Dave Angels funky business (2002)

“De laatste keer dat ik in Nederland was, kon ik niet draaien vanweg de regen. Dat was het Extrema festival in Eindhoven. Oh man. What a horrible day!”. Dave Angel baalt er nog van. Maar de Londense technoheld die zoveel funk in zijn opwekkende sound stopt, keert op 31 december terug naar Eindhoven voor een spectaculair oudejaarsavondfeestje. Voor het zover is, kunnen de fabs zich laven aan DA 02: The Rework Album, de tweede compilatie uit een serie van vier voor TrustTheDJ, het Britse online-label en radiostation. BG vroeg Dave Angel naar de verschillen tussen de een remix en een rework, familietradities en zijn derde volwaardige album dat al zo lang op zich laat wachten.

“Ik heb 28 tracks klaar. Het afgelopen jaar heb ik thuis een nieuwe studio ingericht en sindsdien ben ik lekker aan het werk. Maar ik heb geen haast. Jullie moeten maar geduld hebben”, lacht Angel joviaal. Hij vertelt dat hij recentelijk met George clinton en Roy Ayers aan tracks voor zijn nieuwe album heeft gewerkt. De samenwerking met P-funk peetvader Clinton is weliswaar een opmerkelijke, maar geen vergezochte. De als Nicolas Gooden in 1966 in Chelsea geboren Angel mag dan Jamaicaans bloed hebben, reggae vindt hij minder fijn dan funk. “Ik drumde al in een reggaeband toen ik twaalf was en mijn oom had een soundsystem waar ik veel mee opgetrokken heb in mijn jeugd. Daar kwam mijn interesse voor dj-en vandaan, maar reggae vond ik niet avontuurlijk genoeg. De dubmuziek van King Tubby of Scientist vind ik wel okay, maar uiteindelijk is het me allemaal een beetje te saai. Altijd maar dezelfde bas- en drumpatroontjes. Twee akkoorden, meer is het niet. En dan maken ze ook nog eens van één track honderd versions…”, Angel moet er onbedaarlijk van lachen. “Het is best wel cool, maar ik heb altijd meer met jazz en funk gehad, weet je”.

“Met George Clinton werken was een hele ervaring, to say the least. Ik was bezig met een clubtrack van zo’n 130 bpm, het had een soort Clinton-vibe, een funk-riff die me aan zijn sound deed denken. Via via heb ik hem een tape gestuurd met het verzoek of hij iets in een samenwerking zag. George had er wel oren naar en ik heb hem laten overvliegen naar Londen om zijn zang op te nemen. A mind blowing experience, man! Ik kon het niet heloven dat ik in de studio was met George Clinton, een artiest met een geweldige staat van dienst, een legende.”

Na de vorig jaar verschenen mix-CD DA 01, waarop eigen producties van zijn Rotation-label en lievelingsplaten van anderen de DJ-set vullen, heeft Angel voor The Rework Album een keuze gemaakt uit de remixen die hij de afgelopen tien jaar voor de meest uiteenlopende artiesten heeft gemaakt. De zeurpieten onder ons, waaronder ondergetekende, zullen zich afvragen waar bijvoorbeeld zijn sterke remix van Underworlds King of Snakes gebleven is, of zijn briljante bewerking van Sun Electrics ambientklassieker Entrance. “Het krijgen van een licentie kan een kostbare zaak zijn”, verzucht Angel. “Sommige major labels vragen echt belachelijk veel geld.”
Maar laten we vooral niet klagen, want de elf tracks tellende compilatie geeft een mooi beeld van Angels veelzijdigheid. Van de hemelse strings in Model 500’s I Wanna Be There via de bezwerende old school sound van Ken Ishi’s Extra naar de complexe ritmes van Krusts Maintain, is DA 02: The Rework Album niet te versmaden.
“Als ik kies voor een rework, een term die ik als code gebruik, wil ik een track geheel veranderen en er een gevoel aan geven dat het origineel niet had. Dat is wat anders dan een remix. Luv U Still van Praga Khan is een echte rework, van het origineel heb ik alleen een zanglijntje gebruikt. Een van mijn allereerste remixen was voor Model 500. Man, het was zo geweldig dat een van mijn absolute helden, Juan Atkins, mij vroeg. Voor mij is het allemaal begonnen met de Detroit sound, met mensen als Atkins, Kevin Saunderson en Mike Banks. Zonder die gasten zou er geen techno zijn geweest. Die hele Britse acid house-scene heeft me nooit geboeid. Wat ik tof vond aan de Detroit techno waren de synthesizers en de jazzinvloeden”, vertelt Angel over zijn jonge jaren die getekend werden door enerzijds zijn werk voor radiostation Phaze One (Met Fabio en Grooverider) en anderzijds door kleine criminaliteit en aanvaringen met de sterke arm van de wet, die hem tot drie keer toe achter de tralies deed belanden.

“De hoeksteen van mijn sound? Vooral toch funk. Ik heb meer moeite met het maken van een harde clubtrack dan met iets dat funky en sfeervol moet zijn. Ik denk niet dat techno op een dood punt is aangeland. De scene is voortdurend in beweging en internationaal gezien is techno de belangrijkste clubmuziek.”
Angels label Rotation staat voor compromisloze kwaliteit. “Toen mijn contract met Island afliep (Angel maakte voor Island het album Tales of the Unexpected – EQ) stond ik niet te springen om weer met een major in zee te gaan. Ik zag er geen toekomst in en ben me op Rotation  gaan richten. Zelf maakte ik in die periode niet veel muziek. Ik wilde het een poosje rustig aan doen want door al dat DJ-en over de hele wereld was ik nooit thuis bij mijn familie. Mijn oudste zoon heb ik nauwelijks zien opgroeien. Opeens was hij dertien en besefte ik wat ik allemaal had gemist.”
Dat Dave een familieman is, weten we al sinds hij zijn vrouw en kinderen, zijn ooms en tantes afbeeldde op de hoes van Tales of the Unexpected (1995). Angel komt uit een muzikaal nest. Zijn bekendste bloedverwant is zijn zus Monie Love, een van de invloedrijkste hip hopsterren die Engeland heeft voortgebracht. “Monie woont in New York, ze heeft een gezin. Ze rapt niet meer, maar doet wel een radioshow.” Een opvallende track van The Rework Album is Dave’s mix van Believers, een liedje van zijn jongere zus Baz. Zij debuteert volgend jaar op One Little Indian met een album dat haar broer omschrijft als een kruising van singer/singwriterpop en R&B.
Dave’s vader was jazzmuzikant. Hij kwam in 1959  uit Jamaica naar Engeland op zoek naar een beter bestaan. “Hij was van grote invloed op mij. Al zijn vrienden waren muzikant en als kind mocht ik vak mee naar studiosessies. Ik was acht toen ik met drums begon. Mijn eerste echte betaalde sessie deed ik toen ik twaalf was. Wat ik vooral van mijn pa heb geleerd, is dat je moet oefenen. Oefenen, oefenen en nog meer oefenen. Als mijn vriendjes buiten speelden, zat ik achter mijn drumstel. Dag in, dag uit. Een drumstel bezit ik niet meer, tegenwoordig gebruik ik liever een computer.”
Gezien de muzikale traditie van zijn familie moedigt hij zijn drie kinderen aan in die richting, maar de Goodens beschikken over nog meer talenten. “Mijn jongste zoon leert momenteel de basics van keyboards. Net als zijn broer is hij ook DJ, maar mijn oudste zoon houdt van sport. Hij voetbalt bij Reading FC, een tweede divisieclub. Hij is twaalf en heeft onlangs een contract gekregen om een opleiding bij Reading te volgen. Ik ben erg trots op hem en ik hoop dat hij ooit voor Arsenal zal spelen”.

Selectieve discografie:
Classics (R&S)
X-Mix 4: Beyond the Heavens (Studio K7)
Tales of the Unexpected (Island)
Globetrotting (Island)
39 Flavours of Tech-Funk (React)
Knockout EP (Rotation)

Dit artikel verscheen in BG Magazine, november 2002.