Goldie: “Ik heb afgerekend met mijn demonen”. (1998)

Goldie is de eerste ster die de hippe drum & bass-muziek heeft opgeleverd. Stormachtige affaires met Björk en Naomi Campbell hebben hem tot lieveling van de media gemaakt. Aan Goldie’s succes ligt echter een moeilijke jeugd ten grondslag, zo blijkt op zijn nieuwe cd Saturnz Return.

‘Mother, you had me/but I never had you’, zong John Lennon. De betreurde ex-Beatle, die door zijn tante werd opgevoed, stopte alle pijn en boosheid over het moeten opgroeien zonder moeder in een liedje van een paar minuten. Goldie heeft er een uur voor nodig om zijn onverwerkte verleden in muziek om te zetten.
Evenals bij Lennon heet Goldie’s afrekening met het verleden Mother. Het nummer neemt de helft in beslag van Saturnz Return, een dubbel-cd die meer dan het bewierrookte debuut Timeless (1995) een emotioneel en persoonlijk getint album is. Goldie mag dan de eerste ster zijn die de belangrijkste muziekstroming van de jaren negentig, drum & bass, heeft opgeleverd, het succes is hem niet komen aanwaaien, Saturnz Return is een zware bevalling geweest voor de 31-jarige Engelsman.

“Verwacht geen platen meer voor het jaar 2000”, lacht Goldie opgelucht. “Ik neem de vrijheid om andere dingen te doen, zoals films maken met m’n maatje Val Kilmer.” Het leven van Goldie (zijn echte naam houdt hij geheim) leest als een filmscenario. Verstoten kind groeit op voor galg en rad, maar wordt uiteindelijk een ster. Zoiets, maar dan anders, want zijn geschiedenis is allesbehalve te trivialiseren in zulke bewoordingen. Goldie was het resultaat van een kortstondige liefde tussen een Schotse moeder en een Jamaicaanse vader. Nadat pa vertrokken was, werd het ma te veel en plaatste ze haar kind in een tehuis. Goldie heeft het haar nooit vergeven. Zijn jeugd stond in het teken van mishandeling en geweld, en van een rusteloze zoektocht naar wortels en afkomst. “Ik had geen identiteit, ik wist niet wie ik was. Ik was niet blank en ik was niet zwart. Ik was niemand”, herinnert hij zich zijn tienerjaren. Na een jeugd in pleeggezinnen en tehuizen, kwam Goldie halverwege de jaren tachtig terecht in Wolverhampton, waar hij gegrepen werd door de opkomende hip hop-cultuur. Hij voelde de drang zich te onderscheiden van zijn leeftijdsgenoten en ontdekte een talent voor kunst. Hij maakte naam – tot in New York toe – als graffiti-artiest en ontwerper van juwelen. Na een paar jaar gegraveerde gouden tanden te hebben verkocht in Miami, keerde hij terug naar Londen waar hij de hardcorescene ontdekte die aan de wieg stond van wat eerst jungle en later drum & bass werd genoemd.

Een ontmoeting met Goldie kan een hachelijke onderneming zijn. De man is onberekenbaar. Hij is licht ontvlambaar en de verhalen over opstootjes, onder meer met collega-artiesten als Tricky en Alex Reece, zijn legio. Goldie is beslist paranoïde en misschien ook schizofreen. Het is de trots van iemand die het met vallen en opstaan gemaakt heeft, afgezet tegen een diepgeworteld minderwaardigheidscomplex. Maar Goldie leert ermee omgaan en de creatie van Saturnz Return heeft wat dat betreft een therapeutische waarde voor hem gehad. Sterker nog dan op Timeless, accentueert Goldie op Saturnz Return zijn gevoelens in contrasten. Momenten van angstaanjagende duisternis gaan over in vlagen van verlichting. Het zijn niet louter grommende bassen en metalen beats die de muziek kleuren. Er is ook funk, soul en jazz, terwijl bijdragen van David Bowie, Noel Gallagher en KRS-One een breed publiek moeten aanspreken.

“Eigenlijk hoef ik niets te vertellen over Saturnz Return. Wie goed luistert, voelt wat ik probeer over te brengen”, stelt Goldie. “De enige echt relevante vraag is, hoe ik de emoties overbreng. Hoe ik je die laat voelen.” Hij vergelijkt het maken van een plaat met het vormgeven van een auto. “Om een BMW te maken, moet je het ding ontwerpen. Je moet ervoor zorgen dat ‘ie een gezicht heeft, dat ‘ie comfortabel zit, soepel rijdt en tegen wind bestand is. Dat soort dingen kost veel tijd. Zo ook het maken van een plaat. Saturnz Return is in die zin ontworpen om de luisteraar in de eerste plaats een ongemakkelijk gevoel te geven, om je emoties aan te spreken.”

Hij doet een van zijn vele, zelfontworpen ringen af als voorbeeld voor een nieuwe, al even breedvoerige vergelijking. “Deze gouden ring weegt anderhalf ons, maar voor het gieten ervan had ik meer dan het dubbele nodig. Je hebt namelijk meer goud nodig om de ring in de gietvorm te krijgen. Zo is het ook met mijn muziek. Saturnz Return is fuckin’ lange plaat. Meer dan twee uur. Om tot die hoeveelheid muziek te komen, ben je veel meer tijd kwijt.” Veel, heel veel tijd heeft Goldie in het zestig minuten durende Mother gestopt. De orkestpartij, waarvoor het Royal Philharmonic Orchestra kwam opdraven, speelde maanden door zijn hoofd. Mother is schatplichtig aan Henryk Górecki’s aangrijpende Symfonie Nr. 3. Goldie ontkent ooit van de Poolse componist gehoord te hebben, maar misschien houdt hij er een andere uitspraak van de naam Górecki op na. Of hij liegt, want zijn leven is een aaneenschakeling van ontkenningen en zelfgemaakte mythes. Vorig jaar vertelde hij nog dat Górecki zijn held is en dat het zijn toenmalige vriendin Björk was die hem naar Symfonie Nr. 3 had laten luisteren. Hij liegt niet als hij vertelt hoe hij Mother geschreven heeft. Dat hij de orkestpartijen op een bandje had ingezongen, hij leest geen noten, en dat vervolgens door de vermaarde arrangeur John Altman heeft laten uitwerken.

“Ik heb toen de Rolls Royce onder de strijkorkesten ingehuurd om het laten spelen. Het was een hele emotionele dag toen we Mother opnamen. Big time! Of ik bang was? Nee, eerder overweldigd. Het klonk zo goed, maar het bleek een nachtmerrie om het te mixen. Luister eens met een hoofdtelefoon naar Mother, dan hoor je allemaal quadrafonische effecten op de achtergrond. Geluiden van ontsnappend gas en zo. Nee, dat is geen synthesizer of sample, maar echt gas. Al die geluiden zijn live gedaan, ik liep als een gek door de studio met butaangas en aanstekers onder de microfoons. Uiteindelijk kostte het me negen uur om Mother op te slaan in de computer. In floppy discs omgerekend zijn dat 37.500 floppy’s”, lacht Goldie. “Ik ben oprecht over mijn beweegredenen voor deze plaat. Saturnz Return gaat over mijn moeder, over zelfmoordbriefjes, over het feit dat liefde een leugen is. En ja, de muziek gaat over de beproevingen in mijn leven. Ik doe dat om verder te kunnen met mijn leven. Ik wilde zien of ik echt eerlijk tegenover mezelf kon zijn. En of ik dat zou kunnen overbrengen. Dat is heel moeilijk, maar mijn toekomst is nu heel zonnig. Ik heb inmiddels een goed gevoel over het leven dat achter mij ligt, zodat ik nu kan doen wat ik wil. Ja, dat betekent dat ik vrede gevonden heb. Ik heb afgerekend met de demonen uit mijn verleden.”
 

Haagsche Courant, februari 1998