Michael Varekamp en Rembrandt Frerichs op zoek naar oprechte inspiratie (2011)

‘Sehnsucht’, een mooi, romantisch Duits woord voor verlangen. Vurig en smachtend. Sehnsucht is de titel van een duoplaat van Michael Varekamp en Rembrandt Frerichs. Uit hun samenwerking spreekt een verlangen naar inspiratie en vrijheid. De sfeer van de geïmproviseerde muziek is spiritueel. “We spelen op de afgrond en luisteren naar de kosmos”, stelt Varekamp.
Michael Varekamp (links) en Rembrandt Frerichs (foto © Robert van Stuyvenberg)Michael Varekamp (links) en Rembrandt Frerichs (foto © Robert van Stuyvenberg)

Jazz is de gemeenschappelijke achtergrond van trompettist en bugelspeler Michael Varekamp en pianist Rembrandt Frerichs, die afzonderlijk in tal van ensembles een grote verscheidenheid aan genres spelen, maar de muziek van het album Sehnsucht bevat zoveel meer dan jazz. De spiritueel geladen stukken verwijzen speels, maar nergens dwingend, naar afwisselend Arabische, Indiase en Spaanse traditionele muziek, maar even goed naar Europese klassieke muziek. Sehnsucht, opgenomen in een kerkje in Hippolytushoef, waar de akoestiek een belangrijke factor voor de visie van het Haagse duo vormde, is introspectief en melancholiek in het spel van Frerichs, maar niet zelden jubelend in dat van Varekamp. Humor, zoals in het korte Giebeljeuk, relativeert de welhaast gewijde sfeer. Naast de piano bespeelt Frerichs de shrutibox, een Indiaas instrument dat vergelijkbaar is met de tamboura, voor lang aangehouden grondtonen, of drones, wat het meditatieve karakter van een aantal stukken versterkt.

Sehnsucht is de titel van jullie duoplaat. Waar verlangen jullie naar?
Rembrandt Frerichs: “Naar intuïtieve communicatie.”
Michael Varekamp: “Naar eerlijkheid. Wat wij samen zoeken in onze muziek bereik je alleen maar als je heel eerlijk bent over wat je wel en niet speelt. De muziek is heel vrij, maar tot die echte vrijheid kom je alleen als je gedisciplineerd bent. Er staat op Sehnsucht geen noot teveel.”
Die eerlijkheid is gebaseerd op elkaar aanvoelen, vrijlaten en vertrouwen? Jullie spelen al jaren samen, elke zondag in de Regentenkamer.
Varekamp: “Ja, vertrouwen is heel belangrijk. Het kan nooit zo zijn dat als hij voelt dat we linksaf moeten dat ik dan de andere kant op wil. Je moet dan de nieuwsgierigheid hebben om te onderzoeken waar hij dan precies naartoe wil – en andersom.”
Sehnsucht heeft een mooie, eenduidige sfeer. Wat was thematisch het uitgangspunt voor de opnamen?
Frerichs: “Vanuit het niets iets maken.”
Varekamp: “We spelen van A naar B, maar zonder te weten waar we uit zullen komen. Dus niet vanuit een jazztraditie, dat je met een thema begint en dan wat improviseert om vervolgens het thema te herhalen.”
Zijn alle stukken, op Waterlanders na, dat een al bestaande compositie was van Varekamp en Ben van den Dungen, gebaseerd op improvisatie?
Varekamp: “Met wat schetsjes hier en daar. Het interessante van onze werkwijze is dat je samen moet bepalen wanneer iets klaar is. Je moet heel goed kunnen luisteren, niet alleen naar elkaar, maar vooral ook naar het geheel – naar de kosmos welhaast, om te horen of je echt niets meer hoort.”
Is er geknipt? Het lijkt wel of het stukje getiteld Giebeljeuk met een fade-in begint.
Varekamp: “Nee, er is helemaal niets geknipt. Misschien is er een heel klein beetje gemixt, maar verder is er niets aan gedaan. We hebben ons heel bewust gericht op de ruimte waarin we speelden, een kerkje in Hyppolytushoef.”
Frerichs: “We zijn uitgegaan van de natuurlijke galm in die kerk.”

Op de hoes staat vermeld dat we te maken hebben met ‘chamber jazz’, maar dan denk ik toch aan hele andere muziek, aan de Modern Jazz Quartet, het vroege werk van Chico Hamilton of bepaalde platen van Paul Desmond. Op Sehnsucht is veel meer dan jazz te horen.
Frerichs: “In het geval van Desmond of het MJQ, die swingswingelingmuziek maakten, werd die term gebruikt om aan te geven dat het serieuze luistermuziek betrof die in concertalen gespeeld werd – dus niet in clubs met een biertje erbij. Wat wij doen komt veel meer uit de traditie van de Europese kamermuziek. In mijn spel hoor je ook Debussy en Ravel.”
Ik vind ‘chamber jazz’ zo’n stigmatiserende term, zo van let op, dit is heel serieus. Misschien had je het beter kunnen weglaten op de hoes.
Varekamp: “Misschien, maar dan is de muziek weer veel moeilijker te plaatsen.”
Frerichs: “Als je het woord jazz weglaat, hoe moet je het dan noemen? Er wordt in ieder geval geïmproviseerd in onze muziek.”
Varekamp: “We zouden er in het algemeen vanaf moeten dat alles altijd maar benoemd moet worden.”
Sehnsucht is zoveel meer dan jazz. Er zijn veel oosterse invloeden, niet in de laatste plaats door Rembrandts gebruik van de Indiase shrutibox, zoals in Tussenruimte, dat ook iets Spaans heeft.
Frerichs: “De rode draad zijn wij natuurlijk zelf. Bij goede jazzmusici hoor je altijd wie ze zijn als persoonlijkheden en waar hun interesses liggen. In mijn dialoog met Michael hoor je dat soort dingen ook.”
Waarom zit je zo te grinniken, Michael?
Varekamp: “Ik moet denken aan die zondagochtendconcerten van ons in de Regentenkamer. Soms maken we opeens een standard, met alles wat daar traditiegetrouw bij komt kijken. Maar het is dan wel een splinternieuwe standard. Dat soort dingen gebeuren spontaan, misschien ingegeven door een stukje stride dat Rembrandt speelt. We hebben natuurlijk heel veel muzikale bagage.”
Op Sehnsucht staat maar één echt, puur jazzstuk, Trust Song, dat mij deed denken aan een duoplaat van Paul Bley en Chet Baker.
Varekamp: “In harmonische zin is Trust Song een jazzstuk.”

Frerichs: “Ons doel is, zowel op de plaat als live, dat we de luisteraar meevoeren op onze trip. Als we optreden weten we niet precies wat we gaan doen, maar we merken dat het publiek zich met ons kan identificeren. Dat maakt het volgens mij toch echt tot jazz. Onze muziek is procesgericht.”
In dat improvisatieproces verwijzen jullie wel naar allerlei soorten muziek waaraan de luisteraar zich kan spiegelen. In de epiloog van Sehnsucht hoor ik in een bepaald stukje piano een beetje gospel terwijl de trompet naar de blues verwijst.
Varekamp: “Dat nummer is een soort cirkelbluesje.”
Wat is dat?
Varekamp: “Dat je het eindeloos kunt herhalen en je op elk gewenst moment kunt stoppen. Zoiets.”
Frerichs: “De bottom line is dat je in onze muziek heel duidelijk twee persoonlijkheden hoort. Wat jij aangeeft als voorbeelden zijn de gevolgen daarvan. Je kunt horen dat Michael wel eens blues heeft gespeeld en dat de pianist ook wel van gospel houdt.”
Wat een mooie spanning geeft, is dat jullie contrasterende persoonlijkheden zijn. Rembrandt speel vaak heel zacht en impressionistisch terwijl Michael in zijn benadering van hoge noten een gok durft te nemen, de noot niet helemaal haalt maar er wel lekker tegenaan schurkt.
Varekamp: “Ik ben niet zo bang uitgevallen, nee.”
Niet dat Rembrandt mij nu zo bangig lijkt hoor.
Varekamp: “Nee, hij is geen bescheiden pianistje (lacht).”
Jij bent geen pianist als Peter Beets, die alles helemaal volspeelt.
Frerichs: “Als de muziek er om vraagt…”
Varekamp: “Maar niet dat je iets volspeelt met voortdurend hetzelfde.”
Frerichs: “Als je andere platen van mij hoort, dan kan ik heel onbescheiden zijn hoor… Maar dat was niet het muzikale gesprek dat ik met Michael had toen we Sehnsucht maakten.”
Varekamp: “In Trust Song pak je toch ook behoorlijk uit.”

Sehnsucht heeft een onderliggende sfeer van spiritualiteit, met Redemption als sleutelstuk, in mijn optiek. Net als in Tussenruimte gebruikt Rembrandt in Redemption de shrutibox. Waarom?
Frerichs: “Omdat je er, in tegenstelling tot de piano, heel lange tonen mee kunt maken. Dat kan met een synth of orgel ook hoor, maar de shrutibox is soort miniorgeltje waarmee je een heel mooie klank kunt maken die heel lang kan doorgaan.”
Een grondtoon.
Frerichs: “Ja, waarmee je het meditatieve element meteen kunt neerleggen. Het werkt met een shrutibox veel prettiger dan dat je dat effect zou moeten nadoen op een piano. De shrutibox maakt deel uit van ons avontuur.”
Varekamp: “Als trompettist moet je daar weer iets op verzinnen. Dat maakt het spannend, want het is geen alledaagse klank.”
Vergt het een andere manier van spelen?
Varekamp: “In ieder geval een andere manier van denken.”
Over een andere manier van denken gesproken: Rembrandt gebruik een bonuskaart in het gelijknamige stuk om de pianosnaren te bespelen.
Frerischs: “Ik zocht naar een gitaargeluid en als je dat met je vingers doet dan klinkt het niet mooi, veel te schel namelijk, maar met de Albert Heijn-bonuskaart als plectrum krijg je een mooi zacht geluid.”
Varekamp: “Ik wilde het stuk nog Bonus Track noemen, maar dat was wat al te flauw.”

De spiritualiteit, die de muziek op Sehnsucht zo kenmerkt, wordt nog eens onderstreept met een essay-achtig stuk van Rico Sneller, getiteld The Concept of God, in het CD-boekje. Het is een behoorlijke lap tekst, die nogal zwaar weegt. Waarom?
Varekamp: “Het is een tekst van een bevriende filosoof. Ik dacht dat het aardig zou zijn om de muziek iets extra’s mee te geven… Het gaat over de binnenkant van de muziek…”
Inspiratie is God?
Varekamp: “Het lig eraan hoe je God wilt definiëren, maar volgens mij gaat het op voor alle oprechte inspiratie. Het is maar hoe je die inspiratie wilt noemen. Ik ben overigens zelf niet zo van de God van de kerk. Maar ik vond dat het tijd was om het concept van God te betrekken op inspiratie. We hoeven niet te doen of inspiratie iets stiekems is. Zo wordt tegenwoordig kunst wel een beetje weggezet, alsof het alleen maar amusement is – of klaploperij. Alsof er geen spiritueel aspect aan kunst zit. Dat vind ik zorgwekkend. Terwijl in de eeuwigheid alleen schrijvers en kunstenaars herinnerd blijven. Er is zo’n bekend citaat, ik weet niet meer van wie of hoe het ging, maar zoiets van dat men over een paar honderd jaar nog wel weet wie Charlie Parker was, maar dat niemand zal zeggen dat Nout Wellink zo’n te gekke bankier was.”
Maar wat is de essentie van de tekst van Rico Sneller en hoe verhoudt die zich tot de muziek?
Varekamp: “De zoektocht naar oprechte inspiratie. Dat is de kern waarover Sneller schrijft – en waarom wij muziek maken. Snellers tekst en onze muziek zijn een pleidooi voor die zoektocht.”
Dat is dan duidelijk, maar zo niet de foto op de voorkant van het CD-boekje. Rembrandt ziet eruit als een orthodoxe jood die in gebed verzonken is, terwijl Michael overkomt als een Afrikaanse Arabier.
Varekamp: “Ik denk niet dat we met deze foto veel werk in Israël zullen krijgen (lacht). De foto past in het contrast dat wij delen.”
Maar Michael is geen Arabier of islamiet en Rembrandt is niet joods, voor zover ik weet.
Frerichs: “Dat laten we dan maar in het midden.”
Varekamp: “Ik had voor mezelf eerder een Afrikaanse prins in gedachten. Ja, dat is puur fantasie. De verbinding met de islam zie ik niet in de foto, maar in die zin ben ik ook niet religieus.”
Ik dacht dat jullie een statement wilden maken.
Frerichs: “Ik zit niet op de foto aangekleed als rabbijn om er iets mee te willen zeggen. Het gaat om het plaatje zelf.”
Varekamp: “Maar het is ook niet per ongeluk…”
Maar je zet die foto toch niet voor niets op een album dat Sehnsucht heet?
Varekamp: “Die foto en de andere foto’s in het boekje geven de keuzes aan die je kunt maken, de verschillende manieren waarop je naar dingen kunt kijken en het idee dat het allemaal naast elkaar bestaat. De foto’s zijn heel mooie beelden, maar wat het precies betekent weet ik ook niet. Het gevoel begrijp ik, maar wat het letterlijk symboliseert niet.”
Suggereert het de relatie met de muziek en de zoektocht?
Varekamp: “Dat sowieso… Op die foto kijk ik alsof het allemaal niet zo weet, maar ik sta er wel voor (lacht)… Ik zeg het weleens tegen studenten, jullie moeten zoeken, want dan wordt het pas leuk!”

Het interview vormde de basis voor een artikel in AD Haagsche Courant, februari 2011.

De CD Sehnsucht is uitgebracht door Plastic People en is ook te downloaden via iTunes.

www.varekampjazz.com
www.rembrandtfrerichs.nl