Marc Mulders: Dood en verrijzenis, altijd maar weer (2004)

Er zijn weinig hedendaagse Nederlandse kunstenaars die zoveel weerstand oproepen als Marc Mulders. Vooral critici hebben moeite om leven en werk van de Tilburgse schilder te scheiden. Geloof, hoop, compassie, ontroering zijn sleutelwoorden voor zijn schilderijen, wandkleden, fotocollages en glas-in-lood-ramen.

Mulders, die in 1985 de Prix de Rome won, is vooral bekend door zijn schilderijen van Christus aan het kruis, en van zijn zoektocht naar het goddelijke in de natuur, zoals bijvoorbeeld zijn rozen-series. De katholieke Mulders, die mede-oprichter is van de Tilburgse School, heeft uitgesproken meningen over moraal en ethiek. Maar bovenal is hij een geweldige schilder, een gepassioneerd ambachtsman.

Marc Mulders exposeert in Galerie Van Kranendonk met werk uit de nieuwe serie Bloemen-schedels. Grote doeken met de van Mulders bekende dikke lagen verf. De kleuren spatten ervan af. De afbeeldingen, van schedels omringd door bloemen, zijn op het randje van abstract. ,,Het gaat er om of een doek de juiste ‘voodoo-kwaliteit’ heeft, met andere woorden of de schedel voldoende opgeborgen is in de bloemen en of de bloemen niet te veel de schedel overwoekeren”, verklaart de kunstenaar, die tevens exposeert met fotocollages en twee schilderijen uit de serie getiteld Lusthof’.
,,Bloemen-schedels zegt iets over waar ik in mijn werk weer naar verlangde, namelijk meerdere niveaus in één schilderij. Het is bijna zoals de Guirlandes in de zeventiende eeuw, waarbij bloemen een krans of een ander object vormden. De vanitas-gedachte zit altijd in mijn werk. Het is altijd, om het maar pathetisch te zeggen, dood en verrijzenis. Ik geloof in de cycli van dood en verrijzenis, en de cycli van de seizoenen. Ik vind dat de seizoenen je leven begeleiden. Daarom is het ook heel mooi om in de lente weer pioenrozen te schilderen, ook al heb je dat het jaar ervoor ook al gedaan. Je moet dus niet met het dogma van het modernise aankomen, met dat wijzend vingertje van je hebt het al eerder gedaan en je moet origineel zijn. Als de lente komt val je weer voor de rozen. Het is een nieuw begin, je bent een ander mens dan het jaar ervoor.”

,,Het schilderen is voor mij één groot ceremonieel. Sinds kort ga ik weer naar de kerk en ik denk dat de mis een blauwdruk van het leven is. Met name de katholieke viering, met al haar symboliek. Het gaat mij niet om het Vaticaan, of om het instituut. Maar om een meditatief diepgaand uur te beleven in de kerk. Zo ook is het schilderproces. Het is de bloem lang aanstaren, hem mooi proberen na te schilderen. Het heeft wel wat van een ritueel van doen.”
Maar bij het schilderen geleid worden door een hogere macht, dat is een idee waar Mulders om moet lachen. ,,Ik moet meteen denken aan een doek van de Duitse schilder Polke, Hogere machten beveelden: schilder de rechter bovenhoek zwart. Maar als we het hebben over de begrippen inspiratie, creativiteit en spiritualiteit, dan geloof ik daar zeker in. Spiritualiteit is voor mij dat je een dialoog hebt. Niet met de man met de baard, maar wel met het goddelijke.”
Levensovertuiging en werk zijn bij Marc Mulders zo onlosmakelijk met elkaar verbonden dat je de schilder de vraag moet voorleggen of hij katholiek kunstenaar is. ,,Ik ben absoluut kunstenaar”, meent Mulders. Hij glimlacht. ,,Het is een gemene vraag die je stelt. Het is dezelfde moeilijke vraag als: ben je religieus kunstenaar? Een religieus kunstenaar zal continu Christus schilderen. Ik moet Vincent van Gogh als voorbeeld aanhalen in dit verband. Al zijn thema’s zijn religieus geladen, maar hij heeft maar één keer een Christus geschilderd. Zijn werk is de omhelzing van de natuur die hij zag als een religieuze manifestatie. Oorspronkelijk wilde hij prediken, maar uiteindelijk heeft hij dat ingewisseld voor het scheppen, een religieuze metafoor. Van Gogh zocht een verbond met Gaugin. Dat is ook een religieus gebeuren. Zo zocht ik het verbond met bevriende schilders in de Tilburgse School.”
,,De Tilburgse School is wel eens een reactionaire mannenclub genoemd. Of ik dat kwetsend vond? Ja, heel erg. Dat ik de Ayatollah van het zuiden werd genoemd, dat vond ik prima. Dat zei Ronald Ophuis, die een kinderverkrachting had geschilderd. Ik heb op dat schilderij gereageerd door de vergelijking te maken waarom het Francis Bacon wel lukte om het kwaad te sublimeren en Ophuis niet. Het was een analyse met argumenten en wie kaatst kan de bal verwachten. Maar als je in mijn vakgebied de woorden moraal, ethiek of religie laat vallen is dat toch heel erg politiek-correct. Daar wordt bijna op een stalinistische manier op gereageerd.”

Galerie Van Kranendonk, Westeinde 29 Den Haag: Bloemen-schedels van Marc Mulders. Tot en met 29 januari. Woensdag t/m/ zaterdag 12.00 tot 17.00 uur. www.art-house.nl

Haagsche Courant, januari 2004