Sneaky Feelings & the Flying Nun story

Het ontstaan van stromingen in de popmuziek is niet zelden gerelateerd aan geografische omstandigheden. Wereldsteden als New York en Londen hebben van oudsher een bepalende functie gehad voor de ontwikkeling van popmuziek, mede door de centraliserende dwang van de muzieksindustrie, terwijl geheel stadseigen geluiden steden als Memphis, Detroit, New Orleans, Liverpool, Berlijn en Kingston op de kaart van de popgeschiedenis hebben gezet. Een paar jaar geleden doken en paar talentvolle groepen uit de Nieuwzeelandse universiteitsstad Dunedin plotseling op uit een muzikaal niemandsland.

Dankzij het pionierswerk van BBC-radioman John Peel sijpelde, zij het met flinke vertraging, de pure (gitaar)pop van bandjes als The Chills en Sneaky Feelings door naar muziekminnend Engeland. Dat het culturele isolement van Nieuw Zeeland de betrokkenen parten speelt, lijdt geen twijfel. Een band als The Clean had zichzelf bij gebrek van erkenning al opgegeven, toen in Europa een compilatiealbum van hun singles werd uitgebracht. Sneaky Feelings is een groep uit de Flying Nun-stal, een klein onafhankelijk platenlabel met een niet zo duidelijke visie of ideologie, maar wel met een herkenbaar geluid. De meeste Flying Nun-bands betuigen een voorkeur voor de gitaar. Een ander algemeen kenmerk is de vakkundigheid waarmee ontwapenende popsongs met kop en staart worden gecomponeerd. Het muzikaal achterland van de meeste FN-groepen is de jaren zestig.

We ontmoetten de Sneaky Feelings in het Rotterdamse Nighttown. De groep was met vertraging uit Glasgow gearriveerd, waar de vorige avond nog een concertverplichting was afgewerkt. De busreis naar Rotterdam, via Hoek van Holland, had de bandleden behoorlijk vermoeid. Wegens tijdgebrek moest de soundcheck regelrecht overgaan in het optreden, maar de aanblik van een lege zaal (nog geen 25 betalende bezoekers) maakte die start er niet vliegender op. Met in hun achterhoofd de gedachte dat ze over twee dagen weer naar huis mochten na een reis van drie maanden door Europa hield de stemming er evenwel in. Het concert was charmant en bij vlagen imponerend, vooral als er meerstemmig gezongen werd, zoals in Throwing Stones en enkele andere liedjes van de nieuwe LP Hard Love Stories. Na afloop van het concert lukte het de groep twee LP’s te slijten: één aan een AD-journalist en de ander aan ondergetekende. Dat de groep zelf de boer op gaat  is een veeg teken: met de eens zo goede promotie van het Flying Nun-label lijkt het afgelopen te zijn terwijl het met de aandacht voor het hippe label van de kant van de pers ook niet zo best meer gesteld is. Alsof de FN-muziek een vluchtige trend betrof.

Met de Sneaky Feelings – Matthew Bannister (zang, gitaar, toetsen), John Kelcher (zang, bas, gitaar), David Pine (zang, gitaar, bas) en gelegenheidsdrummer Ross – spraken we over het merkwaardige feit dat een klein universiteitsstadje in een geïsoleerde uithoek van de wereld zoveel opmerkelijke bandjes heeft opgeleverd. Dunedin is de woonplaats van The Chills, The Verlaines, The Bats, The Clean, Double Happys en Sneaky Feelings. In het indie-paradijs van Flying Nun, met zijn overvloed aan leuke bandjes, die het niet altijd even nauw nemen met muziek-technische vaardigheden en (dikwijls noodgedwongen) opnamekwaliteit, is Sneaky Feelings een buitenbeentje. “Die indie-scene zegt ons niets…” en “wij zijn fans van Springsteen” zijn de onverwachte uitspraken van vier nuchtere Nieuwzeelanders.

Nieuw-Zeeland, land van kiwi’s. Eilandengroep ten zuidoosten van Australië. In 1653 ontdekt door de Groninger Abel Tasman (die voortleeft in de groesnaam The Able Tasmans, ook een FN-act). Inwoners: 3 miljoen mensen en 72 miljoen schapen. Pophistorie: Split Enz. Dunedin: universiteitsstadje met circa 100.000 inwoners. Voornaamste indie-label: Flying Nun sinds 1981.

Thuisbasis voor de Sneaky Feelings is dus Dunedin, Nieuw-Zeeland. Maar waarom eigenlijk?
Matthew Bannister: “Daar wonen we. We hebben niet de drang om naar Engeland of het Europese vasteland te verhuizen, afgezien nog van de financiële consequenties. Ons grootste probleem is het touren. Om te beginnen moeten we zo’n 10.000 dollars vinden om alle reiskosten te kunnen dekken. Zo’n bedrag is moeilijk bij elkaar te vinden voor een band van ons niveau.”
Waarom dan niet naar Londen verhuisd, zoals zoveel Australische groepen dat doen?
“De Go-Betweens zijn alweer teruggekeerd naar huis, maar dit tussen haakjes. Nee, wij hoeven niet zo nodig. Nieuw-Zeeland is een een fijn land om te wonen en we hebben er onze familie en vrienden.”

Vertel ’s hoe het is begonnen.
Dave Pine: “Matthew en ik ontmoetten elkaar op de middelbare school. We speelden allebei gitaar en schreven liedjes. Al gauw ontstond het plan om een groep op te richten.”
Een lang verhaal over wisselende bassisten en drummers volgt.
“Dat speelde zich een jaar of acht geleden af in Dunedin. Er was een kleine scene van tussen de vijftig en honderd mensen en iedereen speelde in elkaars bandjes mee. In dat wereldje is het begonnen. Er was een pub in Dunedin waar we wel eens speelden. Later konden we ook optreden in Christchurch, een grote stad op honderd mijl van Dunedin. Uiteindelijk kwamen we ook op het noordelijke eiland terecht. In die periode gingen we de studio in om platen op te nemen waarmee we een publiek konden proberen op te bouwen, zodat we ook in andere steden konden spelen.”
En die eerste platen verschenen al op Flying Nun?
Pine: “Ja. The Clean maakte de eerste FN-single in 1982.”

Flying Nun werd in 1981 opgericht door Roger Shepard in Christchurch. Met een portable viersporenrecorder werd de smakelijke poptrash van The Clean opgenomen. De eerste twee 12-inches en een paar singles van The Clean waren goed voor een verkoop van zo’n 15.000 exemplaren in Nieuw-Zeeland. Niet lang daarna werd The Chills de best verkopende FN-act. Tot nu toe bracht FN een kleine honderd platen uit. Nadat in 1986 de Chills-compilatie Kaleidoscope World door het Britse Creation Records was uitgebracht en het Duitse Normal-label de FN-sampler Tuatara had samengesteld en uitgebracht, werd Flying Nun Europe in het leven geroepen zodat de catalogus ook in Engeland en Duitsland kon worden geperst en door Rough Trade gedistrtribueerd. De allereerste opnames van de Sneaky Feelings zijn te vinden op de inmiddels legendarische Dunedin Double EP (1982), waarop tevens singles van The Chills, The Verlaines en The Stones te vinden zijn.

Hoe ging het in die eerste jaren in Dunedin? Waren de Sneaky Feelings rivalen van The Chills en al die andere bandjes of juist vrienden?
Pine: Als je in een stad met 100.000 mensen woont, wil je liever niet de op één na beste band zijn. Iedereen wilde dat zijn bandje de beste was, maar we realiseerden ons ook dat samenwering iedereen ten goede zou kunnen komen. Uiteindelijk was het een uiterst cooperatief gebeuren en ik dat alle bands elkaar het beste gunden.”
En dat is nog steeds het geval?
Pine: “Jazeker wel, maar de contacten zijn schaarser geworden doordat bands zoals de onze zo vaak op tournee zijn, maar de binding is nog sterk. Er verandert ook veel. Van de huidige samenstelling van The Chills komt alleen Martin Phillips nog uit Dunedin en zo komt onze tijdelijke drumer Rosss uit Wellington. Veel bands zijn uit Dunedin weggetrokken. Alleen The Verlaines zijn gebleven, maar ze doen momenteel niet zo veel, omdat er een nieuwe bassist ingewerkt moet worden en Graeme (Downes, de belangrijkste songsschrijver van de band die tevens muziek doceert aan de plaatselijke universiteit – EQ) ook andere verplichtingen heeft. Verder heb je in Dunedin nog een groep genaamd Steven en eentje die Snapper heet, allebei afsplitsingen van The Clean.”

Martin Durrant, jullie eigenlijke drummer heeft een baan en kan niet mee op tour. Is de Sneaky Feelings geen fulltime professionele band?
Pine: “In Nieuw-Zeeland kan je niet van je muziek leven, tenminste niet als je in een band als de onze zit. Als er al Nieuwzeelanders zijn die van de muziek kunnen leven, zijn dat geen muzikanten die hun eigen materiaal spelen, je hebt nu eenmaal te maken met de numerieke beperking van je publiek. Meer dan twee keer optreden zit er niet in. Volgens mij is The Chills de enige professionele band in Nieuw-Zeeland op dit moment.”
Flying Nun lijkt een ultieme indie-label, maar wat zijn de nadelen van zo’n klein label?
Pine: “Flying Nun beschikt niet over een eigen studio. Chris Knox (de ene helft van het duo Tall Dwarfs – EQ), iemand die vanaf het begin betrokken was bij de Dunedin-scene, had een viersporenrecorder. Hij hielp veel groepen me het opnemen van hun materiaal, gaf veel muzikanten een duwtje in de rug. Flying Nun is een heel klein bedrijf. Het beginkapitaal was vijftig dollar! Geld is altijd schaars gebleven. Het duurt wel een half jaar voordat FN wat inkomsten van een release binnen heeft en daardoor loop je altijd achter de feiten aan. Vaak moeten we zelf aan geld zien te komen om de studio te kunnen betalen. Flying Nun draagt bij zoveel het kan, met alle risico’s van dien. Wij verdienen het geld voor onze inbreng door niet leuke, maar wel lucratieve concerten te geven op universiteiten en door zelf allerlei baantjes ernaast te nemen.”
Is FN het enige indie-label in Nieuw-Zeeland?
Pine: “Nee, er zijn er wel meer en sommige zijn tamelijk succesvol.”
David Pine vertelt dat een van die labels onlangs een nummer 1 hit had in NZ, iets dat FN nog niet is gelukt. The Chills bereikten met I Love My Leather Jacket de tweede plaats terwijl andere FN-bands regelmatig de top 20 halen.
Pine: “Sommige van die andere labeltjes zijn commerciëler dan FN en daardoor hebben ze meer succes in eigen land, maar een underground-status in Amerika of Europa zullen ze nooit krijgen. Het enige Nieuwzeelandse label dat een beetje met FN te vergelijken is heet Meltdown.”
Muzikanten als Martin Phillips en Graeme Downes hebben aardig wat in hun mars. Ook andere Nieuwzeelandse muzikanten en componisten getuigen van oorspronkelijkheid en al die bandjes zijn ongeveer tegelijkertijd begonnen. Hoe is deze uitbarsting van talent verklaarbaar?
Pine: “In NZ had je op een bepaald moment een groot aantal bands met getalenteerde muzikanten die heel hard werkten. Dat die scene tot ontwikkeling is kunnen komen komt vooral door de helpende hand die wel elkaar gegeven hebben.”

Dan de muziek van de Sneaky Feelings zelf: je kunt er van alles in horen, van The Beatles tot en met The Chills. Het is alsof een kwart eeuw popmuziek de revue passeert.
Pine: “Dat lijkt mij een vrij normaal gegeven als je veel naar popmziek geluisterd hebt – en dus ook naar de klassieke bands. In onze begintijd waren we erg beïnvloed door The Byrds, we waren op zoek naar dat jingle-jangle-geluid… clouds of sound. Maar door de jaren heen zijn we ritmischer geworden, wat meer funky…”
Zei je nou funky?
Pine: “Ja, funky in de zin zoals wij die zien: funky zoals Creedence Clearwater Revival dat was. The Beatles zijn overigens van enorm belang voor ons geweest. We houden ook van Bruce Springsteen. In de undergroundscene schijnt dat niet te mogen, maar dat deert ons niet. We schatten hem heel hoog in als songwriter. En dan is er nog Prince, maar wie vindt die niet goed? Onze wortels liggen beslist niet in de garagerock. Er zit een groot verschil tussen de smaak van ons publiek en onze eigen voorkeuren. Die zogeheten ‘indie’-scene zegt ons niet zoveel. Al die nazaten van Joy Division laten ons koud. Muzikaal gezien we tamelijk conservatief.”
Zullen jullie fans geschokt zijn door jullie voorkeur voor Springsteen?
“Springsteen is niet conservatief”, mompelt Bannister nors op de achtergrond.

Selectieve (non-singles) discografie Flying Nun:
Able Tasman – The Tired Sun (mini-lp)
The Bats – And here is ‘Music for the Fireside’, Made Up In Blue (12”)
The Chills – The Lost EP (mini-lp), Kaleidoscope World (Europese singles compilatie), The Great Escape (12”), House With 100 Rooms (12”), Brave Words
The Clean – Compilation
Double Happys – Cut It Out (EP)
Goblin Mix – Goblin Mix (mini-lp)
The Jean-Paul Sartre Experience – Love Songs
The Orange – Salad Lives (EP)
Sneaky Feelings – Husband House (12”), Better Than Before (12”), Waiting For Touchdown (singles compilatie), Sentimental Education, Hard Love Stories
Tall Dwarfs – Canned Music (mini-lp), Thats The Long & Short Of it, Slug Bucket (mini-lp), Hello Cruel World (compilatie)
The Verlaines – Hallelujah… All The Way Home, Juvenilia (compilatie), Bird Dog

Bronvermelding: mijn interviews met Martin Phillips en het compilatiealbum (plus tijdschrift) What A Nice Way To Turn Seventeen.

Dit fanzine-achtige artikel verscheen in april 1989 in Mondain Den Haag. Een andere en heel korte versie van het interview verscheen in de Haagsche Courant, circa eind 1988.