Paul Selwyn Norton sticht anatomische verwarring (1997)

“Een rebel ? Ik ?’’. Paul Selwyn Norton moet er hartelijk om lachen. “Je moet niet alles geloven wat je over mij hoort’’, zegt de choreograaf die de laatste paar jaar naam maakte met zeer dynamisch en ironisch werk. Norton zou het uiterste vergen van zijn dansers, hij zou algehele anatomische verwarring willen stichten. ,,Als de media een imago nodig heben, kiezen ze iemand uit. Nee, het stoort me niet. Misschien ben ik ook wel een rebel omdat ik een andere achtergrond heb’’, stelt Norton.

Drukke tijden voor Norton. Dansgroep Krisztina de Châtel brengt zijn ballet Kindred Doppelgangers en voor Korzo Produkties maakte hij voor zijn eigen dansers The Rogue Tool. Paul Selwyn Norton (Engeland, 1964) is eigenlijk dokter. “Dat is niet bepaald rebel-achtig’’, meent hij. Maar hij snapt wel waarom hij dat imago heeft gekregen, het heeft alles te maken met zijn specifieke manier van werken. “Sommige van mijn stukken zijn fel en direct, maar dat geldt niet voor alle voorstellingen. Ik heb een felle persoonlijkheid, maar dat hebben meer kunstenaars. Dat moet ook wel, want als choreograaf ben je een soort kapitein’’.

Captain Norton brak als choreograaf door met de grillige solo Johnny Panic tijdens het CaDance Festival in 1992. Vervolgens maakte hij sterke stukken voor onder meer het Springdance Festival, Het Nationele Ballet en de Batsheva Dance Company. Vorig jaar imponeerde hij opnieuw tijdens het CaDance Festival met The Rogue Tool.
Hij onderschrijft zijn voorkeur voor anatomische verwarring, maar benadrukt de duidelijke verschillen tussen The Rogue Tool en Kindred Doppelgangers. “Het eerste is vrij hard en kil. Het gaat over wetenschap en hoe je dat met je lichaam benadert. De choreografie die ik voor Krisztina de Châtel gemaakt heb, is heel anders. Kindred Doppelgangers is meer een poëtische cyclus. Rond in plaats van hoekig. De stukken laten twee verschillende kanten van mijn droomwereld zien’’.
Voor beide stukken werd de muziek gecomponeerd door de Engelse gitarist Fred Frith, die vooral in de wereld van de avantgarde en de geïmproviseerde muziek bekend is. ,,Ik ken zijn muziek via John Zorn, da’s pas een echte rebel. Zorn is een alchemist die met zijn band Naked City met verschillende musici werkt, onder wie Frith. Zorn was mijn eerste keus, maar hij was niet beschikbaar. Toen heb ik Frith gevraagd voor mijn werk met de Batsheva Dance Company. Dat beviel zo goed dat ik hem benaderd heb voor zowel The Rogue Tool als Kindred Doppelgangers. Frith is een geweldige componist met een eclectische stijl, zijn muziek kan alle kanten opgaan. Hij heeft vaker met dans gewerkt, zodat hij de wisselwerking goed kent’’.

Paul Selwyn Norton geeft toe dat hij makkelijker met zijn eigen groep werkt dan als gastchoreograaf voor andere gezelschappen. “Het is een andere vorm van verleiding. Je moet vaak in zes weken tijd een stuk maken met dansers die je niet echt goed kent. Je moet een droom zien te vinden die bij beide partijen past, om maar eens een politiek antwoord te geven. Krisztina de Châtel vroeg mij om haar dansers eens in een heel andere wereld te plaatsen. Ik moet me dan wel aanpassen, maar het is óók een uitdaging’’.
Het werk van Paul Selwyn Norton is niet alleen dynamisch en grillig, maar het kent meestal ook een flinke dosis humor. Hij weet echter niet of die humor altijd overkomt. “Mijn humor is sterk ironisch. Het is vrij Brits, wat dat betreft, en absurdistisch. Dat betekent dat je het niet letterlijk moet nemen. Ik gebruik humor vaak als stijlbreuk. Ik wil eigenlijk heel serieus zijn, maar er zit een beest in mij dat er af en toe uit moet. Mijn humor is overigens geen commentaar op dans of de danswereld, daar is het mij niet om te doen. Het is eerder ter relativering. Die humor is mijn anarchistische kant, het is een monster dat in mij huist’’.

Haagsche Courant, februari 1997