Massive Attack in limbo (1998)

Mezzanine gaat over vervreemding, maar onze muziek is niet psychoanalytisch”, zegt Daddy G. Het derde album van Massive Attack is duister gestemd. “Het is behoorlijk claustrofobisch. Dat heeft deels te maken met de manier waarop de plaat tot stand gekomen is en dat we niet goed met elkaar konden opschieten.”

Hoewel Mezzanine pas de derde CD van Massve Attack is, wordt de groep uit Bristol alom beschouwd als een van de belangrijkste van de jaren negentig. Met het debuutalbum Blue Lines (1991) en de hitsingle Unfinished Sympathy maakte het trio bestaande uit 3D, Mushroom en Daddy G een blauwdruk voor een geluid dat iedereen van Madonna tot The Verve beïnvloed heeft. Massive Attacks onwaarschijnlijke mix van hip hop, dub, house en 70ies new wave werd de bakermat voor de Bristol-sound die artiesten als Tricky, Portishead en Roni Size opleverde.

De basis voor de Bristol-sound werd vijftien jaar geleden gelegd toen de DJ’s 3D, Mushroom en Daddy G samen met producer Nellee Hooper een sound system naar Jamaicaans vorbeeld op poten zetten; The Wild Bunch. Dit collectief trok uiteenlopende talenten aan, zoals Shara Nelson, Tricky en Horace Andy die allen hun sporen zouden achterlaten in Massive Attack. De onorthodoxe werkwijze van het oorspronkelijke trio zorgde voor verrassende collaboraties (Tracey Thorn, Nicolette, Craig Armstrong) die het Massive Attack-geluid fris, spannend en ongrijpbaar maakten op Blue Lines en diens opvolger Protection (1994). Op het langverwachte Mezzanine creëert de groep een uit vele lagen bestaande, diep ademende sound waarin schurende gitaarriffs verwijzen naar de ounk-roots van het trio.

Er is een vreemde vibe voelbaar tijdens de vroege uren van de interviewdag van Massive Attack in Amsterdam. Mushroom, Daddy G en 3D zitten afzonderlijk van elkaar in kamers op de pers te wachten. Een groepsgesprek is uitgesloten. Het botert niet tussen de drie, zo blijkt. Niet te min is Mezzanine een van de boeiendste platen van 1998. In een wolk van zoete rook geeft de als Grant Marshall geboren Daddy G tekst en uitleg.

Gezien de reputatie en invloed van Massive Attack worden jullie tegenwoordig al als veteranen beschouwd. Hoe is het om gezien te worden als wat jullie Engelsen zo mooi ‘elder statesmen’ noemen?
Daddy G grinnikt en rolt met zijn ogen: “Elder? Zeg maar elderly (bejaard – EQ). Och, wat voel ik me oud. Maar nee, ik denk niet dat we elder statemen zijn. We zijn Massive Attack niet begonnen met het idee om iets groots te maken en ons te onderscheiden van de rest. Een paar leuke platen maken, dat was het enige dat we wilden. Het is goed dat het publiek de verbeeldingskracht bezat om ons te volgen, want Blue Lines was destijds een plaat die lijnrecht tegenover het gangbare stond van wat er in de muziek gebeurde. We werden geacht een dance-act te zijn omdat we een stelletje DJ’s waren. Daarom kregen we een contract, want de platenfirma dacht dat we de dansmuziek vandie periode vertegenwoordigden. Wat we echter deden was totaal iets anders. De tempi waren fucked-up en de teksten onbegrijpelijk. Het was gebaseerd op onze krankzinnige DJ-avonturen en de muziek waarmee we in Engeland waren opgegroeid. Waar de meeste DJ’s een bepaalde stijl ontwikkelen en niet meer omkijken, zijn wij juist teruggegaan naar de muziek die ons gevormd heeft om die die op te nemen in onze sound.”

Men noemt Massive Attack wel de invloedrijkste groep van de jaren negentig. Is dat een zware last op jullie schouders?
“You bet! We zijn begonnen als een multiraciale band die zich baseerde op de som der delen, op alle dingen die wij als individualisten interessant vonden. Dat er een publiek voor onze muziek was heeft ons zeer verrast.”
Jullie invloed is alomtegenwoordig. Sinds Blue Lines heeft popmuziek een breakbeat gekregen.
“Ik ben heel blij met je constatering, maar God, ik weet het niet hoor… Onze muziek was vanaf het begin heel avontuurlijk, maar als je stelt dat Massive Attack verantwoordelijk is voor het geluid van de jaren negentig dat vind ik dat moeilijk te geloven. Als we al geïmiteerd worden, heeft men een kopie gemaakt van een blauwdruk die we zeven jaar geleden ontworpen hebben. Die fase hebben we al lang achter ons gelaten. Men vraagt ons nu hoe we de ontwikkelingen in de popmuziek een stap voor blijven, omdat we een sound gecreëerd zouden hebben die zo vaak is geïmiteerd. Wij willen niets en niemand een stap voor zijn. We willen echter wel verder met de stijl waar we ons lekker bij voelen en daarom experimenteren we nu met gitaren. Daar moet je echter geen groot plan achter zoeken. De gitaar is een instrument dat we op de vrige twee CD’s niet of nauwelijks gebruikt hebben en dat we op het podium juist weer meer en meer zijn gaan hanteren.”

Maar jullie oorsponkelijke mix van breakbeats, dance en dub in een popcontext is toch min of meer de standaard van de jaren negentig geworden?
“Ja, maar daar zijn we ons niet bewust van. Toen we begonnen, waren we heel naïef. We wilden een bandje vormen, de studio ingaan en platen maken. Z simpel was het natuurlijk niet, want we werden geconfronteerd met al die studiotechnologie waar we niets van af wisten. We konden nog geen noot spelen, maar we hadden verbeeldingskracht en een studiotechnicus die onze ideeën wist te vertalen. We zijn eigenlijk helemaal geen muzikanten, maar muziek is een obsessie voor ons. Misschien zijn we wel te geobsedeerd met muziek, want voor Mezzanine wilden we alle drie ons eigen ding doen.”
Toch vind ik Mezzanine meer als een geheel klinken dan Protection.
“Het is grappig dat je dat zegt, want we hebben voornamelijk onafhankelijk van elkaar aan de plaat gewerkt. Onze onderlinge relaties staan nogal onder druk omdat we al zo lang samen werken. Mushroom, 3D en ik hebben van onze afzonderlijke ideeën een geheel proberen te maken en ik verbaas me er over hoe organisch het geheel toch klinkt. Blue Lines was een op samples gebaseerd album. Voor Protection hebben we de mogelijkheden van de studio verkend door op alle knoppen te drukken – in search of a sweet sound. Maar Protection vond ik niet organisch genoeg klinken. Door vaker live te spelen hebben we voor Mezzanine een hechtere sound gevonden. Dat er frictie in het geluid zit heeft te maken met de onderlinge spanningen. Vroeger vertelden we in interviews altijd hoe close we met elkaar waren en dat we van dezelfde dingen en van elkaar hielden, maar dat is niet zo.”

Mezzanine is een duister gestemde plaat.
“Ja, dat heeft te maken met de manier waarop de plaat tot stand gekomen is, dat we niet zo goed met elkaar konden opschieten. Het geheel klinkt tamelijk claustrofobisch.”
Er zit een meer dan onderhuidse dreiging in songs als Risingson, Group Four en het titelnummer. Wat voor onderwerpen waren thematisch gezien van inspiratie?
“ Goeie vraag…”
Hoewel de teksten obscuur zijn en moeilijk verstaanbaar, spreekt er een gevoel van vervreemding uit.
“Ja, hoe mensen zich vervreemd voelen van de maatschappij waarin we leven. Maar onze muziek is niet psychoanalytisch;  ze heeft meer met observatie te maken. Men denkt er altijd een diepere betekenis in te moeten vinden, terwijl we meer onbewust met beelden en observaties stoeien als ware het een puzzel. Aan de ene kant is het een boel onzin, maar aan de andere kant is het dat ook weer niet. Group Four gaat over iemand die ’s nachts leeft en geen andere realiteit kent dan die van de reclamewereld, hij doet wat hij leest in advertenties, hij is een robot geworden. Als je me nu vraagt war Liz Fraser over zingt in Teardrop, dan heb ik daar geen enkel idee over. Echt niet. Maar er is geen bepaald thema dat als een rode draad door het album loopt. Met zo’n opzet werken we niet. Wat we wel doen, is terugkijken naar de dingen die ons ooit beïnvloed hebben. Niet alleen muziek, maar ook ervaringen. Toch gaat het allemaal niet zo diep als je denkt hoor. Wat betreft muzikale invloeden zijn we deels gevormd door bands uit het punktijdperk als The Clash, The Slits en The Popgroup.”

Is jullie versie van John Holts reggae-classic Man Next Door gebaseerd op de uitvoering van The Slits met producer Dennis Bovell?
“Op die van Holt én The Slits. Punk en reggae zijn een belangrijk deel van onze achtergrond.  Net als hip hop, 2-Tone, new wave en noem maar op. Voor ons heeft het allemaal met elkaar te naken.”
Vandaar die sample uit The Cure’s 10.15 Saturday Night in Man Next Door. Klopt het dat ik elders iets uit My Life In The Bush Of Ghosts van Eno & Byrne hoor?
“(fluistert) Jaja, maar verklap nou niet al die samples. Shit man!’
Okay, iets anders: waar staat Mezzanine voor? Het lijkt wel de naam voor een of andere nieuwe drug.
“Dat vragen meer mensen. Ik denk dat we er iets mee moeten doen. Patent aanvragen. Mezzanine-pillen, organische coke… Maar nee, mezzanine betekent voorportaal of tussenverdieping. Dat is zeker een woord dat in Nederland niet gangbaar is. In Italië wordt het wel gebruikt. Voor ons betekent het een staat van verwarring. Dat je ’s ochtends wakker wordt naast een meisje en je je niet meer kunt herinneren wat er ’s nachts is gebeurd. Dat je tussen twee werelden zit, inna limbo state of mind.”

Of die staat van verwarring iets met het rookgedrag van Daddy G te maken heeft, laten we in het midden als de boomlange rapper zijn tweede spliff van die ochtend opsteekt en vervolgens doorgeeft. Voordat we allebei in limbo geraken praten we over de unieke werkwijze van Massive Attack en de rol die hun gastvocalisten spelen. Naast vaste kracht Horace Andy (de legendarische Jamaicaanse zanger met het smartelijke vibrato), heeft het trio met een keur aan opmerkelijke zangeressen gewerkt. Shara Nelson leende haar soulvolle stem aan Blue Lines, terwijl Tracy Thorn (Everything But The Girl) en Nicolette sfeerbepalend waren voor Protection. Mezzanine introduceert Sara Jay en Deborah Miller, die ook tot de podiumversie van Massive Attack behoren. Een bijzondere gastrol is weggelegd voor voormalig Cocteau Twins-zangeres Liz Fraser.

Shara, Nicolette, Tracey en ook Liz schreven hun eigen teksten. Ik begrijp dat jullie altijd uitgaan van een echte samenwerking met jullie vocalisten?
“Voor Liz hadden we enkele teksten gereed, maar daar wilde ze niets van weten. Ze wilde haar eigen tekst maken bij de muziek van Teardrop. Eigenlijk was er geen sprake van een samenwerking met Liz, want zij werkt het liefst alleen in de studio. Wij waren er niet bij toen ze haar partij inzong.”
Hoe kwamen jullie bij Liz terecht? Ze is ook te horen is op The Space Between, het album van jullie voormalige arrangeur Craig Armstrong.
“Dat is puur toeval. We houden al jaren van haar stem. Massive Attack maakt er een punt van om te werken met karakteristieke vocalisten die iets specifieks kunnen toevoegen aan ons geluid. The Cocteau Twins was een coole band en de stem van Liz is cool. Net sla die van Tracey, die zo onmiskenbaar Engels klinkt. Een andere favoriete stem is die van Horace Andy. Massive Attack is een bevoorrechte band, we hebben zelfs met Madonna kunnen werken. We gaan altijd uit van een samenwerking, het is nooit eenrichtingsverkeer. Het zijn vaak mensen die gewend zijn om in groepsverband te werken en aangezien wij geen echte muzikanten zijn met een bandverleden, hebben we hun ervaring nodig. Maar het mes snijdt aan twee kanten., want zij worden op hun beurt geconfronteerd met onze, ongebruikelijke manier van platen maken. Tracey was werkelijk geshockt door onze werkwijze. In Everything But The Girl, met Ben Watt, neemt zij voor haar teksten het liedje als vertrekpunt, met de gitaar als basis, terwijl wij met de basistrack, het ritme, beginnen en daar beelden bij zoeken voor de tekst.”

De stem van Horace Andy is een constante factor bij Massive Attack. Hoe belangrijk is hij voor jullie sound?
“Hij is heel belangrijk – ook voor onze liveshow. Horace is een levende legende, hij is onze directe verbinding met de geschiedenis van de reggae. Voor hem is de samenwerking heel stimulerend, want hij was een beetje vastgeroest in de wijze waarop Jamaicaanse producers dorgaans plegen te werken.”
Ik mis de stem van Tricky Kid op Mezzanine. Hoe is jullie relatie nu met hem?
“The kid still comes to town. We zien hem echter niet zo vaak meer sinds hij naar New York is verhuisd. Tricky is een individualist, iemand met wie het heel moeilijk samenwerken is. Toen hij aan onze vorige platen meewerkte, namen we hem niet zo serieus. Zijn ideeën pasten niet echt in onze opzet. Hij wilde zowel een individuele artiest zijn als ook binnen Massive Attack kunnen opereren. Dat ging niet samen. Als we destijds ons Melankolic-label al hadden gehad, hadden we we hem beslist gevraagd om een plaat onder eigen naam te maken. Maar Tricky vertrok, zowel in muzikaal als in spiritueel opzicht. We hebben een haat-liefde verhouding.”

Dutch #16, 1998