Dick Raaijmakers en de geboorte van de elektronische popmuziek (2004)

Dat hij en zijn collega’s de wegbereiders zijn van de housemuziek, zo ver wil hij niet gaan. Maar Dick Raaijmakers stond in de jaren vijftig samen met Henk Badings en Tom Dissevelt wel aan de wieg van de populaire elektronische muziek.

Met een computer, een sampler en wat software kan iedereen tegenwoordig elektronische muziek maken. Vijftig jaar geleden was dat wel anders. Tientallen generatoren, oscillatoren, filters, versterkers, mixers, bandrecorders en kilometers aan magnetische tape waren er voor nodig. De elektronische muziek van een halve eeuw geleden was vooral serieus en moeilijk, conceptuele muziek gemaakt door academisch gevormde componisten als Stockhausen, Schaeffer en Varèse.
Dat elektronica ook toegepast kan worden voor populaire muziek, is een idee dat in 1956 als experiment begon in de laboratoria van Philips. De CD-box Popular Electronics brengt een nagenoeg vergeten stuk Nederlandse muziekgeschiedenis in kaart met baanbrekend werk van Henk Badings, Tom Dissevelt en Dick Raaijmakers. De laatste vertelt over die periode. "Deze box bevat de ontbrekende schakel, maar het is te makkelijk te zeggen dat wij de pioniers waren of de wegbereiders van house-muziek. Cultuur is namelijk gelaagd. Vijftig jaar geleden waren er tal van ontwikkelingen op het gebied van elektronica, maar wat wij destijds deden in een laboratorium, waar per definitie experimenten worden gedaan, was uniek", aldus Raaijmakers. Met Kees Tazelaar, componist van elektronische muziek en docent aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, stelde hij de schitterend uitgevoerde box samen. Vier CD’s en zeven boekjes met een schat aan verbazingwekkende klanken (pop en functionele muziek, film- en balletmuziek) en informatie over bijvoorbeeld de apparatuur die destijds gebruikt werd in het Natuurkundig Laboratorium (NatLab) van Philips in Eindhoven.

Dick Raaijmakers (1930) was erbij toen Philips in 1956 Henk Badings de gelegenheid gaf om in het NatLab Kaïn En Abel, een elektronische score voor een ballet van Jan Zielstra, te maken. "Badings kreeg bandrecorders en andere apparaten tot zijn beschikking. Ik werkte destijds op de akoestische afdeling en mij werd opgedragen een experiment op te zetten om te kijken of er met die apparatuur populaire muziek gemaakt kon worden. Die opdracht bevreemdde mij. Ik was geen specialist, ik was geïnteresseerd in elektronica, ik wilde naar de wereld van de radio en de grammofoonplaat. Maar ik probeerde het en in twee dagen had ik Song Of The Second Moon in elkaar gezet. Ik vond het resulaat gênant, maar het werd onmiddellijk belangrijk gevonden, terwijl het eigenlijk een laboratoriumproef was. In die tijd vloog de Spoetnik rond de aarde en op de radio kon je daar de bliepjes van horen. Dat soort geluiden zaten ook in mijn stuk. Puur toeval. Het werd voorpaginanieuws in alle kranten."

De elektronische popmuziek was geboren en Philips maakte wereldwijd furore met de compositie waar Raaijmakers als werknemer zijn eigen naam niet onder mocht zetten. Hij koos het pseudoniem Kid Baltan (vanwege zijn bijnaam NatLab Dick). Vanaf 1959 begon hij onder eigen naam functionele muziek te maken voor Philips. In het licht van zijn latere loopbaan mag die muziek beschouwd worden als de ware bakermat van zijn omvangrijke oeuvre. Die muziek, onder andere voor educatieve films als ‘Achter de schermen’ (over de productie van beeldschermen voor televisie) en Fuel For The Future, klinkt nu nog indrukwekkend. Het zijn baanbrekende montages met industriële geluiden en mechanisch aandoende cadansen waarmee Raaijmakers, de componist zonder noten, alle principes van traditionele muziek losliet. Als Kid Baltan werd hij assistent van Tom Dissevelt, een jazzbassist en arrangeur die met The Skymasters en Rita Reys had gewerkt.

Dissevelt (1921-1989) was een visionair en Raaijmakers is blij dat Popular Electronics ruimschoots aandacht kan schenken aan dit vergeten genie. "Ik vond het geweldig met Dissevelt te werken. Zijn muziek had een ongelooflijke kwaliteit, maar het was heel intensieve arbeid. Over een stukje van drie minuten deden we wel een maand. Ik vind hem een absolute pionier, onvergelijkbaar in Nederland."
Dissevelts magnum opus op het gebied van populaire elektronische muziek is de in 1963 verschenen LP Fantasy In Orbit (an astronaut’s impression while orbiting the earth), die in zijn geheel terug te vinden is in de CD-box. Het is wonderbaarlijk vindingrijke muziek vol verbeeldingskracht en een opmerkelijke lyriek. Fantasy In Orbit moet gezien worden als een voorloper van jaren zeventig synthesizermuziek à la Tangerine Dream en Kraftwerk, of de latere techno-ambient. "Wij hadden destijds niet echt het gevoel dat we aan het pionieren waren. Het was werk, Philips was een bedrijf. Er werkten tweeduizend mensen in dat laboratorium. Er was geen gevoel van verbondenheid. Ik had niets te maken met wat anderen deden en ik wist niet eens dat Edgard Varèse, een van de grootste componisten van de twintigste eeuw, een paar meter verderop aan het werk was."
Varèse maakte in Eindhoven zijn beroemde Poème Electronique dat in 1958 te horen was in het Philips-paviljoen op de World Expo in Brussel. Ondertussen bleef Raaijmakers werk niet onopgemerkt. Stanley Kubrick vroeg hem de muziek te maken voor 2001: A Space Odyssey en filmstudios in binnen- en buitenland wilden hem inlijven. "Als ik commercieel talent had gehad, was ik schatrijk geworden."
Maar Raaijmakers had zo zijn eigen ideeën. Hij ontwikkelde zich als theatermaker, beeldend kunstenaar en theoreticus. In 1963 begon hij in Den Haag met collega-componist Jan Boerman een privé-studio die drie jaar later zou verhuizen naar het conservatorium waar Raaijmakers als docent aan verbonden zou blijven tot 1995.

Popular Electronics is uitgebracht door Basta. www.basta.nl

Haagsche Courant, augustus 2004