Vladislav Delay is niet schizofreen (2008)

“Als mijn muziek een gebouw zou zijn dan zou het niet lang blijven staan. Een stevig fundament ontbreekt omdat de muziek niet op regels gebaseerd is. Mijn muziek is eerder zo’n shanty town-hutje op Jamaica”, zegt Sasu Ripatti, de Finse muzikant die beter bekend is onder zijn artiestennamen Vladislav Delay en Luomo.

Het leggen van een verbinding tussen elektronische muziek en architectuur is een oppervlakkige, maar het is wel een link die vaker is gelegd sinds de opkomst van techno. In het boekje van een van zijn laatste albums prijkt een foto van de Erasmusburg in Rotterdam. “Ik reis veel en fotografeer graag. Architectuur boeit mij, vooral het werk van Rem Koolhaas. Het lijkt me interessant om een geluidsontwerp te maken voor een gebouw van Koolhaas.” De muziek van de in 1976 geboren Sasu Ripatti staat ver af van de door rigide ritmische patronen gedomineerde techno. Als Vladislav Delay maakt hij experimentele, organische muziek met voortdurend veranderende ritmes en diepe baslijnen in melancholieke dub-achtige soundscapes. Onder andere pseudoniemen, zoals Uusitalo of Luomo, maakt de Fin echter geheel andere muziek. “Nee, je hoeft niet schizofreen te zijn om zoveel verschillende dingen te kunnen doen. Ik heb nu eenmaal een brede smaak. Als ik me zou beperken tot een bepaalde stijl zou ik me zorgen maken en zou ik een psychiater bezoeken.” De sinds zeven jaar in Berlijn woonachtige Ripatti heeft een achtergrond als jazzdrummer. Percussie speelt een belangrijke rol in zijn onbestemde maar fascinerende muziek. Voor zijn optreden als Vladislav Delay, aanstaande zaterdag tijdens het festival Berlin Ruft An!, hanteert hij naast elektronica ook percussieinstrumenten. “Ik ga binnenkort drums spelen met een akoestisch jazzkwartet. Het geeft mij een bepaalde vreugde die ik niet krijg als ik met machines werk. Niet alleen het fysieke aspect spreekt me aan, maar ook de communicatie met andere musici. Als ik puur met elektronische instrumenten werk dan reageer ik weliswaar op wat die machines doen, maar ja, een machine kan niet op mij reageren.”

AD Haagsche Courant
Mei 2008