Squarepusher: “Purisme maakt blind.” (1997)

,,Ik identificeer me liever met de jazzwereld, dan met de dancecultuur’’, zegt Squarepusher. Deze als Tom Jenkinson (22) geboren Brit heeft er bezwaar tegen dat zijn muziek onder de noemer jungle of drum & bass gerangschikt wordt.

Hij haat het, maar met een beetje goede wil is Tom Jenkinson een voormalig wonderkind te noemen. Tegelijkertijd mag hij met zijn 22 jaar als een veteraan beschouwd worden. De Britse muzikant, die met een combinatie van moderne elektronica en traditionele instrumenten een even indrukwekkende als unieke mix van jazz, hip hop, jungle en avantgarde maakt, was 14 toen hij als bassist de meest complexe jazzrock speelde met bandjes van allerlei kunnen, van funkgroepen tot big band jazzorkesten. We praten over oude liefdes; de volgens hem oorspronkelijke jungle-drummer Art Blakey, de onnavolgbare lijntjes van Charlie Parker, de complexiteit van het Mahavishnu Orchestra, en de basgitaar.
,,Ik begon gitaar te spelen toen ik 11 was, maar ik wilde een basgitaar toen ik een paar jaar later op televisie een jazztrio aan het werk zag met een basgitarist die hele bijzondere dingen deed. Ik was meteen verkocht en wilde een fretloze basgitaar omdat die zowel heel glad als korrelig kunnen klinken’’.
Meer nog dan op zijn debuutalbum Feed Me Weird Things, lijkt Jenkinson op zijn nieuwe CD Hard Normal Daddy te goochelen met structuren die rechtstreeks verwijzen naar de gouden jaren van de jazzrock. De vergelijking met bassist Jaco Pastorius ligt gezien Squarepushers virtuoze basspel voor de hand, maar waar hij in sommige stukken speels refereert aan de avantgardistische dansmuziek van zijn vriend The Aphex Twin, doet zijn muziek elders sterk denken aan de intellectuele krachtpatserij van John McLaughlins Mahavishnu Orchestra. ,,Die vergelijking met Pastorius gaat mijn verstand te boven. Ik weet niet of ik zoveel respect verdien. Jazzrock? Jazzrock heeft een slecht imago tegenwoordig. Veel mensen vinden het absolute shit. Dat kan mij niet schelen, ik luister er graag naar.”

,,Men is vergeten dat de fusie van jazz en rock destijds zo revolutionair was, hoewel het resultaat van die fusie niet zelden twijfelachtig was. Maar je moet het in de tijd plaatsen en dan zie je dat fusion begin jaren zeventig heel belangrijk was. Jazzpuristen verfoeiden het, maar ik denk dat purisme blind maakt. Niet alleen in de jazzscene, maar ook in de wereld van techno en jungle. Ik vind het wel grappig dat vijftigers die ooit naar het Mahavishnu Orchestra luisterden mijn muziek kunnen waarderen. Het is goed dat mijn muziek niet alleen mijn generatiegenoten aanspreekt’’.

Voor de oorspong van de ritmes die we nu associëren met drum & bass moeten we teruggaan naar de grote bebop-drummers, Art Blakey of Max Roach. ,,Daar komt het inderdaad vandaan, denk ik. Ik heb een geweldige live-opname van Blakey uit 1961 met A Night In Tunesia. Pure junglebeats zijn dat! Blakey is een van mijn referenties als ik mijn ritmes programmeer. Maar ook drummers als Billy Cobham, Chester Thompson en Tony Williams. Ik heb veel respect voor jazzmuzikanten en ik identificeer me liever met die gasten dan met de dans/dj-cultuur.”
,,Het is een misverstand dat ik niet van jungle zou houden. De afgelopen zes jaar heb ik naar allerlei vormen van jungle geluisterd, maar het vroege werk vind ik nog steeds het opwindendst omdat het toen meer ging om het combineren van rare dingen, zoals griezelige stukjes uit horrorfilms. Ik heb het gevoel dat de gevestigde junglists zich te veel aan bepaalde, zelfopgelegde regels houden. Er zijn te veel vastomlijnde genres, zoals hardstep, darkcore en intelligent jungle. Ik word ziek van die mensen die zeggen dat ze nu een ’intelligent hardstep-album’ gaan opnemen. Ik begin nooit te werken met zo’n plan. Het enige dat ik weet, is dat er uiteindelijk geluid uit de speakers komt. En dat kan van alles zijn. De technologie biedt me de mogelijkheid tot het experimenteren met contrasterende geluiden die moeilijk te maken zijn met akoestische instrumenten.”

Het grote verschil tussen Squarepusher en het merendeel van de junglists is dat Jenkinson een volleerd muzikant is, terwijl een groot deel van de jungle-artiesten als dj is begonnen. ,,Geluid maken met instrumenten, dat is mijn achtergrond. In de danscultuur denkt men vaak dat de DJ het centrum van het universum is. Volgens mij is het de taak van een DJ om muziek te selecteren, terwijl veel DJ’s hun werk als uitgangspunt zien voor het maken van muziek. Technomuzikanten hebben weer een ander probleem, zij menen dat hun muziek uit een elektronisch kastje moet komen. Het is juist interessanter om zo’n kastje te combineren met instrumenten.”
,,Het is zo makkelijk om elektronische muziek te maken, zo makkelijk. Als we hier een sampler en een computer hadden (nog niet de standaarduitrusting van een hotelkamer – EQ), zou ik je in twintig minuten kunnen leren hoe je een drum & bass track moet maken die we morgen al, geperst op vinyl, in de winkel kunnen hebben. Op dat niveau is het geen uitdaging om muziek te maken. Er is veel te veel van die muziek, omdat het zo makkelijk te maken is. Anderzijds zouden een heleboel goede muzikanten nooit zover gekomen zijn als ze niet de beschikking hadden gehad over de technologie. Ik zou waarschijnlijk nog in bandjes spelen als ik die mogelijkheid niet had.”

Haagsche Courant, mei 1997