Lambchops Kurt Wagner: “Ik begrijp mijn teksten zelf ook niet helemaal.” (2009)

Aan de telefoon is Kurt Wagner. Hij is ergens in Duitsland, op tournee met zijn band Lambchop die ooit geafficheerd werd als Nashville’s most fucked-up country band.  “De reden dat we zo omschreven werden was dat we destijds geen idee hadden waar we mee bezig waren”, lacht Wagner. Een country-band is Lambchop nooit geweest, maar met een mix van country, soul, etherische filmmuziek en ambient-achtige electronica is lambchop een onvergelijkbare band met een herkenbaar geluid geworden.
[img_assist|nid=203|title=Kurt Wagner|desc=foto © City Slang/V2|link=none|align=none|width=600|height=756]

Het eclectische gezelschap onder leiding van de voormalige beeldend kunstenaar en vloerlegger Kurt Wagner (1958) is al twintig jaar bezig met het maken van ongrijpbare, maar warme, zij het wazige muziek die even aards als etherisch is. Eerst voor vrienden in huiselijke kring, later voor een gestaag groeiend publiek. Melodietjes vol pedal steel-gitaren, akoestische gitaren, strijkers en blazers zoemen rond Wagners basstem als hij zingt over de kleine tragedies van het leven. Lambchop brak in 1995 door met het album How I Quit Smoking en maakte vijf jaar later een bescheiden meesterwerk met Nixon, een album waarop de verbinding tussen country en soul werd uitgediept. Het van verstilde electronische soundscapes voorziene Is A Woman zorgde in 2002 voor een volgend hoogtepunt. Na een periode die gekenmerkt werd door gezondheidsproblemen van Wagner, waar het album Damaged de weerslag van was, bracht Lambchop vorig jaar met Oh Ohio haar meest toegankelijke plaat uit. Lambchop bestaat uit een wisselende groep musici. In het verleden maakten soms wel twintig mensen deel van de groep.

-Je tourt met minder musici tegenwoordig, is Lambchop kleiner geworden?
Kurt Wagner: “Relatief gezien, ja. We zijn met zeven. Dat is tamelijk klein voor Lambchop.”
-Vooral gitaren en keyboards? Een bezetting die geschikt is om de songs van jullie laatste album Oh Ohio te spelen.
“Tijdens deze tournee mixen we het een beetje met ouder werk en wat nieuwe dingen.”
-Wat voor nieuwe dingen dan wel?
“We hebben wat dingen opgenomen voor tribute-platen…”
-Een Michael Jackson-tribute?
(lacht onbedaarlijk) “Nee, geen Michael Jackson.”

-Heb je wel ’s heimwee als je op tournee bent?
“Ja, het moeilijk om lang van huis te zijn, maar ik geniet nog steeds van de tournees.”
-Wat mis je het meest?
“Mijn vrouw en koken.”
-Is je vrouw een goede kok?
“Ehhh ja, maar ik doe het meeste werk in de keuken.”
-Wat is je specialiteit?
“Die heb ik niet. I just like to cook, man!”

-Je bent vaak op de Europese podia te vinden. Europa is goed geweest voor Lambchop.
“Ja, absoluut. het is een van de belangrijkste redenen dat we al die jaren hebben kunnen doorgaan. Vanaf de eerste keer dat we naar Europa kwamen, midden jaren negentig, heeft het een indruk op ons gemaakt. En dat we nu nog steeds in Europa kunnen spelen vind ik echt verbazingwekkend. Dat had ik nooit verwacht.”
-Er zijn meer Lambchop-fans in Europa dan in de Verenigde Staten?
“Waarschijnlijk wel.”
-Raar, want Lambchop is zo’n Amerikaans klinkende band.
“Ja, dat is waar. Daar heb ik geen antwoord op, dat is al jaren een vraagstuk,”
-Misschien is je muziek te weird voor Amerika.
(barst uit in lachen) “Waarschijnlijk.”
-Lambchop werd ooit geafficheerd als ‘Nashville’s most fucked-up country band’. Hoe zou je de band nu willen omschrijven?
“Ik weet het niet. Misschien een soort… er zit nog steeds veel soul in de muziek… maar om te zeggen dat we een … dat is ook niet accuraat.”
-Maar niet langer fucked-up?
“Nee, nee. De reden dat ze ons zo omschreven was dat we destijds geen idee hadden van wat we deden (schiet weer in de lach).”
-Heeft jouw muziek een relatie met de muzikale geschiedenis van Nashville?
“Een klein beetje. Omdat we uit Nashville komen hebben we wel nagedacht over wat het geluid van Nashville is geweest door de jaren heen. Iedereen denkt bij Nashville aan country-muziek, maar er komt ook soul vandaan. Onze muziek zou heel anders klinken als we uit Las Vegas zouden komen.”

[img_assist|nid=204|title=Kurt Wagner|desc=foto © City Slang/V2|link=none|align=right|width=300|height=386]“Ik denk dat de muziek voor iedereen toegankelijk is. Dat het herkenbaar is als iets dat je eerder gehoord hebt zonder dat je het specifiek kunt benoemen. Lambchop klinkt als Lambchop.”
-Op een van jullie vroege platen, How I Quit Smoking, zing je: ‘I don’t speak well, I mumble, about life’s little tragedies’. Was dat een intentieverklaring?
“Het was eerder een commentaar op mijn geweldige gearticuleerdheid als zanger.”
-Maar ook over de aard van je liedjes. Je kiest altijd onderwerpen die dichtbij je staan; relaties, vriendschap, je honden en vooral over hoe we allemaal moeite hebben om chocola te maken van de wereld om ons heen.
“In veel van mijn teksten observeer ik wat er om me heen gebeurt. Die gebeurtenissen kunnen opeens betekenisvol worden binnen de context van een liedje. Maar mijn songs zijn niet als verhaaltjes met een duidelijk aanwijsbaar thema dat tot een conclusie komt. Vaak is het resulaat een bepaald gevoel of sfeer die je krijgt door de wisselwerking van tekst en muziek. Soms kan het verwarrend zijn voor de luisteraar. Dat je niet helemaal snapt wat ik bedoel, maar vaak begrijp ik het zelf ook niet helemaal. Wat overblijft is een gevoel of emotie en zoiets kan heel krachtig zijn zonder dat er een tragisch verhaal na te vertellen is.”
Door je gebruik van cryptische woordspelletjes en merkwaardige associaties, voelen veel van je teksten aan als interne monologen, zoals iedereen die heeft.
“Dat laatste hoop ik, want dat zou betekenen dat ik niet getikt ben.”
-In sommige van je meer verhalende songs, werk je op een literaire wijze, in een sfeer die vergelijkbaar is met iemand als Raymond Carver.
“Toen ik voor het eerst Carver las was ik zeer onder de indruk. In zijn werk zag ik de wereld zoals ik die ook zie.”
-En Harry Crews?
“O ja, maar Harry is een stuk gekker dan ik. Hahaha. Maar schrijvers als Crews waren belangrijk voor mij toen ik jong was omdat zij voor iedereen schrijven en niet exclusief voor intellectuelen. Schrijvers als Raymond Carver opende mijn ogen voor het idee dat literatuur niet elitair hoefde te zijn. Dat het geschreven kon worden door gewone mensen, mensen zoals jij en ik.”
-Hoe schrijf je tegenwoordig? Ik kan me herinneren dat je een paar jaar geleden het voornemen had om elke dag een liedje te willen schrijven.
“Dat was een oefening die ik een tijdje heb gedaan. Voor de laatste paar platen heb ik het omgekeerde gedaan door erg lang aan een song te werken. Om te kijken wat er zou gebeuren. Ik had ergens gelezen dat Leonard Cohen vaak maanden aan een liedje werkte voordat hij het ging uitvoeren. Dat idee vond ik erg interessant. Het is niet zo dat ik nu extreem lang aan iets werk, maar ik geef het wel ruim de tijd om zich te ontwikkelen.”
-Voor Sharing A Gibson With Martin Luther King Jr. van je recente album Oh Ohio ben je uit gegaan van een droom.
“Ja, maar dan van het idee hoe moeilijk het is om je een droom te kunnen herinneren. Als je net wakker wordt weet je de droom nog wel redelijk voor de geest te halen, maar naar mate er meer tijd verstrijkt wordt het moeilijker. Dat is wat er gebeurt in die song.”
-Ik dacht eerst dat je in die droom een Gibson-gitaar deelt met dominee King.
“Een Gibson is een cocktail en in dat liedje geef ik er het recept van.”
-King staat op de hoes van How I Quit Smoking. Frank Zappa zou zeggen dat het conceptuele continuiteit is dat je over hem zingt.
“Ik denk dat dat soort dingen altijd onbewust gebeuren bij artiesten.”

-De muziek van Lambchop heeft iets mysterieus. Iets ongrijpbaars. Komt dat door het gebruik van allerlei nauwelijks te definieren geluidjes die in de muziek verstopt zitten?
“Dat maakt er deel van uit. De meeste songs zijn tamelijk gelaagd met geluid, er gebeurt van alles.”
-Waar komen die soundscapes vandaan? Ik kan me niet echt voorstellen dat jij thuis naar Brian Eno luistert.
“O jawel hoor, ik hou er wel van. Maar ik ben geïnteresseerd in het idee dat er overal verschillende lagen geluid zijn, waar je ook bent. Ik zit nu op mijn hotelkamer en hoor er allerlei verschillende geluiden. Van werklui op straat tot vogels. Zelfs in kamers waar het erg stil is, hoor je van alles.”
-Op Oh Ohio, je meest toegankelijke album tot dusver, zijn die geluidjes wel erg diep verstopt in de songs.
“Ja, klopt. Oh Ohio geeft de illusie dat het een van ons meest spaarzame platen is, nets als destijds Is A Woman. Maar al die geluidjes zitten er wel in. Het is een kwestie van hoe ze zich manifesteren.”

Je hebt met Lambchop van alles gedaan. Je hebt opgenomen en opgetreden met strijkers en blazers, Lambchop heeft als een filmorkest gespeeld bij de vertoning van Murnau’s Sunrise en je hebt een solotournee gedaan. Is er nog iets specifieks dat je met Lambchop zou willen doen?
“Ik wil gewoon doorgaan. Ik prijs me gelukkig dat ik al zo lang met deze band heb kunnen spelen en ik hoop dat nog heel lang te mogen doen.”

Het telefoongesprek voerde de basis voor een artikel in AD Haagsche Courant, juli 2009.