertoire covers, opgebouwd toen hij nog op straat zong. Hij toont een stuk karton met daarop wel vijftig titels. Afgelopen zondag maakte hij daaruit in het Rotterdamse Hal 4 een indrukwekkende selectie die hij op zijn geheel eigen wijze gestalte gaf met zijn elementaire gitaarspel (waarbij een handschoen om zijn rechterhand voor bescherming van zijn krachtige aanslag zorgt), gezeten op zijn onafscheidelijke plastic melkkrat. Maar of hij nu Sam Cooke, Kenny Rogers of Simon & Garfunkel zingt, ieder optreden begint met de gospel Wind Beneath My Wings. “Ik zing het voor Hem”, zegt Hawkins wijzend naar boven, “Om Hem te bedanken voor wat ik nu eindelijk bereikt heb.”

Haagsche Courant, november 1988.

PS. De film die Harry Belafonte volgens Hawkins over zijn leven zou maken, is er nooit gekomen. Hawkins, die in 1994 nog een album voor Geffen Records (The Next Hundred Years) maakte, overleed op 1 januari 1995 op 58-jarige leeftijd.