Michael Karoli: “Can heeft ons gevormd.” (1997)

Michael Karoli (1948 – 2001) was gitarist, violist en zanger van de invloedrijke Duitse band Can. In 1997 sprak ik hem ter gelegenheid van het remix-project Sacrilege, waaraan o.a. Brian Eno, Carl Craig en Sonic Youth meewerkten.

Ben je verrast door de nieuwe belangstelling voor Can?
“Niet verrast, wel blij. Het is wel wat vreemd om te praten over dingen die 30 jaar geleden plaatsvonden.”
-Is het niet raar dat er enkele hippe namen uit de dansscene voor nodig waren om Can weer in de picture te krijgen?
“Nee, dat is normaal. hetzelfde gebeurde met Schubert toen Liszt, een hippe man in zijn tijd, Schubert begon te spelen op zijn manier. Het is hetzelfde als The Rolling Stones voor Muddy Waters deden.”
-Er schijnt een krautrock-revival te zijn, maar hoorde Can ooit bij de krautrock?
“Nee. Nick Kent heeft die term bedacht. Met Can deden we aan instant composing. Niets was gerepeteerd, ook niet als we optraden. We luisterden naar het geluid van de zaal en dan deed een van ons iets zodat het begon. Iedere keer speelden we iets nieuws. Dat deden andere Krautrock-groepen niet zover ik me kan herinneren.”
Faust?
“Ik heb nooit iets van Faust gehoord.”
-In hoeverre waren jullie betrokken bij de remix-cd Sacrilege?
“Helemaal niet. Het was Daniels idee. Van de remixers kenden we Brian Eno al heel lang en ik heb hem altijd als een verwante geest gezien. De andere remixers kende ik niet, maar ik ben erg blij verrast met het resultaat.”
-Ben je inmiddels naar de muziek van bv Carl Craig gaan luisteren?
“Ik heb een concert van Sonic Youth gehoord dat ik erg goed vond. Ik wist dat SY op een bepaalde manier door Can beinvloed is. Het zou me niet verbazen als SY aan instant composing deed. Ze proberen alles. Dat ze Spoon zo vertraagd hebben, is een gek idee en die benadering is erg Can. Hun live-sound is ook vergelijkbaar.”
-Heeft Can ooit in Nederland gespeeld?
“Nee, vreemdgenoeg niet. Misschien was er in Nederland toen geen interesse voor Duitse muziek. Can-muziek werd gezien als Duitse muziek – wat niet klopt volgens mij.”
-Het schijnt dat er een nieuwe generatie belangstelling heeft voor Can, een generatie die zich voornamelijk met elektronische dansmuziek bezighoudt. Wat is de aantrekkingskracht voor techno- en jungle-artiesten om naar Can te luisteren?
“Can probeerde altijd een soort van dansmuziek te maken. Can wilde lichaam en geest aanspreken. We wilde muziek maken die geen uitleg nodig had, muziek die de luisteraar raakte. Muziek die uit het Land van de Muziek kwam. De muziek gebruikte ons…We hadden de beste drummer die ik ken en daardoor hadden we een sterk ritme…Vanaf het begin hebben we de sample-techniek gebruikt als een belangrijk element van onze muziek en tegenwoordig kan geen enkele muzikant die sampelt om Can heen. We gebruikten ook tapes, achterstevoren, dingen vertragen…ken je de big bang aan het begin van ‘Oh Yeah’, dat was het geluid van twee heel kleine rotjes die we tot ontploffing brachten. dat geluid hebben we vertraagd en daardoor kregen we die enorme boem.”
-Wat vind je van al die machine-made music van tegenwoordig?
“Als het alleen maar door machines gemaakt wordt, is het geen muziek meer, want muziek wordt door mensen gemaakt. er moet een mens zijn die de machines bedient. Een gitaar is ook een machine.”
Can had altijd een speciale relatie met machines…
“We hadden een drummer die een machine wilde zijn. We wilden altijd het persoonlijke, het ego, uit de muziek halen, al het menselijke. We wilden muziek maken zoals het universum draait, of zoals de natuur, of God, werkt.”
-Can beschouwde machines toch als levende dingen?
“Ja, machines zijn vreemdgenoeg ook levende dingen (lacht). Er zijn heel wat rare dingen gebeurd met machines. Toen Jaki een keer met Jah Wobble ergens aan werkte, was er iets met een sequencer die Jaki niet beviel. De producer stond er op dat de sequencer gebruikt werd. Op een geveven moment zei Jaki ‘als de sequencer mij probeert te naaien, zal ik de sequencer eens naaien’. Hij begon te spelen en de sequencer ging kapot. Jaki has a very high destructive power, iets dat erg belangrijk is voor Can.”
-Is het verhaal juist dat hij een klok bij de BBC deed stoppen met zijn ritmes?
“Of hij daar verantwoordelijk voor was, weet ik niet, maar de klok stopte…iedereen zag het. Waarschijnlijk was het toeval.”

-Er zijn wel meer van die toevalligheden in de Can-geschiedenis.
“Veel grappige incidenten. Zo hadden we ergens een heel oud Selmer-orgel gevonden. gewone geluiden kwamen er niet meer uit, het was kapot. Opeens tijdens de opname van ‘Unfinished’ begon het orgel een geweldig lawaai te maken.Uit zichzelf. Ik schreeuwde naar het orgel en het stopte. Ik vroeg Irmin of ik het opnieuw moest laten beginnen en ik zei ‘go on’ en het orgel begon weer rare geluiden te maken. Daarna heeft het nooit meer gewerkt. Dit incident heeft niets met mij te maken, maar ons leven in de studio…iedere dag was zo intens dat alles synchroon begon te lopen. verschillende dingen gebeurde op het zelfde moment. Dat heeft met muziek te maken, muziek doet dat.”
-Is muziek een vorm van magie?
“Ja, in zekere zin wel. Muziek is ook een vorm van magische kracht. Toen Can begon wilden we muziek gebruiken zoals een shamaan muziek gebruikt. Muziek dat een direct affect op de luisteraar heeft. Ik zie muziek als een natuurkracht, misschien wel als een goddelijke kracht. Een mens kan geen muziek maken, maar muziek is als geen geest die de mens gebruikt om zich te manifesteren. Can was een soort van geest die tussen ons vieren bestond. Een geest met een eigen leven. Can is dan ook geen product van ons, maar wij zijn het product van Can. Heel vreemd.”
-In hoeverre waren jullie geinteresseerd in magie? Er zijn I-ching tekens op hoezen te vinden, terwijl ‘Tago Mago’ naar Aleister Crowley verwijst
“Tot op zeker hoogte, maar we waren geinteresseerd in alles… in het universum.. in de natuur. Magie is een manier om de natuur te beinvloeden. Dat boeide ons. We hebben nooit geprobeerd om magie te bedrijven. We waren ook geinteresseerd in zaken als astrologie en zo…omdat het een mogelijkheid was om bepaalde dingen te verklaren. Waarom zijn mensen die in de lente geboren zijn anders dan die in de herfst geboren zijn, van die dingen…je omgeving vormt je muziek en op die manier waren we een Duitse groep. Als je in de woestijn woont, maak je andere muziek dan als in het regenwoud leeft. Wij leefden in de omgeving van Keulen, een gebied met veel industrie(geluiden) en prachtige landschappen.”
-In de zomer maakte Can heel andere muziek dan in de winter…
“Inderdaad, maar ook ieder jaar was de muziek anders. iedere plaat heeft iets speciaals dat typerend voor dat jaar was.”
-Waar kwam die interesse voor Crowley vandaan, ‘Aumgn’ is een magische formule…
“Uit een boek. Irmin vond de woorden erg grappig om te zingen. Het was tijdens een sessie die de hele dag duurde. Damo, Holger en ik waren met iets begonnen en het was mijn idee om heel zachte muziek te maken met akoestische instrumenten. Irmin kwam later en was in een heel andere bui en hij begon vreselijke herrie te maken en met stoelen te gooien. Hij heeft de halve studio vernield die dag. Toen hebben we Aumgn gemaakt, onze meest magische track, maar het was dan ook een heel magische dag…het is geen nummer om hallucigene middelen bij te gebruiken (lacht) We hadden het idee dat muziek een drug is en vonden het belangrijk dat onze muziek een drug zou zijn…”

Jij was de enige in Can met een ‘rock’-achtergrond…
“Nee, eerst jazz toen ik nog op school zat en daarna heb ik een maand bas gespeeld in een soul band. ik vond het leuk dat ik de meisjes aan het dansen kon krijgen. met Can heb ik vanaf het begin dansmuziek willen maken, muziek die direct het lichaam ingaat. Maar dat wij vieren zo verschillende muzikale achtergronden hadden, was de kracht van Can.”
-Was het als hecht kwartet moeilijk om met vocalisten te werken?
“Met Malcolm en Damo was het goed werken, daarna hebben we nooit meer een geschikte zanger kunnen vinden. Niet dat we niet gezocht hebben. Ik ben later gaan zingen omdat iemand het moest doen. Ik hield er niet van. Ik wilde geen rock-muzikant zijn…Akkoord, OK, iedereen wil indruk maken op de meisjes, maar ik deed het vooral toch voor het avontuur, om muziek te maken die ik nog nooit gehoord had…als kind speelde ik viool.”
En veel op ‘Soon over Babaluma’?
“Maar niet erg goed… Ja, ik speel nog steeds, maar nog niet beter (lacht), ik ben te langzaam. ik leg me nu toe op cello en doublebass.”

-Zou je Holger, Jaki en Irmin kunnen typeren in 1 woord?
“(lange tot zeer lange stilte) Holger is like a glowing knife..he’s very hot. Jaki is full of urge, with a strong inner pressure. Irmin is like a nice piece of land…. Vroeger beschreef ik Can als volgt: Holger is het paard voor de wagen, Jaki is de man op de bok met de zweep, ik het landschap waar de wagen over raast en Irmin is het weer. Dat was mijn idee over de band toen we Tago Mago opnamen.”
Can heeft gewerkt met muzikanten uit Amerika, Japan, Afrika en Jamaica. In hoeverre waren die achtergronden van invloed?
“Iedereen met wie ik ooit gewerkt heb, heeft mij totaal beïnvloed. Elke noot beïnvloed me. Het Can-idee was altijd dat alles wat er ook gebeurde terwijl er muziek gemaakt werd, deel van de muziek was. Dus, als de telefoon gaat en het klinkt niet lekker met de muziek, is de muziek niet goed. Het was heel grappig toen we One More Night speelden… in het ritmische middenstuk hoor je een telefoon buzzen, Irmin hoort het niet, maar begint wel van die buzzy geluiden te spelen… Een weker later, toen we dat nummer aan het mixenwaren, verwachtte Irmin een telefoontje. De telefoon stond aan de andere kant van de studio. We kwamen bij het stukje waar je de telefoon kunt horen en Irmin rende meteen naar de echte telefoon . Hij dacht dat het deel uitmaakte van het ritme… Een typisch Can-geval.”

-Je speelde prachtige high life-gitaar op Saw Delight
“Ik had net de vrouw van mijn leven ontmoet… mijn huidige vrouw, de moeder van mijn kinderen. We waren samen naar Afrika geweest, waar ik high life-muziek hoorde. Ik was erg blij met Rosko en Rebop in de band. ik hield zo van high life, omdat het pure dansmuziek is. Als je een nachtclub in Afrika bezoekt waar een goede high life-band speelt, voel je je als een worteltje dat in een kokende soep gedaan wordt. je moet bewegen… Die invloed kon op Saw Delight niet uitblijven. we hadden toen net Rosko in de band, net zo hot als Holger… En wat kan ik anders doen als ik met een Afrikaan musiceer dan zelf een beetje Afrikaans worden…”
-Wat ging er mis met het misschien maar beter vergeten album Out Of Reach?
“Rosko en Rebop begrepen de Can-filosofie niet. Ze hielden van de muziek, maar zij waren slachtoffer van de Amerikaanse muziekindustrie, zij dachten dat iedereen ze wilden naaien. Daarom wilden ze eigen songs op de plaat hebben, een idee dat totaal anti-Can is. Ken je The Thief, dat nummer is voornamelijk door Holger geschreven, maar niemand heeft er ooit over gedacht om hem de credit te geven. The Thief  was een Can-song omdat ie door Can gespeeld werd. En door de manier waarop. Maar Out Of Reach heeft niet de Can-spirit. Die periode was een triest misverstand.”
-Hoe kijk je terug op Rite time, de reunie met Malcolm?
“Het was een eervolle poging om een Can-plaat te maken. We hebben ons best gedaan. Het is o.k. Sommige stukjes zijn erg goed, maar je moet niet vergeten dat onze muziek niet zonder problemen en ruzie tot stand kwam. We didn’t have a good time while we made Can records. Het was fijn om Malcolm weer te zien, maar er waren veel ruzies. Het was de verkeerde tijd. Als we ooit nog een plaat zouden maken, moet het iets totaal nieuws zijn. Ik denk niet dat het gebeurt, maar ik sluit het niet uit. Er zijn vooralsnog geen plannen. Volgend jaar brengen we een plaat met oude live-opnamen uit. De meeste opnamen zijn echter van slechte kwaliteit zodat ik er nog wel wat werk aan heb. Er zijn veel tapes, maar de beste optredens zijn bijna allemaal met mono cassetterecorders opgenomen. Ik werk aan een soloplaat. Muziek in de geest van Can, maar heel anders. Ik heb een nieuwe sound die Can-fans wel zal bevallen.”
-Is het lollig om nu met z’n vieren interviews te doen en hebben jullie contact gehouden sinds Rite Time?
“We staan voortdurend met elkaar in contact, we werken samen maar niet alle vier tegelijkertijd. Twee van ons werken altijd samen. Jaki en ik, of Jaki en Holger, of (etc). De Can-spirit leeft. Ik kan geen andere muziek maken dan muziek in de geest van Can. Zoals ik eerder zei: Can made us.”

Het gesprek vormde de basis voor publicaties in De Limburger en de Haagsche Courant.