Sgt. Pepper: De orchestratie van een tijdperk (1987)

‘It was twenty years ago today, Sgt. Pepper taught the band to play’ is de beroemde eerste zin van een rockplaat die én een nieuwe standaard voor popmuziek zette én de tijdsgeest in weelderige en weldadige klanken vormgaf.

Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles was het muzikale hoogtepunt van de zomer van 1967,‘the summer of love. Maandag is het precies twintig jaar geleden dat Pepper verscheen en popmuziek is sindsdien nooit meer hetzelfde geweest. Van popidolen werden John, Paul, George en Ringo plotseling de profeten van een nieuwe generatie, de ‘bloemenkinderen’. Elpees gingen voor het eerst beter verkopen dan singles en het concept werd belangrijker dan het deuntje.
Niet alleen popmuziek maakte een gigantische verandering door. The Beatles waren slechts op de juiste tijd op de juiste plek met het juiste geluid. Europa volgde twintig jaar geleden de jeugdrevolutie in Amerika op de voet. Daar protesteerden studenten tegen de ‘Amerikaanse droom’ van Lyndon B. Johnson, tegen de oorlog in Vietnam en vooral tegen de waarden en normen van hun ouders. De rebellerende jongeren verwierven zich met moeite en ondanks de tegenwerkingen van de heersende orde betrekkelijke vrijheden als ‘sex, drugs en rock n roll’. De generatiekloof was groter dan ooit. De psychedelische revolutie in Amerika, aangezet door visionaire intellectuelen als Ken Kesey en zijn Merry Pranksters, Harvard-professoren als Timothy Leary en politieke activisten als Jerry Rubin, waaide in de zomer van 1967 over naar Europa waar Londen, Amsterdam en Parijs de brandhaarden werden voor radicale veranderingen.

Popmuziek, tot 1966 een voornamelijk Brits dictaat, kwam in de ban van de acid-rock klanken van de Amerikaanse westkust, waar Grateful Dead en Jefferson Airplane de trend zetten met hun vervormde muziekstructuren, Oosterse mystiek en vloeistofdia’s. Wilde paisley-hemden, Afghaanse kaftanjassen, snorren en baarden bepaalden het modebeeld van de jeugd. Vrijheid, blijheid. Muziek leek de universele taal van de ‘flower power’-generatie te worden en het waren de Fab Four die de tijdsgeest orkestreerden. Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band is de grootste technische prestatie van The Beatles, maar zeker niet hun grote meesterwerk. Nu, twintig jaar later, klinkt Pepper gewoons gedateerd. Revolver en The White Album zijn van een meer tijdloze kwaliteit gebleken. Maar wie‘Pepper zegt, denkt sixties en om die reden is de plaat niet weg te denken in dertig jaar rockgeschiedenis. Sgt. Pepper is een wonderlijke collage van muziek, achtergrondgeluiden, woorden, dromen, mystiek, orkestraties en cryptische boodschappen. Door producer George Martin vakkundig aaneengesmeed op slechts een simpele viersporenrecorder in een tijdsbestek van negen maanden. Met ruim zevenhonderd studio-uren in de befaamde EMI-studio aan de Londense Abbey Road, kostte Pepper de platenmaatschappij een half miljoen gulden. De elpee is geen opeenvolging van een aantal nummers, maar vormt een eenheid waarbij de stukken naadloos in elkaar overgaan. Van een onderlinge relatie tussen de nummers, een concept, is echter geen sprake. Het songmateriaal is er te divers voor, maar de verpakking en het nieuwe imago van The Beatles maakten er iets bijzonders van.

Vorm en presentatie werden voor het eerst belangrijk en nog nooit was er aan een platenhoes zoveel tijd en geld besteed. Op de studioset van Stones’ hoffotograaf Michael Cooper bouwde pop-art kunstenaar Peter Blake een grootse collage van foto’s en wassen beelden. Gekleed in kleurrijke satijnen Victoriaanse militaire uniformen stonden de Beatles surrealistisch omringd door tweeënzestig gezichten van filmsterren, filosofen, sporthelden en kunstenaars. Manager Brian Epstein vreesde copyrightproblemen en stelde voor de plaat in een bruine papieren zak uit te brengen (Jefferson Airplane zou dat later doen met Bark). De hoes bleek een trendsetter. De Rolling Stones namen het concept op hun eigen manier over voor Their Satanic Majesties Request en Zappa gaf een satirisch antwoord met zijn hoes voor We’re Only In It For The Money.

Het creatieve proces dat The Beatles doormaakten van Love Me Do tot Rubber Soul was in een stroomversnelling gekomen. De studiojaren waren aangebroken en de vier uit Liverpool experimenteerden naar hartelust. Op Revolver (1966) verdween langzaam maar zeker de klassieke samenstelling van gitaren, bas en drums.
Blazers, strijkers en Indiase instrumenten deden hun intrede. Lennon en McCartney ontdekten de wondere wereld van bandrecorders en van nu af aan werden tapes vertraagd, versneld en achterstevoren afgespeeld.

De opnamen voor Pepper begonnen in december 1966 en duurden voort tot april ‘67. Voor de uitvoering van de gecompliceerde arrangementen werden talloze studiomuzikanten ingezet en voor het slotstuk A Day In The Life moest een tweeënveertig mans symfonieorkest opdraven. De rol van producer George Martin mag voor de creatie van Pepper niet onderschat worden. In 1962 werd hij hoofd van het Parlophone-label, onderdeel van EMI, en beperkte hij zich tot wat hij in een schaars interview omschreef als: “Het zo getrouw mogelijk op de plaat te zetten van het livegeluid. Het woord producer bestond in die tijd nog niet”. Voor Pepper moest Martin de ideeën die de Beatles in hun hoofd hadden in geluid omzetten. Tijdens de sessies bracht de groep de single Penny Lane uit. De flipside, Strawberry Fields Forever, was Martins pièce de resistance waar hij op verzoek van Lennon de beste stukken van twee in tempo en toonsoort afwijkende versies moest samenvoegen. Door de ene versie een halve toon te laten dalen en de andere een halve toon te verhogen, kreeg Strawberry Fields Forever dat alles bepalende magische, dromerige sfeertje.

Onbescheiden als altijd, herinnerde McCartney zich vorig jaar: “Ik was op een gegeven moment de meest vooruitstrevende in de Beatles – zo rond de tijd van Sgt. Pepper, want die plaat is voornamelijk onder mijn invloed gemaakt. Het concept is van mij, dat idee om te doen alsof we een andere groep waren. Ik probeerde de anderen in de band tot steeds verdergaande experimenten aan te zetten en een echt doorbraakalbum te maken.”
Lennon over Pepper in het interviewboek Lennon Remembers: “Het was een piek. Paul en ik waren beslist samen aan het werk, vooral met A Day In The Life. Maar ik blijf zeggen dat ik altijd voorkeur heb gehad voor het dubbelalbum (The White Album – EQ). De hele opzet van Pepper kan me niet schelen, maar het was inderdaad een piek.”

Uiteraard was er een controverse rond de plaat. De BBC, en in navolging de NCRV, boycotte A Day In The Life in verband met het drugsgeoriënteerde zinnetje ‘I found my way upstairs and had a smoke/and somebody spoke and I went into a dream’. De spirituele intentie van ‘I get high with a little help from my friends’ werd natuurlijk ook verkeerd geïnterpreteerd en Lucy In The Sky With Diamonds bleek plots het anagram van LSD te zijn. Lucy was een schoolkameraadje van Lennons zoontje Julian en Lucy In The Sky With Diamonds was de titel van een tekening van Julian. De grande finale van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band was en is A Day In The Life. Eigenlijk twee nummers; Lennon had echter geen middenstuk en McCartney geen begin. George Martin had alle vierentwintig maten uitgeschreven, te beginnen met ‘pianissimo’ — met een lijn van vierentwintig maten naar de hoogst mogelijke noot — eindigend in ‘fortissimo’. De beroemde laatste toon van ‘Pepper’ duurt vijfenveertig seconden en de microfoon in de studio moest zo hoog gezet worden om de wegstervende pianotoon op te vangen dat het airconditioning systeem in de studio hoorbaar werd. Alsof dat nog niet genoeg was, werd nog een noot van 20.000 hertz toegevoegd, een toon die alleen voor honden hoorbaar is. Maar zoals de laatste regel op de hoes vermeldde: A splendid time is guaranteed for all.

Haagsche Courant, mei 1987