Justin Bennett luistert met zijn spieren (1997)

“Geluid ervaren we op verschillende niveaus. Als je naar geluid luistert, gaat het door je lichaam heen. Geluid is niet iets dat buiten je is”, zegt multimediakunstenaar Justin Bennett. Er is bijvoorbeeld een groot verschil tussen naar muziek luisteren en op muziek dansen, want je luistert ook met je spieren. Alle geluiden die ik in mijn werk gebruik, hebben een persoonlijke waarde voor mij omdat ik ze zelf heb opgenomen. Ik heb herinneringen aan die geluiden. Als ik twee geluiden combineer, combineer ik ook twee herinneringen of gevoelens’’.

Op een van de muren van de expositieruimte van Stroom aan de Toussaintkade in Den Haag hangt een metersgrote kaart die oogt als een satellietfoto van een stad. De helemaal met de hand, met potlood, getekende kaart stelt geen bestaande stad voor.
Het is nog maar de vraag of het wel een stad moet voorstellen, het kan ook een gedetailleerde scan van een lichaam zijn. Misschien gaat het Justin Bennett wel om de stad als organisch lichaam.
Het werk van Bennett kent vele lagen van betekenis. Voor de expositiereeks Haagse kunstenaars krijgen de ruimte heeft hij dit thema zowel letterlijk als figuurlijk genomen. De grote ruimte aan de Toussaintkade is gevuld met tekeningen, videowerken, computers en geluidsinstallaties, waaronder een tent met luidsprekers. Een deel van de ruimte is ingericht als speelplaats voor de muziek- en performancegroep BMB con., die tijdens de expositie zal optreden. De wanden zijn behangen met talloze tekeningen, grafieken, schetsen voor intallaties en essays over de werking van geluid, die ook zijn te zien op een website waar Bennett verwijst naar andere plekken op het internet die een relatie hebben met zijn werk. Op een van de computers kan de bezoeker middels een fictieve plattegrond van een stad de verschillende geluiden horen die we met een stad associëren.

“Je kunt alles wat hier staat als één geheel ervaren, omdat de werken thematisch over dezelfde dingen gaan, maar alles is gemaakt om op zichzelf te kunnen staan. Het gaat mij erom om dingen in kaart te brengen. Dat kan een stad zijn; hoe je in een stad woont, leeft en je eigen weg vindt’’, vertelt de in Engeland geboren Bennett, die eind jaren zeventig deel uitmaakte van de industrial-muziekscene in Sheffield rond experimentele popgroepen als Clock DVA en Cabaret Voltaire.
“Deze expositie gaat ook over het in kaart brengen van ideeën. Zo bestaat de website uit een verzameling tekeningen van de afgelopen tien jaar met terugkerende thema’s. Ik heb er lang over nagedacht om van al die tekeningen een multidimensionele kaart te maken en een website is daar zeer geschikt voor omdat je hele ingewikkelde constructies kunt maken. Die tekeningen gaan niet alleen over kaarten of de stad. Er zijn ook tekeningen bij van installaties en andere videowerken, terwijl er veel theoretische teksten zijn die gaan over hoe we naar geluid luisteren’’.

Geluid speelt een belangrijke rol in het werk van Bennett, die de afgelopen jaren als docent was verbonden aan de afdeling sonologie van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In een hoek van de expositieruimte zijn stadsgeluiden te horen die Bennett voor Radio Tonka in Den Haag maakte. Hij zegt erg geïnteresseerd te zijn in de verschillende niveaus waarop we luisteren en geluid ervaren. “Het basisidee is dat als je naar geluid luistert, het door je lichaam gaat. Geluid is niet iets dat buiten je is. Je kunt op verschillende niveaus met geluid omgaan. Er is bijvoorbeeld een groot verschil tussen naar popmuziek luisteren en op popmuziek dansen, want je luistert ook met je spieren. Alle geluiden die ik gebruik, hebben een persoonlijke waarde voor mij omdat ik ze zelf heb opgenomen. Ik heb herinneringen aan die geluiden. Als ik twee geluiden combineer, combineer ik ook twee herinneringen of gevoelens’’.

Nadenkend over het thema Haagse kunstenaars krijgen de ruimte wilde Bennett ook enkele performances doen met de groep BMB con., waarin hij al jaren samenwerkt met de geluidskunstenaars Wikke ’t Hooft en Roelf Toxopeus. “Binnen de ruimte van de expositie scheppen we met BMB con. een basiskamp, een biosfeer, voor performances. Tijdens de expositie willen we buiten geluids- en video-opnamen maken die we binnen presenteren’’.
“Ik wil mezelf geen conceptueel kunstenaar noemen’’, zegt Bennett over de uiteenlopende technieken die hij voor terugkerende thema’s hanteert. “Ik werk vanuit ideeën die verschillende vormen kunnen aannemen. Deze expositie is voor mij deels een onderzoek, om te kijken wat de verbanden tussen de verschillende ideeën zijn en of dat misschien nieuw werk oplevert’’.

Haagsche Courant, februari 1997