Paul Weller: De tweede jeugd van de Cappuccino Kid (1987)

In 1982 ontbond Paul Weller The Jam, een van de invloedrijkste groepen uit de Britse popgeschiedenis. De talentvolle zanger, gitarist en componist wilde af van het predikaat ‘typisch Brits’. Met The Style Council maakt de Cappuccino Kid een zoetige mix van plastic soul en ersatz hip hop met af en toe op de Engelse situatie gerichte, geëngageerde teksten. Populair in het vaderland, maar onbegrepen in de rest van de wereld.

In 1982 ontbond Paul Weller The Jam, een van de invloedrijkste groepen uit de Britse popgeschiedenis. De talentvolle zanger, gitarist en componist wilde af van het predikaat ‘typisch Brits’. Met The Style Council maakt de Cappuccino Kid een zoetige mix van plastic soul en ersatz hip hop met af en toe op de Engelse situatie gerichte, geëngageerde teksten. Populair in het vaderland, maar onbegrepen in de rest van de wereld.

Wellers Style Council leek vanaf het begin een vervolg op The Jam te worden, de meest gestileerde van de punkbands, maar is een eigen leven gaan leiden. Hoewel de teksten op een goed niveau bleven, was en is de stijl die hij met Style Council voorstaat discutabel. Als punkband was The Jam een wolf in schaapskleren. De groep leek de braafste van de 1977-golf. Een fris uiterlijk: geen veiligheidsspelden door oren of hanekammen op het hoofd, maar netjes, kortgeknipte koppies en kleren zonder opzettelijk gemaakte scheuren.
Toch was Weller misschien wel een belangrijkere spreekbuis voor jong Engeland dan Johnny Rotten (de cynische grappenmaker) of Joe Strummer (de dogmatische sloganeer). Niet de nihilistische, zich buiten de maatschappij opstellende hardcore punks, maar de doorsnee schoolverlater uit de arbeidersklasse, de voetbalfans, en de kansarme straatschoffies wilde Weller bereiken. Naar Weller werd geluisterd, en hij kon uitgroeien tot de working class hero van zijn generatie. Echt politiek waren de hitsingles van The Jam in beginsel niet, maar zijn teksten over opgroeien in Engeland getuigden van oprechtheid en strijdvaardigheid. The Jam begon al in 1975, aan de vooravond van punk. Met die groep modelleerde Weller zich op de mod-beweging van het midden van de jaren zestig. Bloempotkapsels en pop-art T-shirts. Small Faces, Kinks en vooral The Who waren van grote invloed op Weller. Belangrijk voor de mods, en dus voor The Jam, was ook de Motown-soul. Na een punky begin met de lp In The City, brak The Jam met All Mod Cons in 1978 pas goed door. De muzikale lijn zette zich naar The Gift (‘82) door naar een meer op oude Amerikaanse soul gerichte sound, een voorloper van de latere soul-jazz.

Omdat Weller in de formule die The Jam heette geen nieuwe mogelijkheden meer zag, ontbond hij de groep om met Mick Talbot (ex-Dexy’s Midnight Runners) en drummer Steve White — wisselend aangevuld met gastmuzikanten en zangeressen — The Style Council op te zetten. Naast eigen muziek, ging Weller zich als producer bezig houden met door hem ontdekt ‘talent’ (Tracie & The Soul Squad, The Questions). Gestileerder dan The Jam verschoof Weller zijn muzikale en tekstuele uitgangspunten van Pete Townshend en George Orwell naar de zoetsappige, overgearrangeerde Philly-sound van Gamble & Huff. De visuele stijl die hij hierbij ontwikkelde is een antistijl: Italiaanse schoenen, Franse koffie en Nederlandse overhemden. Weller wil internationaal meedoen.
Tweede man Mick Talbot verklaarde twee jaar geleden de stijl van de Style Council: “Het woord stijl heeft niet alleen betrekking op mode. Gevoel voor stijl komt tot uitdrukking in iemands karakter en levenshouding. Dat neemt niet weg dat Paul en ik kieskeurig zijn als het om kleding gaat.” Weller zelf zei twee maanden terug nog over dit onderwerp: “Stijl moet iets zijn waar je van houdt, waar je gepassioneerd over bent. Er is niets verkeerd aan deze stijl. Ik denk dat hij bij onze cultuur hoort. Het kan mij niet schelen hoe pretentieus dat klinkt, maar stijl hoort bij onze manier van leven. Het is goed.”

Hoewel stijlvol, bezit de nieuwe muzikale koers van The Style Council nauwelijks zeggingskracht. De singles — Weller is en blijft een perfecte singlecomponist — zijn redelijk tot goed (Money Go Round, Long Hot Summer, My Ever Changing Moods) en de groep kan al snel op net zo’n fanatiek gevolg rekenen als The Jam. Tijdens het laatste concert van de groep in ons land, twee jaar geleden, nam een trouwe schare met Union Jacks zwaaiende Britse fans bezit van Carré. Maar de eerste volwaardige elpee Café Blue maakte met cocktailjazz en slappe funk een onstabiele indruk. Politiek betrokken raakte Weller weer ten tijde van de stakende mijnwerkers. Onder de naam The Council Collective (uitgebreide bezetting) werd de single ‘Soul deep’ opgenomen, waarvan de opbrengsten voor de mijnwerkers waren. Als echte propagandist nam Weller in 1984 samen met de socialistische troubadour Billy Bragg het initiatief tot het Red Wedge-project. Met andere ‘linkse’ muzikanten ging Weller en Bragg met Red Wedge-concerten — muziek gelardeerd met politieke toespraken van Labour-kopstukken — het land in om steun voor de Labour Party te verwerven en om de regering Thatcher ten val te laten brengen. De harde kern van deze Rode Wig bestond naast Bragg en Weller uit Jimmy Sommerville (The Communards) en Junior, maar ook Jerry Dammers (Special A.K.A), Madness en Heaven 17 werkten mee. De working class hero Weller getuigde.

De tweede elpee heette Our Favourite Shop en was wat consistenter. Weller in gesprek met The Face: “Onze favoriete winkel? Een warenhuis in Nederland. The name of it means honeycomb.”
Fraaie hemden of niet, the cappuccino kid — zoals Weller zich pleegt te noemen — weet donders goed dat alles niet zo mooi is als het lijkt. Jammer dat hij hier tegenwoordig nog maar mondjesmaat van laat blijken. De nieuwe Style Council-elpee The Cost of Loving bevat slechts één overduidelijk politiek statement. Daarnaast een aardige, maar wat overbodige cover van Anita Bakers Angel (gezongen door DC Lee) en het door Curtis Mayfield geproduceerde Fairy Tales, waarin Weller moeizaam zijn standpunt verduidelijkt: Could such a land exist, where those so many could be rendered those so weak? In Right To Go, het enige nummer van The Cost of Loving waarin Weller zich hoorbaar in het zweet werkt, een flitsend stukje hip hop met uitstekende rap van het Britse, zwarte trio The Dynamite Three, roept hij de Britse luisteraars op om toch vooral te gaan stemmen en dan niet voor een derde ambtstermijn van de ijzeren Maagd.
You ‘ve got a choice, for what it’s worth, you know a third term gonna cost the earth. Make your decision and your cross, X marks the spot that could change your lives. Every vote cast for a better time. Now once and for all the right must go. Now one for all – register to vote!
Er is voor Paul Weller een leven na The Jam, maar voor diegenen die uitkeken naar zijn vroegere, aanstekelijke puntige gitaarpop is The Style Council niet echt een nieuwe impuls.

Haagsche Courant, januari 1987

Het artikel was geschreven als opmaat voor een Style Council-concert in Ahoy’.