Nick Cave tussen ja en nee (1987)

Met zijn hoofd in zijn handen steunt hij apathisch op de tafel. Met moeite richt hij zich op om de zoveelste sigaret aan te steken . “Op die vraag heb ik geen antwoord”, zegt hij telkens weer. Zucht. Nick Cave, het enfant terrible van de popmuziek, heeft weinig te zeggen.

Foto © Michel Linssen

Met zijn hoofd in zijn handen steunt hij apathisch op de tafel. Met moeite richt hij zich op om de zoveelste sigaret aan te steken . “Op die vraag heb ik geen antwoord”, zegt hij telkens weer. Zucht. Nick Cave, het enfant terrible van de popmuziek, heeft weinig te zeggen.

Foto © Michel Linssen

Zo lijkt het althans, want leven en werken van deze Australische muzikant, schrijver en schilder geven genoeg stof voor enkele boekdelen. Maar Nick Cave wil en kan de publicitaire verplichtingen van zijn huidige populariteit niet aan. Met een vermoeide blik in zijn naar boven weggedraaide ogen vraagt hij na twintig tergende minuten of het zo genoeg is.
Het is nooit genoeg, want Caves werk roept te veel vragen op. Nicolas Edward Cave (1957) is in Nederland ter gelegenheid van de door Bram van Splunteren voor de VPRO gemaakte film Stranger in a Strange Land, en daarnaast om uit eigen werk voor te dragen tijdens het Tegentonen Festival in Paradiso.
Gezien Caves afstandelijke houding tegenover de media mag zijn medewerking aan de film als iets bijzonders gezien worden. In Stranger in a Strange Land is het fenomeen te zien in zijn huidige woonplaats Berlijn, op de Hamburgse Reeperbahn, tijdens repetities met zijn groep The Bad Seeds en als voordrachtskunstenaar. De media-paranoia is in de film minder tastbaar dan tijdens een poging tot gesprek. Aangezien zijn credo luidt ‘Wie niet voor mij is, is tegen mij’ laten we zijn muziek, een teer onderwerp, in eerste instantie buiten beschouwing. Een nieuwe plaat is toch niet op komst, maar eerdaags verschijnt wel Caves eerste roman And the Ass Saw the Angel (‘En de ezel zag de engel’).
Auteur William Faulkner, een invloed, is het eerste trefwoord, maar van een stortvloed van woorden is geen sprake. Met langdurige, beangstigende stiltes formuleert hij zijn zinnen: “Wat me in Faulkner aantrekt is zijn opbouw, zijn zeer gestileerde vorm en het feit dat hij een typische schrijver is uit de zuidelijke staten van Amerika. Er zijn tegenwoordig niet veel van dat soort schrijvers meer. Het naturalisme in de hedendaagse literatuur bevalt me niet, mijn werk is extreem gestileerd.”

Cave praat en dat is meegenomen. Hij staat erom bekend tijdens interviews tegenwoordig vaak uitsluitend ja en nee te zeggen. Wellicht kan hij iets vertellen over And the Ass Saw the Angel – de titel is een citaat uit Caves favoriete boek de Bijbel.
“Het is een boek in vier delen, een roman. Niet een verslag van mijn ‘wilde en opwindende’ leven on the road als rock-ster”, zegt Cave niet zonder ironie. “Het boek vertelt een verhaal gezien door de ogen van een doofstomme jongen, die in een vallei opgroeit waar een religieuze sekte bepaalde waarden en normen aan de mensen opdringt. Het speelt in een suikerrietgebied, waar dronken seizoenarbeiders de oogst binnenhalen… zoiets.”

Ruim drie jaar heeft Cave aan zijn eerste roman gewerkt. Een zwaar proces. “Ik ben heel serieus over mijn werk en het kost me veel moeite, omdat ik tamelijk mythologisch en zeer gestileerd schrijf. Het is niet zo dat ik het eruit kan gooien en dus kost het me veel tijd om een zin te construeren”, zegt hij na wat een eeuwigheid denken lijkt. “Ik vind het al moeilijk genoeg om me buiten de literatuur te uiten.”

Chagrijnig en enigszins wanhopig tuurt Cave op zijn horloge. Slechts één keer kijkt hij met een starre blik zijn gesprekspartner aan. Nee, hij geeft de muziek niet op om een carrière als romancier te beginnen. “Hoe minder tijd ik met muziek bezig ben, hoe fijner ik het vind om weer eens in de studio te zijn. Zeventig procent van het jaar schrijf ik en de rest van de tijd besteed ik aan The Bad Seeds.” Naast zijn roman heeft Cave ook enkele filmscripts geschreven. The Ghost and the Civil Death, een gevangenisfilm, is momenteel in productie in Australië. Wat trekt hem aan in film? Cave: “Weet ik niet, daar kan ik niet op antwoorden.” Is de essentie van zijn werk nog altijd de strijd tussen goed en kwaad? “Ja.” Is dat ook de strijd in zijn leven? “Ja.”

Haagsche Courant, mei 1987