Lenny Kaye:”CBGB is het Ellis Island van de rock ’n roll, een toegangspoort.” (2005)

Lenny Kaye, de rechterhand van Patti Smith, is een man met historisch besef. Hij kent de muziekgeschiedenis van zijn stad New York als geen ander. Hij is tevens de samensteller van de ultieme sixies-compilatie Nuggets. In augustus 2005 sprak ik Kaye in het kader van een research-opdracht van VPRO’s RAM als voorbereiding voor een reportage van Gijsbert Kamer over de destijds met sluiting bedreigde en inmiddels gesloten rockclub CBGB.

Lenny Kaye is op tournee met The Patti Smith Group als ik hem ontmoet in Amsterdam. Hij reageert op het nieuws over de rechtszaak die CBGB’s uitbater Hilly Kristal heeft aangespannen tegen zijn verhuurder, die met een ridicule huurverhoging Kristal tot sluiting probeert te dwingen om vervolgens het pand te kunnen verkopen aan een projectontwikkelaar. Ik vertel Kaye dat de rechter tijdens de eerste hoorzitting CBGB een steunpilaar van de lokale gemeenschap noemde. Kaye is opgewekt.

Lenny Kaye: CBGB was ooit een eenzame buitenpost in de Bowery. Eindelijk krijgen de pioniers wat hun toekomt. Ik ben blij dat Hilly Kristal zich ingraaft en vecht. Het is een geweldige club en een belangrijke rock ’n roll-plek. Die moet behouden blijven. Ik denk dat steden te gemakkelijk over te halen zijn om hun belangrijkste herkenningstekens af te breken. Je kunt niet meer naar 52nd Street om te zien waar bebop geboren is. Je kunt niet zien waar de Peppermint Lounge of The Scene was. Je kunt nog wel zien waar The Fillmore gevestigd was, maar daar is nu een bank. CBGB is de plek waar een bepaalde vorm van rock ’n roll geboren is. Afgezien van de waarde die het als museum kan hebben, is het nog steeds een belangrijke plek voor nieuwe bands om hun eerste schreden te zetten.
-Er zijn ook mensen die een ander standpunt innemen. Een journalist van de Village Voice vertelde mij hij de historische betekenis erkende, maar dat veel punk- en metalbands van buiten de stad er gaan spelen omdat het cool is om een keer in CBGB te hebben gestaan.
LK: Dat vind ik juist belangrijk. Als je daar gespeeld hebt, heb je je gouden ster verdient. Dat iemand van de VV dat zegt… de VV was ooit een belangrijke stem in New York, maar tegenwoordig… Kijk, generaties veranderen. Ik wil niet dat CBGB een reliekschrijn wordt voor een bepaald genre rock ’n roll dat daar in de jaren zeventig is opgekomen. Dat is voor mij niet waarom CBGB belangrijk is. Wat goed aan CBGB is – en wat altijd al zo geweest is – is het feit dat een bandje van waar dan ook er binnen  kan stappen, er kan spelen en als die band genoeg mensen trekt mogen ze nog een keer. Zo kunnen bands groeien. Het is de meest open en democratische club in NYC. CBGB gaat niet over een generatie bands die succesvol werden, maar juist over een club die  een generatie bands de gelegenheid bood om te kunnen optreden.
-Het historische aspect is voor jou minder belangrijk?
 LK: Voor mij wel. Gisteravond speelde ik in Paradiso. Ik dacht toen niet van ‘goh, hier heeft ooit Golden Earring gespeeld’. We spelen in een zaal die voortdurend en voortdurend muziek geboden heeft. De muziek zit in die muren. Het hele gebouw begint te resoneren bij bepaalde geluidsfrequenties. Dat zijn dingen die een rock-club zo goed maken, dat er een erfenis en een traditie is. Maar belangrijker is de muziek die er op het podium gemaakt wordt. Zo is het met CBGB. Vijf bands per avond. Als je er op een willekeurige avond gaat kijken, heb je de kans dat er een band bij zit die geweldig is. Dat is een mooi percentage.
-En dat is niet vergelijkbaar met andere clubs in New York?
LK: Er zijn steeds minder en minder clubs. Het hele gebied is aan het veranderen.
-De ‘gentrification’.. het opwaarderen van oude wijken door middel van nieuwbouw?
LK: Ja,  ik woonde vroeger aan de andere kant van de straat, tegenover CBGB, totdat ik door mijn huisbaas gedwongen werd te verhuizen. Dat soort dingen gebeuren voortdurend. CBGB is een wereldwijde magneet. Iedereen in rock ’n roll weet waar je het over hebt als je die naam noemt. Belangrijker nog is dat iedereen weet waar CBGB voor staat. Een plek waar een band zich kan realiseren wie en wat ze zijn. Dat is belangrijk. Als je er binnen stapt is het nog bijna precies zo als dertig jaar geleden. Nog steeds de zelfde ‘you are there-vibe’. Dat komt omdat CBGB nooit iets anders heeft willen zijn. Het is de bar van het volk.
-Hoe belangrijk is de lokatie, in de Bowery?
LK: Het is in het hart van NYC. Het centrum van de stad. Dat de onroerendgoedspeculatie aan de orde van de dag is in de buurt… heeft er niets mee te maken. Het gaat er niet om waar het is, maar dat het er altijd al geweest is. Je kan CBGB uit de stad halen, maar je kunt de stad niet uit CBGB halen. Vroeger stond ik vaak buiten bij CBGB en dan keek ik richting Bleecker Street en stelde me voor dat die straat alsmaar door ging, de hele wereld rond. Op een goede avond leek CBGB het middelpunt van het universum.
-De ‘gentrification’, de opwaardering van de wijken, lijkt clubs weg te drukken uit hun wijken
LK: Zo is het altijd geweest… Artiesten openen die stedelijke grensposten omdat ze goedkoop zijn. Maar zo gauw als zo’n buurt acceptabel wordt… want voordat CBGB open ging was de Bowery een plek voor zwervers en dronkaards… Maar soms gaat het goed in sommige wijken. Er zijn hele delen van Brooklyn die opnieuw worden opgebouwd. Geweldig. Ik ben opgegroeid in Brooklyn. Het is mooi om te zien hoe Williamsburg en delen van Park Slope opeens ‘urban-friendly’ worden. New York is niet zo’n oude stad. Als je lang genoeg leeft, kun je zien hoe hele lagen van geschiedenis omgeschoffeld en vernieuwd worden. Dat is niet altijd slecht. Kijk naar de Lower East Side; toen ik daar in de jaren tachtig woonde en we er onze dochter lieten opgroeien, was er drugs en geweld. Een ruige plek om te leven. Ik ben blij dat het veranderd is. Maar laten we niet het kind met het badwater weggooien. Het is vreemd om een wijk die bekend stond als een kunst-mecca langzaam afstand te zien nemen van haar kunst. Dan krijg je wijken als de Upper East Side, waar je nu gigantische appartementen hebt. De reden waarom mensen de Bowery aantrekkelijk vinden, is omdat CBGB er is. Het is een geweldige plaats en ik zou erg verdrietig zijn als het moest verdwijnen, zoals al die andere geweldige tenten…The Five Spot, Max Kansas City… CBGB is een herinnering aan wat de buurt was en altijd zal blijven: een ingang voor immigranten. Mensen komen er naar toe vanuit heel Amerika om er hun artistieke leven te vinden. CBGB gaf hun die plek.

-Wanneer hoorde je voor het eerst over CBGB?
LK: Van Richard Lloyd, gitarist van Television. Hij gaf me een flyer omdat zijn band er speelde. Patti en ik zijn gaan kijken op Paaszondag. Television speelde er elke zondag.
-En toen wilden jullie er ook optreden?
LK: Ja, maar dat duurde nog wel een jaar. Wij waren geen echte rockband, we hadden geen drummer, we moesten nog leren begrijpen wat we aan het doen waren. Het leek me een vriendelijke plek om te spelen voor je generatiegenoten. In de eerste jaren waren er niet meer dan 25 mensen, die allemaal in bands speelden. Als je ging spelen dan zat de vorige band aan de bar een biertje te drinken. Het was een hele kleine scene die er lang over deed om te groeien. Die scene gaf iedereen de tijd om te kunnen groeien. Dat was heel belangrijk.
-Het waren stilistisch gezien allemaal verschillende bands – Television, Blondie, Ramones, Patti Smith Group. Wat hadden jullie gemeen dat het een hechte scene werd?
LK: Iedereen deed iets interessants. Tom Verlaine heeft het ooit omschreven als ‘every band was like a different idea’. Later, toen alles onder de noemer ‘punk rock’ werd geschoven en de Ramones het sjabloon werden voor een bepaald soort muziek ging die eigenzinnigheid een beetje verloren. In het begin experimenteerde men met een grote ketel muziek en iedereen nam een lepeltje uit dezelfde mengschaal om de ingrediënten naar eigen smaak samen te voegen.
-Dertig jaar geleden waren er niet zoveel clubs?
LK: Er waren zalen waar grote nationale bands optraden maar voor lokale bands was er niets. Er was helemaal geen scene. Een paar jaar eerder had je de New York Dolls met hun kleine glitter-scene waaruit zo’n zes groepen ontstonden die weer uit elkaar vielen. Er waren geen lokale bandjes. Dat is moeilijk voor te stellen als je nu in de Village Voice kijkt en ziet dat er duizenden bandjes zijn. Toen er destijds eindelijk een plek was waar je kon optreden, is een nieuwe scene langzaam vanuit het niets opgebouwd. CBGB was meteen een rockclub, niet zo’n tent als Max waar een restaurant aan vast zat. CBGB was een bar en verder geen franje, een plek waar je je eigen scene kon maken zonder te worden opgemerkt door de rest van NY – dat kwam pas later.

-Jij zei in een recent interview dat CBGB de mogelijkheden die rock ’n roll biedt vertegenwoordigt.
LK: CBGB is een grote toegangspoort… Dat was het voor ons, in de zeven weken dat wij er oorspronkelijk optraden. We hadden de mogelijkheid om te onderzoeken wat we wilden doen. Dat is waar CBGB goed in is, je de ruimte geven om jezelf te ontdekken, om verschillende personages en stijlen uit te proberen. Als muziekliefhebber is dat de interessantste fase voor mij. Ik ben niet geïnteresseerd in bands die al een poosje bezig zijn. Ik hoor graag bands die nog niet precies weten wat ze doen. Het gaat om het moment van ontdekking, dat ‘Nuggets’-gevoel, een gevoel dat je krijgt als je in een garage je gitaar inplugt, de versterker op elf zet, en je een shock krijgt van al die elektrische energie. Een vergelijkbare sensatie bestaat er niet. Je hebt nu eenmaal een plek nodig waar je iets over jezelf kunt ontdekken en CBGB is zo’n plek. Zo is het altijd geweest. Je gaat die rare houten deur binnen en daar achter zit Hilly aan een bureautje en ze hebben net 80 bands geboekt voor de komende week. Het is de rockclub van het volk. Het is de entree tot iets waarvan je hoopt dat het een heel leven gaat worden. Ik vergelijk CBGB met wat Ellis Island betekende voor al die stromen immigranten. Het is een plek waar je je burgerschap voor de muziekwereld krijgt. CBGB is eeuwig. Het zal bekend blijven vanwege een muziekstijl die deel uit maakt van de tweede helft van de twintigste eeuw. Rock ’n roll is voor mij is tegenwoordig zoiets als blues. Het gaat niet meer om vernieuwing, maar om interpretatie. Net als bij jazz en klassieke muziek. CBGB is diep verankerd in het land van de rock ’n roll. Long may it live! We mogen niet vergeten dat CBGB een grote toeristenattractie is.  Overal waar je komt zie je wel iemand in een CBGB T-shirt. Wat vertegenwoordigt dat? New York rock ’n roll. Een stad kan toch niet voortdurend zijn geschiedenis vertrappen? Hoe zou het zijn als Paradiso niet meer bestond? De dag voor ons concert ben ik er wezen kijken naar Yo La Tengo. Het was zo fijn om in een geweldige rockclub te zijn waar het geluid van de muren weerkaatst. Ik was zo blij om er te zijn. Om er zelf te spelen. Ik heb er voor het eerst in 1976 gespeeld. Ik heb er een geschiedenis. Ik voel er een bepaalde traditie. Voor een muzikant die eerbied heeft voor het verleden terwijl hij de toekomst tegemoet gaat, vind ik dat soort dingen belangrijk. Als je de plekken sloopt waar ooit geweldige kunst is gemaakt, vergeet je uiteindelijk ook die kunst.
Elke willekeurige straat in New York zal over 50 jaar anders zijn. Dat is New York. Het is een jonge stad die zijn geschiedenis al vele malen heeft open gereten en dat zal de stad blijven doen. Op een bepaalde manier blijft een stad daardoor levendig. Maar Je bouwt altijd op de ruïnes. In New York moet je lang zoeken om sporen te vinden van hoe het ooit was. Als iets afgebroken is, ga je het pas missen. Het oude Pennsylvania Station, het oude Madison Square Garden… New York is always to quick with the wrecking ball. En er is natuurlijk veel geld te verdienen. De Bowery is heel erg kostbaar onroerend goed geworden. Money talks. De Bowery is een veiligere en opgewaardeerde buurt geworden, maar de werkelijke reden daarvoor is het bestaan van CBGB.

-In New York is altijd alles in beweging. Het is het wezen van de stad. De culturele hotspots veranderen voortdurend. Maar het lijkt wel of dat proces tegenwoordig in een versnelling raakt door het ‘gentrification’-proces.
LK: De gemiddelde levensduur van een club is vijf jaar. CBGB houdt het al meer dan 30 jaar vol. Geweldig. In mijn geliefde 52nd Street kun je niet eens meer zien waar de gebouwen stonden die ooit The Three Deuces of Onyx herbergden. Er is niet eens ruimte om een plaquette op te hangen. Het is moeilijk om de ritmes van de geschiedenis te vinden. Ik ben een cultureel historicus die ervan houdt om die heilige plekken te bezoeken. ‘The stations of the cross’. Ik vind dat CBGB recht heeft op zijn plek. Om betekenisvol te worden voor een nieuwe generatie die de elektrische gitaar aanbidt.
-Wat betreft de jazzgeschiedenis bestaat alleen de Village Vanguard nog?
LK: Ja, en als je door Bleecker en MacDougal loopt vind je misschien nog een enkele oude folkclub. New York kauwt op zijn geschiedenis en spuugt hem uit. Er is geen respect… Ik speel graag in CBGB. Ik was er laatst toen de serie benefietconcerten van start ging. Om een uur ’s nachts, toen bijna iedereen vertrokken was, heb ik met Walter Lure, die vroeger in The Heartbreakers zat, ‘Gloria’ gespeeld. Het was weer zo geweldig om op dat podium te staan. CBGB is niet zo’n grote tent, het zal New York City geen pijn doen om die plek te conserveren. Het is een betekenisvolle plaats en daar moet je eerbied voor hebben.
-In hoeverre ben je betrokken bij de ‘Save CBGB Coalition’?
LK: Ik geef advies. Maar er zijn veel zaken die onze aandacht vragen tegenwoordig. Patti en ik proberen onze energie zoveel mogelijk te sparen voor politieke doelen.
-Is dit geen politieke zaak dan?
LK: Niet zo’n politieke zaak als het stoppen van de oorlog in Irak. Mensenlevens zijn belangrijker dan kunst. Maar natuurlijk ben ik betrokken bij CBGB. Ik praat nu toch met jou? Ik zwaai met de vlag!

– Waar woon je tegenwoordig?
LK: Meteen over de Manhattan-brug in Brooklyn.
-Is die buurt sterk aan het veranderen?
LK: Het gebouw waar ik woon staat te koop. Dat is niet vreemd. Maar je moet de ontwikkelaars steeds een stap voor zijn. Er is een onroerend goed-boom momenteel. Hele buurten gaan eraan… Mijn oude plek op de hoek van Houston en Bleecker is onherkenbaar geworden. CBGB zal op korte termijn omringd zijn door hoogbouw. Vroeger had je er een gevoel van isolement. Nu komen er overal grote glazen torens. CBGB zal er vreemd tussen komen te staan. Misschien heeft de club zijn glorietijd gehad, maar dat betekent niet dat hij vergeten mag worden.

Augustus 2005

PS.
CBGB kon niet behouden blijven, ondanks rechtszaken, protesten en actiegroepen. De club sloot in oktober 2006. Hilly Kristal overleed een klein jaar later op 75-jarige leeftijd.