Sun Ra wil de Aarde wakker kussen (1984)

“Ik ben op Jupiter geweest. Ik keek naar beneden en ik kan niet beschrijven hoe gelukkig ik was om van deze planeet af te zijn. Maar ik moest terug naar de Aarde. Op een andere planeet hebben ze me over muziek verteld, een ander soort muziek, dat het bewustzijn van deze planeet zou moeten verhogen. Ze vonden mij geschikt voor dit werk.”

Foto © Paul Bergen

“Ik ben op Jupiter geweest. Ik keek naar beneden en ik kan niet beschrijven hoe gelukkig ik was om van deze planeet af te zijn. Maar ik moest terug naar de Aarde. Op een andere planeet hebben ze me over muziek verteld, een ander soort muziek, dat het bewustzijn van deze planeet zou moeten verhogen. Ze vonden mij geschikt voor dit werk.”

Foto © Paul Bergen

Zo spreekt de fameuze Amerikaanse pianist en orkestleider Sun Ra, een aardige oude baas, die graag vertelt waarom hij naar de Aarde is gestuurd om de wereld te veranderen met zijn kosmische big band. Het is tien uur in de ochtend. Sun Ra wordt door een danseres uit zijn ‘Arkestra’ opgemaakt. De rode verf die ze op zijn gelaat smeert maakt hem jonger. Maar niemand weet hoe oud Ra is. Hetgeen niet wegneemt dat hij de jazzwereld al dertig jaar verbaast met nieuwe ideeën. Zijn Amsterdamse hotelkamer is rommelig, stapels bladmuziek  met ingewikkelde schema’s liggen her en der verspreid over de bedden en de vloer, in de vensterbank staat een elektronisch toetsenbord.

Sun Ra werd waarschijnlijk als Sonny Blount geboren in het zuiden van de Verenigde Staten. Zijn geboortejaar: circa 1914. Ra’s muziek bevat bijna de hele zwarte muziektraditie: Ellingtons saxofoongeluid, Basie’s swingriffs, Afrikaanse dansen, Egyptische marsen, voodoo-rituelen en trance. Ceremoniemeester en dirigent van dat alles is Ra zelf.
Hij gaat ver terug in de jazzgeschiedenis als hij vertelt over de belangrijkste invloeden op zijn muziek: “De muziek van Fletcher Henderson beluisterde ik al in de wieg, zonder te weten dat het Henderson was natuurlijk, maar die muziek klonk zo puur. De precisie en de discipline in Hendersons muziek waren ongelofelijk. Hij was ook zo onzelfzuchtig, gaf de wereld zo veel fantastische muzikanten: Coleman Hawkins, Henry ‘Red’ Allen, Louis Armstrong. Allemaal zijn ze via Henderson beroemd geworden. Ik luisterde ook veel naar de blues, Bessie Smith en Ethel Waters, die mensen heb ik vaak zien optreden, zij waren giganten.”
Aan het eind van de jaren veertig arrangeerde en speelde Sun Ra piano bij het orkest van Henderson, ook begeleidde hij musici als Coleman Hawkins en Stuff Smith. In 1953 richtte hij in Chicago een eigen kwartet op, gevolgd door het orkest in 1956. Veel van die muzikanten spelen nog steeds bij hem.

Foto © Paul Bergen

Naast zijn uiterst jazz-vernieuwende werk wil hij ook de wereld veranderen. “Veel mensen weten niet wat ik doe, zij zijn verblind door de dingen die zij kennen en houden die voor wijsheid. Ik ben bezig met het onbekende, dingen waar je geen weet van hebt en die je ook nooit zult begrijpen. Ik maak geen zwarte muziek, ik houd me bezig met de donkere kant van zwart en de donkere kant van wit, de andere kant van de realiteit. De omstandigheden van de mensheid moeten verbeterd worden, alleen de muzikanten kunnen dat. Muziek kan door de wereld gehoord worden, het is een universele taal die iedereen kan begrijpen.”
Hij zit aan een klein tafeltje en staart naar de witte muur. Hij ziet waarschijnlijk dingen die geen ander ziet, een andere wereld. “Ik ben hier heen gestuurd om het onmogelijke te doen. Wie me dat heeft gezegd? Ja, dat is de vraag. Of het God of de duivel was, misschien zei Lucifer of Satan het mij. Ik noem ze de ‘grote vier’, Lucifer, Satan, God en de duivel. Volgens mij werken ze samen en wordt de wereld voor de gek gehouden. Het is een soort test, de Aarde is een proefgebied.”

“We zitten in een soort magisch koninkrijk  in  de  sfeer  van ‘Doornroosje’. We moeten de aarde wakker kussen want alles is er zo lelijk als een vlieg in een kommetje melk. Er gebeuren zoveel nare dingen dat ik deze planeet niet zou willen bezitten. Ik zou haar weigeren! Er rust een vloek op de Aarde en die moet bestreden worden.” De taal en de dood zijn de vijanden van de aarde: “De mensen weten niets. Iedereen zou weer naar school moeten. Jong en oud, leiders en koningen. De mensen kennen de betekenis van woorden niet, laten zich misleiden door een woord als vrijheid, maar dat betekent niets. Deze Aarde is een gevangenis, iedereen is veroordeeld tot leven en ze blijven in deze gevangenis tot ze sterven. Als je nooit uit de gevangenis bent geweest weet je niet dat het een gevangenis is, maar ik ben er buiten geweest, ik weet dat het zo is. Helaas is de Aarde niet wat ze zijn kan.”
Onstuitbaar gaat Sun Ra verder met zijn betoog, een stortvloed van ‘wijsheden’: “Bepaalde raadselwoorden vormen de sleutel tot de oplossing van het probleem. Je moet woorden gebruiken om uit deze gevangenis te komen. Maar God heeft de taal verward zodat de mensen elkaar niet begrijpen en niet samen kunnen zijn. Als een geleerde zie ik God als de vijand en niet Satan. Dat zal veel mensen storen, maar het is nu eenmaal zo.”
Er zijn twee manieren om de gevangenis te ontvluchten, zegt hij. Je gaat er dood uit of ‘zijnde’, to be or not te be, dat is de vraag. “De mensen moeten niet met elkaar vechten maar tegen hun gemeenschappelijke vijand, de dood. Die moet verslagen worden. Er is nooit een andere god naar deze planeet gekomen dan de god van de dood en die aanbidden de mensen.
In de bijbel staat ‘van Adam tot Mozes regeerde de dood’, als je dat boek goed leest weet je dat God de dood is. Mensen willen zijn zoals Hij en eindigen dus dood op Gods akker, de begraafplaats. Maar ik heb dingen op andere planeten meegemaakt en die verwerkt in mijn muziek. Ik speel die muziek om de mensen een indruk te geven van echt geluk dat veel verder gaat dan sex, religie of emoties. Een ander soort van geluk dat meer dan hemels is.”

“We moeten deze planeet verlaten voordat iemand een kernoorlog ontketent. Het is daarbuiten groot genoeg voor iedere natie om een eigen wereld te hebben en dan kunnen de mensen hier alleen nog maar komen voor een vakantie. Reizen verruimt de blik. Mensen zouden in de ruimte moeten reizen en alles vergelijken met hier. Nu denken ze dat dit een goede wereld is, maar hoe weten ze dat zonder vergelijkingsmateriaal. Ik kan wél vergelijken maar niemand wil geloven dat ik vanuit de ruimte kom.” Een paar weken geleden gaf Sun Ra in New York een concert met honderd muzikanten. “Dat is nog niets. Ik wil nu met duizend, een miljoen muzikanten gaan werken om de wereld te laten luisteren.”

Haagsche Courant, augustus 1984

PS. Dit artikel was mijn eerst gepubliceerde interview over muziek. Ik was op stage bij de Haagsche Courant in de zomer van 1984. Komkommertijd. Niemand op de redactie had van Sun Ra gehoord. Toen ik vertelde dat deze muzikant er bizarre denkbeelden op na hield, mocht ik op pad en werd er een fotograaf gestuurd. De dag voor het interview had ik zijn toenmalig zakelijk leider, saxofonist en percussionist James Jacson aan de telefoon gehad. Of ik me maar om 9.30 uur wilde melden in het hotel, ergens in bij het Concertgebouw in Amsterdam. Met knikkende knieën stapte ik de lobby binnen, want wat wist ik nu eigenlijk van Sun Ra? Ik had hem twee keer zien optreden en ik bezat een klein stapeltje, gekoesterde platen. Sun Ra was destijds nog echt underground-jazz, althans in Nederland waar zijn platen nauwelijks te vinden waren. Informatie over de man en zijn werk was nog schaarsers. Internet bestond nog niet en het zou nog 13 jaar duren voordat John Szwed zijn biografie Space Is The Place zou publiceren. Ik herinner me dat de receptionist van het hotel me richting eetzaal stuurde, waar ik alleen de toen al legendarische altsaxofonist Marshall Allen aantrof bij een gebakken eitje. Hoe prozaïsch. Hij riep Jacson erbij en voordat ik het goed en wel wist stond ik oog in oog met Ra die zijn baardje rood liet verven door een aardige mevrouw. Ik realiseerde me pas later dat zij Arkestra-zangeres en -violiste June Tyson geweest moest zijn. Of ik wist waar hij in Amsterdam een bepaald soort henna kon kopen, vroeg Ra, die opeens een stuk aardser was dan de voorstelling die ik van hem had. In de anderhalf uur die volgde, heb ik geloof ik maar één vraag kunnen stellen, over zijn tijd bij Fletcher Henderson. Sun Ra gaf een privé-college, waar soms geen touw aan vast te knopen was. ’s Avonds gaf hij een wervelend concert op een zolder ergens achter het Rokin. Het was een wonderbaarlijke dag.

Sun Ra verliet onze wereld in 1993.