Kings Of Convenience: “Wij zijn kinderen van onze tijd.” (2002)

Twee jongens met akoestische gitaren. Twee stemmen in harmonie. Verstilde, lieve liedjes. Een debuutalbum met de veelzeggende titel Quiet Is The New Loud. Sounds of silence? Beslist! En dan vinden die jongens het raar dat ze met Simon & Garfunkel vergeleken worden.

Foto © Michel Linssen

Ze worden er inmiddels een beetje ziek van, het Noorse singer/songwriters-duo Kings Of Convenience. Zo ziek dat ze er absoluut niet over praten willen. Eirik Glambek Bøe en Erlend Øye trekken een vies gezicht als de naam van het duo der duo’s, Simon & Garfunkel, valt. Geef ze eens ongelijk, want welke 25-jarige wil er nu met die fossielen vergeleken worden.

De slungelig lange Erlend, met zijn buitensporig grote jaren zeventig-bril, laat de fotograaf een stuk karton zien met de tekst ‘wij zijn kinderen van onze tijd’. Het lijkt een desperate poging om voor vol aangezien te worden, want is 2001 niet het jaar van de space odyssey en hoort daar niet een geheel andere soundtrack bij? Laten we de muziek van de Kings Of Convenience maar tijdloos noemen, hoewel de liedjes van het duo herinneringen oproepen aan de langvervlogen tijden van America, Nick Drake, Magna Carta, Crosby, Stills & Nash en…tja…Simon & Garfunkel.

Denkend aan popmuziek uit Noorwegen doemen namen op als A-Ha, Bel Canto, Biosphere, Motorpsycho en een hele reeks duistere metalbands. Death metal, het past perfect bij een land waar zomer een suggestie is en waar Koning Winter met harde hand regeert. De beruchtste Noorse metalband was Burzum, met de later voor moord veroordeelde zanger Count Grishnackh. Eirik, die nog zachter praat dan hij zingt, iets wat schier onmogelijk lijkt, veert op als de naam van de bloeddorstige graaf valt. ,,Toen ik twaalf was zat ik op karate en de latere Count Grishnackh was mijn trainingspartner”, fluistert hij op licht opgewonden toon. Eirik en de Count, een groter contrast is welhaast niet denkbaar. ,,Hij is een psychopaat geworden, maar hoe dat zo gekomen is weet ik niet”.
,,Kwestie van aandacht willen trekken”, weet Erlend. ,,Vanwege de meisjes natuurlijk. Het kwade trekt ze aan”.

Misschien is het ontbreken van het ‘boze oog’ bij Erlend de reden dat hij zonder vriendin op de hoes van ‘Quiet Is The New Loud’ staat, terwijl Eirik er in een innige pose met zijn liefje op te zien is. Erlend en Eirik, het zijn lieve, rustige jongens, maar wel muzikanten met ambitie. De titel van hun cd is geen flauwe grap, de Kings Of Convenience (KOC) hebben een missie en aan namen en titels die hun voorkeur voor zachte luisterliedjes onderstrepen hebben deze anti-helden geen gebrek. De KOC komen uit Bergen en namen de vorig jaar verschenen mini-cd Playing Live In A Room en eind januari uitgebrachte volwaardige debuutalbum Quiet Is The New Loud op in Engeland met producer Ken Nelson (Badly Drawn Boy, Coldplay) voor het Source-label.

,,Een intentieverklaring? Nee, die titel is een oorlogsverklaring”, lacht Erlend. ,,Maar het wil niet zeggen dat we een hekel hebben aan harde muziek. Ik vind Motorpsycho bijvoorbeeld een erg goede band – of Sonic Youth. Maar waar we niet van houden is van die drukke, volgepropte muziek”.
,,We kennen elkaar van school, we waren zestien en hadden zo’n beetje dezelfde muzikale voorkeuren hoewel Erlend niet zo gek is op de bossa nova-muziek die ik zo geweldig vind”, zegt Eirik. Erlend zegt dat hij destijds luisterde naar Sting, Pink Floyd en Suzanne Vega. ,,Maar bossa nova maakt tegenwoordig toch een belangrijk deel van onze muziek uit, het is een onderdeel van de Kings Of Convenience-manier van doen. Wat die manier is? Droevige, verdrietige liedjes maken”, zegt Erlend met een veelbetekenende glimlach. Zijn maatje blijft serieus en stelt dat bossa nova-muziek weliswaar triest is maar tegelijkertijd ook warm. ,,Het is muziek die je een goed gevoel geeft, ondanks het feit dat het vaak over pijn gaat. Deze contradictie die volgens mij geen contradictie is, gaat op voor de muziek die wij maken. Hoewel we vanuit persoonlijke ervaring liedjes schrijven, hopen we dat ze een universele zeggingskracht hebben”.

Quiet Is The New Loud klinkt mooi warm en open. Het is compromisloze muziek van artiesten die de filosofie van ‘minder is meer’ huldigen. Het rustieke gitaargetokkel en de fraaie samenzang worden slechts spaarzaam aangevuld met piano, cello, trommel of trompet. Oorspronkelijk zou de van Serge Gainsbourg en Air bekende arrangeur David Whittaker een aantal songs van strijkers voorzien, maar Eirik en Erlend hadden daar uiteindelijk andere ideeën over. Zoals ze zelf ook onderling voortdurend van mening verschillen, want de meeste tijd tijdens ons gesprek gaat verloren aan discussies tussen de twee – in het Noors. Wat al snel duidelijk wordt, is dat ze niet blij zijn met de singleversie van Toxic Girl.

,,Whittaker heeft voor een groot aantal liedjes arrangementen voor strijkers gemaakt en die zijn ook opgenomen met een orkest, maar wij hebben besloten ze niet te gebruiken omdat de muziek er zo vol van wordt”, zegt Eirik.
,,Ja, we zijn vijf zes jaar bezig geweest om interessante muziek te maken met veel gevoel voor ruimte en wat doet de platenmaatschappij dan zo gauw ze de kans krijgt; alle ruimte opvullen met strijkers!”, zegt Erlend geagiteerd. ,,Dat wilden we nu juist niet. We hebben die arangementen geweigerd, maar ja, hoe gaat dat…er is een hoop geld in ons debuut geïnvesteerd en we hebben het niet kunnen tegenhouden dat de singleversie en video van ‘Toxic Girl’ wel strijkers bevat. Die versie geeft een verkeerd idee over wie we zijn en hoe we over muziek denken. Wie ‘Toxic Girl’ eerst op de radio hoort of op MTV ziet, zonder de cd gehoord te hebben, zal een geheel ander album verwachten”.
Er onstaat een verhitte discussie in het Noors tussen de twee ambiteuze muzikanten. Net op het moment dat ik wil opstappen komt Eirik met de samenvatting. ,,We bespraken in hoeverre we de platenmaatschappij moeten dwingen te doen wat wij met de muziek willen. Vanaf het eerste moment dat we met Source werken, hebben wij het altijd bij het rechte eind gehad. Hun ideeën…het zijn andermans ideeën, het zijn niet de onze. Dit is onze muziek en die klinkt zoals wij het willen. Zo moet het voortaan. Een compromis is uitgesloten”.

www.musicmaestro.nl 2002