Diamanda Galas: Engel der Wrake (2002)

“My voice is an inspiration to my friends and an instrument of torture to my enemies.”

Zangeres, pianiste, componiste Diamanda Galás was halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw de eerste artiest om stem te geven aan de slachtoffers van de AIDS-epidemie. De Amerikaanse van Grieks-Armeense afkomst komt tevens op voor de duizenden Armeniërs en Grieks-Anatolen die in respectievelijk 1915 en 1922 werden afgeslacht door de Turken. Een weggestopte zwarte bladzijde uit de geschiedenis, een genocide die zelfs wordt ontkend. Ziekte, lijden, dood, genocide; het zijn niet de makkelijkste thema’s die zij heeft gekozen. Diamanda Galás heeft muziek onlosmakelijk verbonden zijn met haar privéleven, haar identiteit.

Foto andynew

Als zangeres en componiste is ze onvergelijkbaar en staat zij op eenzame hoogte. Niet alleen is zij een solo-artieste in de meest letterlijke betekenis, maar zij bestrijkt ook een muzikaal genre dat geen plaats biedt aan collega’s, concurrenten of epigonen. Haar muziek is haar geheel eigen, als een tweede huid. In de muziekwereld neemt Galás een geïsoleerde positie in, maar ook in haar privéleven hebben begrippen als eenzaamheid en isolement haar getekend. Het is af te lezen aan haar gezicht, een hard, hoekig maar expressief gelaat, als een landkaart haar indentiteit. Maar haar belangrijkste karakteristiek, is haar stem. Het is de vleesgeworden stem van de furie. Gewapend met een bereik van bijna vier octaven dat door middel van een baanbrekend gebruik van elektronische middelen een hels koor van getormenteerde engelen kan aansturen, trekt Galás ten strijdde om de doden en zij die ten dode zijn opgeschreven te vertegenwoordigen.

In haar trilogie Masque Of The Red Death gebruikte zij de pest als metafoor voor AIDS, voor een tragedie waarvan naar de ontwikkeling en omvang alleen maar gegist kan worden in een wereld die in eerste instantie zondebokken en verdoemden aanwees op grond van seksuele voorkeur of levensstijl.
Diamanda Galás (San Diego, 1955) maakt enerzijds avant-gardistische elektronische muziek waarvoor ze nieuwe technieken ontwikkelde om de menselijke stem te gebruiken. Anderzijds put zij uit de rijke traditie van blues en gospel die zij geheel naar eigen hand weet te zetten door de metaforen die deze genres kenmerken te plaatsen in de context van de onderwerpen die haar bezighouden. Galás is een engel der wrake, een artieste die haar indentiteit en muziek in dienst stelt van mensen – dood of levend – wiens stem niet wordt gehoord.
”I never do work because I feel that people are going to relate to it. I do it because I feel that I need to do it. I could say I have my own religion during this time – the truth of my convictions. I think one has to search one’s soul very, very much. I’m not sure how many people do that. But I’m willing to search my soul. I expect everyone else to do the same.”

Het leek onwaarschijnlijk dat zij zangeres zou worden. ”Alleen idoten en hoeren zingen”, zei haar vader die professor in de Griekse mythologie was. Het zou een onbedoeld profetische uitspraak blijken. De jonge Diamanda groeide op in een isolerende familiestructuur. Net als haar oudere broer mocht zij geen kinderen van school of uit de buurt mee naar huis nemen. Wel kreeg zij vanaf haar vijfde jaar pianoles en toonde ze zich een groot talent. Zij was dertien toen zij gevraagd werd voor de San Diego Philharmonic en zij speelde tevens in de jazzband van haar vader. Voordat Galás besloot podiumkunsten te gaan studeren aan de Universiteit van Californië, studeerde zij biochemie en immunologie.

Geïnspireerd door de verhalen van haar moeder over de klaagzangen die rouwende Griekse vrouwen plegen te zingen op begraafplaatsen, besloot zij zangles te nemen. In eerste instantie zong Galás op straat, in de achterbuurten van Oakland waar ze bevriend raakte met een groep travestiete prostituees. Verslaafd aan speed en heroïne tippelde zij korte tijd onder de naam Miss Zena. Zij trad ze op in psychiatrische instellingen alvorens zij naar Europa vertrok om haar heil in de opera te zoeken. Galás kwam in aanraking met de Europese avant-garde en werkte met gerenomeerde componisten als Xenakis en Boulez. Toen in 1983 het HIV-virus opdoemde, besloot zij haar muziek te wijden aan de in eerste instantie met Bijbelse connotaties overladen AIDS-epidemie. Zij wist destijds nog niet dat haar broer, de succesvolle toneelschrijver en dichter Philip-Dimitri Galás, besmet was met het HIV-virus. Hij stierf in 1986 aan gevolgen ervan. Hoewel zij de notie afwijst dat haar muzikale kruistocht tegen de vooroordelen en hypocrisie betreffende AIDS voortkomt uit de dood van haar broer, heeft deze familietragedie haar wel extremer gemaakt in haar (artistieke) opvattingen. Haar confronterende muziek en haar radicale stellingname maakte haar tot een ikoon voor mensen met AIDS. Zij is actief in de internationale AIDS-gemeenschap, met name die in haar woonplaats New York City.

Diamanda Galás is een uniek en onvergelijkbaar componiste en uitvoerend artieste die in technisch opzicht gerekend wordt tot de beste zangeressen van onze tijd. Zij gebruikt haar stem als wapen maar ook als instrument van troost en kracht. Middels een ingenieus elektronisch systeem van microfoons, tapes en effectapparatuur weet zij in haar performances een grote diversiteit aan stemmen met elkaar in dialoog te brengen. Deze vorm kreeg voor het eerst gestalte in haar compositie Song From The Blood Of Those Murdered, dat handelde over de slachtoffers van de Grieke junta (1976-1974) en dat inhoudelijk een voorbode was van haar composities over de Armeense genocide en AIDS. Haar belangrijkste werkstuk is Plague Mass, dat in 1990  in premiere ging in de St. John the Divine kathedraal in New York. Vanwege de keuze voor deze locatie werd zij verketterd door de katholieke kerk, terwijl opvoeringen in Italië bijna leidde tot vervolging door de Italiaanse regering.

“A lot of my work deals with death by isolation, or the struggle against isolation”.

Een belangrijk thema in haar muziek is de gedwongen afzondering, het isolement. Niet alleen het isolement dat mensen in gevangenissen of psychiatrische instellingen ervaren, maar ook de sociale afzondering waar AIDS-patiënten mee te maken krijgen. Deze thematiek speelt ook een belangrijke rol in de meer traditionele concerten en platen met liederencycli. Naast eigen en uit de Bijbel ontleende teksten, heeft Galás voor deze cycli literaire teksten van ondermeer Charles Baudelaire, Pier Paolo Pasolini, Miguel Huezo Mixco en Henri Michaux op muziek gezet terwijl zij ook blues-, gospel- en soulsongs van onder andere Blind Lemon Jefferson, Willie Dixon, Screaming Jay Hawkins en The Supremes interpreteert.

Deze essayistische biografie is een remix van een research-opdracht uit 2002 voor VPRO-TV t.b.v. de uiteindelijk niet geproduceerde serie Soul Mining. Artikel geplaatst met toestemming van Soul Mining ™

Discografie:

”My voice is an instrument of truth.”

e Litanies of Satan (Y Records, 1982)
Diamanda Galás (Metalanguage, 1984)
The Divine Punishment (Mute, 1986)
Saint of the Pit (Mure 1986)
You Must Be Certain of the Devil (Mute, 1988)
Masque of the Red Death (Mute, 1988)
Plague Mass (Mute, 1991)
The Singer (Mute, 1992)
Vena Cava (Mute, 1993)
This Sporting Life (met John Paul Jones) (Mute, 1994)
Schrei X (Mute, 1996)
Malediction and Prayer (Mute, 1998)
La Serpenta Canta (Mute, 2003)
Defixiones; Last Will and Testament (Mute, 2003)
Guilty Guilty Guilty (Mute, 2008)