Edwin van der Heide wekt beelden op met geluid (2004)

Met water, geluid en het licht van lasers componeert Edwin van der Heide tijdens de Cultuurnacht boven de vijver van het Gemeentemuseum. Zijn driedimensionale multimedia-performance, die een ruimtelijke en fysieke ervaring creëert, is onderdeel van Wondere Waterwereld & 420 Filmminuten, een programma in en rond het Gemeentemuseum. "De performance gaat over de spanning tussen klank en beeld op een ruimtelijke manier", verklaart Edwin van der Heide, die zich geen beeldend kunstenaar en ook geen mediakunstenaar wil noemen.

"Geluid is de basis van mijn werk", vertelt hij. "Maar ik ben ook al een aantal jaren bezig met lasers. Voor de Cultuurnacht doe ik dat voor het eerst buiten", vertelt Van der Heide. "Nieuw is ook dat ik met verschillende kleuren werk. Ik ben ooit met één groene laser begonnen om te kijken wat ik daar voor beelden mee kon maken en hoe ik beeld en geluid aan elkaar kon koppelen. Het gaat mij niet om te projecteren op iets, maar juist om een beeld in de ruimte te creëren. Als ik dat binnen doe, heb je rook nodig omdat je anders een bewegende laserstraal niet ziet. Buiten kun je niet met rook werken, het is te windgevoelig en daarom werk ik nu met water. Boven de vijver van het Gemeentemuseum wordt tweemaal 1500 liter per minuut aan water op twee lepelachtige vormen gespoten. Er ontstaan waaiers van water, vergelijkbaar met het vlak van water dat je krijgt als je een lepel onder de kraan houdt. Die waaiers, van zes meter hoog en twaalf meter breed, kruisen elkaar in ruimtelijke vormen boven de vijver."

Op de waaiers van water projecteert Van der Heide met lasers. De vorm en de kleuren die de lasers maken kan hij moduleren en onafhankelijk van elkaar sturen. De beelden zijn abstract en hebben een dieptewerking in zowel het water als de ruimtelijke omgeving. Daarmee is zijn performance, want Van der Heide doet een live-presentatie, nog niet af. Net als in al het werk van de Rotterdamse kunstenaar spelen geluid, klank en/of muziek een belangrijke rol. "Waar het mij vooral om gaat, is dat ik vormen laat transformeren en dat die veranderingen direct gekoppeld zijn aan het geluid. Je ziet dus driedimensionale vormen en je hoort daarbij gerelateerde geluiden middels een quadrafonische luidsprekeropstelling die rondom de vijver geplaatst wordt. De beelden die ik vorm worden opgewekt door geluid."

Daarbij moeten we niet denken aan het type lasershows die bij housefeesten worden gebruikt en waarbij voorgeprogrammeerde laserpatronen door het ritme van de muziek worden aangestuurd. Dat is te beperkt voor Van der Heide. Hij wil een live-gestuurde interactie tussen beeld en geluid. "Met willekeurige muziek lukt dat niet omdat de vormen te complex zijn. Ik ben heel lang op zoek geweest naar geluid dat goed met de mogelijkheden van het beeld werkt. Ik heb daar inmiddels veel ervaring mee opgedaan zodat ik nu echt beeld en geluid kan koppelen. De muziek is relatief minimaal en repeterend. Ik componeer met licht en klank. Mijn voornaamste instrument is in dit geval de laser."

Geluid, klank en muziek vormen de basis voor nagenoeg al het werk van Edwin van der Heide (1970), die afstudeerde aan het Instituut voor Sonologie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. De afgelopen tien jaar maakte hij naam met een grote diversiteit aan sterk tot de verbeelding sprekend werk. Met installaties, performances, concerten en in samenwerkingsverbanden met onder andere theatergroep Hollandia, componist Dick Raaijmakers, cineast Joost Rekveld en architect Lars Spuybroek doet Van der Heide onderzoek naar de relatie tussen geluid, beeld, ruimte en de fysieke ervaring die deze combinatie kan opleveren.
"Mijn achtergrond is elektronische muziek. Ik ben geen beeldend kunstenaar. Mijn werk zit op de grens van verschillende kunstvormen. Ik ben geïnteresseerd in interactiveit en in de mogelijkheden van locaties. In mijn recente installatie met Lars Spuybroek, Son-o-house te zien in Son, gaat het erom dat architectuur zelf klinkend wordt in plaats van dat iets binnen een architectuur plaatsvindt. Ik wil de ruimte om ons heen bespelen en tegelijkertijd de zintuigen."
 

Haagsche Courant, september 2004