My Father Will Guide Me Up A Rope To The Sky (Young God Records, 2010)

‘Here is my tongue/Now cut out my sin’ zingt Michael Gira in Reeling the Liars in. Is hij een leugenachtige hond en moeten we zijn zonde wegsnijden? In 1996 kondigde Gira het afscheid van zijn band Swans aan. In een interview met mij voor tijdschrift Opscene werd hij pissig toen ik, in een pesterige bui, want we hadden geen leuk gesprek, een reünieplaat en –tournee voor pakweg het jaar 2006 voorspelde. Gira betichtte me van cynisme en zei dat hij nooit zo cynisch zou zijn om op zijn besluit terug te komen. En nu is er opeens een nieuwe Swans. Plaat én tournee. Alsof hij zich ons gesprek nog kan herinneren stelt hij op zijn website: “This is not a reunion. It’s not some dumb-ass nostalgia act. It is not repeating the past.” Reunie? Och nee, van de oer-Swans is alleen gitarist Norman Westberg weer van de partij. Nostalgie? Het is maar wat je onder dat woord verstaat, maar ik verlang niet vol heimwee terug naar 1984 en Gira, als ik even voor hem mag spreken, al helemaal niet. En het verleden herhalen? Hm, ik weet het niet, want My Father Will Guide Me Up A Rope To The Sky klinkt mij meer als Swans ten tijde van Children Of God in de oren dan Gira’s recentere Angels Of Light-platen. Maar wat belangrijker is, is dat My Father… een geweldig album is. Gira mag zijn tong houden, want het vervult me met een pervers genoegen – of is het gewoon pure vreugde? – om hem Reeling the Liars in, gebaseerd op een archaïsch religieus volksdeuntje, of de zielsreinigende dodenmars Eden Prison te horen zingen. Meer dan ooit leunt Swans op gospel- en folktradities – in combinatie met de lessen die Gira en Westberg lang geleden getrokken hebben uit de drone-crescendo’s van Glenn Branca, zoals te horen in No Words, No Thoughts. Er gaat een wrede schoonheid uit van deze muziek en het liedje met de voor Gira’s wereldbeeld zo veelzeggende titel You Fucking Peope Make Me Sick spant de kroon. Het eenzame maar hypnotische getokkel op een mondharp gaat over in dat van een stuwend ritme van een mandoline als Devendra Banhart een griezelig duet aangaat met het 3-jarig zoontje van Gira. ‘I love you/Now give me what’s mine’ kirt Banhart en het kind herhaalt de woorden met onvaste stem. Eenmaal gewend aan de kadans van de akoestische muziek en de sfeer van de stemmen neemt het stuk een dramatische wending met dreigend gerammel op de laagste pianotoetsen en een hoorngeschal om de muren van Jericho mee te tarten. Swans is terug. Luister en huiver!