Pixies-zanger Black Francis wil met de dieren praten (1989)

"Vergeet een wetenschappelijke benadering van het broeikaseffect. Als rockzanger gaat het mij om het poëtische, om het onwerkelijke idee dat er een gat in de lucht zit en dat het steeds warmer zal worden en dat mensen zullen verbranden. Dat is een mooi verhaal."

Foto © Robert van Stuyvenberg

“Ik ben niet verrast door het succes, maar het is ook niet zo dat ik het verwachtte”, zegt Black Francis, zanger van de Amerikaanse groep The Pixies, als reactie op het grote succes dat zijn groep in Europa en vooral in ons land ten deel viel. “Ik kan het niet met andere ervaringen vergelijken. Het komt dus niet als een opluchting na zoveel jaren hard werken, want we zijn nog maar net begonnen.”
The Pixies debuteerden in 1987, speelden vorig jaar het Nederlandse clubcircuit tot twee maal toe volledig plat en stonden dit jaar op Pinkpop tussen gevestigde sterren als Elvis Costello en R.E.M. De nieuwe lp Doolittle rechtvaardigt de snel stijgende status van de groep uit Boston. “Misschien moest dit gewoon gebeuren voor een band van onze klasse”, gist Black Francis, wiens eigenlijke naam Charles Thompson is. “Er zijn een hoop goedkope Japanse gitaren, dus een heleboel groepen. De competitie is hard, maar als je echt goed bent kun je boven al die shit uitstijgen.” En The Pixies zíjn goed. Het kwartet uit Boston (naast zanger en gitarist Francis bestaande uit gitarist Joey Santiago, bassiste Kim Deal en drummer David Lovering) staat voor gestructureerde gitaarchaos met teksten vol fysieke beelden. Primaire rock’n roll met tomeloze energie. Doolittle, de opvolger van het grandioze Surfer Rosa, laat een jonge groep horen met een eigen stijl, een herkenbaar geluid.
Zelden werd een cult-band zo snel een begrip. Het is razendsnel gegaan, maar kwam een groot en gerenommeerd festival als Pinkpop niet wat vroeg voor de Pixies? “Ik kon niet nee zeggen tegen zo’n festival”, zegt Francis. “Het was nu onze kans om als underground-band op een rock-evenement van dit formaat te spelen. Volgend jaar zijn we misschien niet meer zo populair.”

In de broeierige, zwetende trashrock van de Pixies vervullen de teksten een bijzondere rol. Hoewel schrijver Black Francis volhoudt dat zijn teksten puur rock ‘n’ roll zijn en in dienst staan van de muziek, zijn de in surrealistische bewoordingen beschreven obsessies met thema’s als seks en de dood opvallend. “Hoewel sommige van mijn teksten niets voor mij betekenen, hebben ze op een dadaïstische manier wel een betekenis.” Het op klank en vorm rangschikken van woorden gaat Francis goed af, maar in combinatie met de sound van de Pixies is er eerder sprake van surrealisme. Vervreemding binnen een alledaags gegeven (niet verwonderlijk dat Francis Blue Velvet als favoriete film beschouwt): dat van de rock-traditie.
Naast de heftige gitaar-erupties, de zinderende ritmes en de opmerkelijk pakkende melodietjes, valt de fysieke beeldvorming in de teksten van Doolittle ("Ja, de titel verwijst naar de dokter die met de dieren kan praten. Wie zou dat niet willen?") het meest op. Wat te denken van songtitels als Wave Of Mutilation, Debaser en Gouge Away? Van obsessies wil Francis niet horen. “De teksten komen altijd pas op het laatste moment. Ik vul ze in als een puzzel en ik let dan meer op de poëtische structuur en mathematische vorm van woorden. Zaken als hoeveel regels een tekst moet krijgen, hoeveel lettergrepen ik nodig heb voor het rijmschema, waar de accenten moeten komen te liggen. Wave Of Mutilation gaat wel over gewelddadigheid, maar niet in de zin van lichamelijk geweld. Dat nummer gaat over de oceaan als mythologische plek, over zeemeerminnen, maar ook over de oceaan als toilet van de wereld. De titel verwijst naar de constante verminking die onder water plaats heeft. Natuurlijke vernietiging, zoals stenen die tot zand verworden”
In een ander nummer, Monkey Goes To Heaven, komt het gat in de ozonlaag aan de orde: ‘There’s a hole in the sky, and the ground’s not cold, and if the ground’s not cold, everything is gonna burn’.
“Als persoon ben ik wel bezorgd over dit soort dingen, maar als rockzanger wil ik die onderwerpen liever niet aansnijden. Vergeet de wetenschappelijke benadering van het broeikaseffect. Het gaat mij om het poëtische. Het onwerkelijke idee dat er een gat in de lucht zit, dat het steeds warmer zal worden en dat de mensen zullen verbranden. Dat is een interessant verhaal.”

Haagsche Courant, mei 1989.