Bruce Fowler: “Zappa haatte jazz-snobs”. (2002)

"Jazz is niet dood, het ruikt alleen een beetje raar”, zei Frank Zappa in 1974, in een periode dat de gitarist, componist en bandleider zich omringde met musici met een jazzachtergrond zoals trombonist Bruce Fowler. ,,Frank hield erg van jazz, maar wat hem tegenstond waren de jazz-snobs met hun arrogante en neerbuigende houding”, zegt Fowler met verwijzing naar de befaamde quote van zijn voormalige werkgever.

Samen met weduwe Gail Zappa en Ali N. Askin (bewerker van 200 Motels, the suites) stelde Fowler het programma ‘A tribute to Frank Zappa’ samen dat op 10 juni wordt uitgevoerd door het Metropole Orkest met Fowler als voornaamste solist. Het programma legt de nadruk op Zappa’s meer orchestrale, jazzy composities uit de vroege jaren zeventig, stukken als The grand wazoo, Waka/Jawaka, Big swifty en RDNZL. Bruce Fowler (52) kwam in 1972 op instigatie van zijn basgitaar spelende broer Tom bij Zappa terecht. Zappa had zijn groep The Mothers Of Invention ontbonden en werkte met jazzmusici als violist Jean-Luc Ponty, pianist George Duke en drummer Ralph Humphrey aan de oerversie van RDNZL, een uiterst complex polymetrisch stuk dat een centrale plaats inneemt in zijn omvangrijke oeuvre. Zappa ging destijds composities schrijven die zich konden lenen voor de improvisatorische talenten van zijn nieuwe bandleden.

,,Ik had al gespeeld met de Woody Herman Big Band, maar het was mijn vader, William Fowler, die mijn broers (naast Tom ook trompettist Walt – EQ) en mij het meest geleerd heeft wat betreft elkaar overlappende ritmestructuren. Toen ik auditie moest doen voor Frank, was ik er helemaal klaar voor.” Hoewel de mythe vertelt over Zappa als muzikaal dictator die zijn musici precies vertelde wat ze moesten spelen, zegt Fowler dat improvisatie voorop stond in de werkwijze. ,,We improviseerden iedere avond op het toneel, maar ook tijdens plaatopnamen. Het enige wat Frank ons wel eens opdroeg, was om een van zijn gitaarsoli te leren spelen en vervolgens op te nemen voor een overdub op een plaat. Een goed voorbeeld hiervan is de trompetsolo op Waka/Jawaka. Werken met Frank was een educatie op zich omdat hij ons altijd uitdaagde om boven ons vermogen te presteren. Zo dwong hij ons om betere musici te worden." Bruce Fowler speelde in de eerste helft van de jaren zeventig mee op Zappa’s destijds meest ambitieuze projecten, zoals ‘The grand wazoo’ waarvoor Zappa met een twintig mans orkest aan de slag ging om een fusie tussen jazz, rock en modern klassiek te maken. Fowler maakte ook deel uit van Zappa’s misschien wel soepelste live-band met George Duke, saxofonist en zanger Napoleon Murphy Brock, en percussioniste Ruth Underwood. Met deze band maakte Zappa ondermeer het album Roxy & elsewhere waarvan de wonderlijke georchestreerde jazzstukken Echidna’s Arf en Don’t You Ever Wash That Thing op het programma staan van het tribute-concert van het Metropole Orkest.

,,De arrangementen heb ik speciaal voor het Holland Festival gemaakt. Het instrumentarium van het Metropole Orkest is uniek, want het is eigenlijk een big band met strijkers en aanvullend percussie. Daarom is er in het programma een nadruk op de jazz-kant van Franks werk. Deze stukken zijn nog nooit door een zo groot orkest uitgevoerd. Ze zijn oorspronkelijk geschreven voor de live-band en voor kleine studiogroepen met veel vrijheid voor improvisatie”, weet Fowler die geen specifieke soli uitgeschreven heeft voor de leden van het Metropole Orkest. ,,Nee, dat orkest heeft prima solisten en alle soli tijdens het concert zullen worden geïmproviseerd. De versies van Echidna’s Arf en Don’t You Ever Wash That Thing zijn gebaseerd op die van het Roxy-album. Dat waren destijds al meer orchestraties dan arrangementen. Voor de andere stukken heb ik de diverse verschillende uitvoeringen beluisterd om de beste te kiezen en in sommige gevallen heb ik delen uit verschillende versies gecombineerd. Ook heb ik de instrumentatie aangepast waar nodig en heb ik er voor gekozen om geen gitarist te gebruiken die Zappa’s oorspronkelijke partijen kopieert”. Na jaren deel uitgemaakt te hebben van Zappa’s band in de jaren zeventig, keerde Bruce Fowler eind jaren tachtig terug voor tournees en platen als Broadway The Hard Way en The Best Band You Never Heard In Your Life. Tegenwoordig werkt Fowler in Hollywood en droeg hij als arrangeur en trombonist bij aan soundtracks voor films als The Lion King en Gladiator, terwijl hij met andere ex-Zappa musici de groep Banned From Utopia vormt. Hij is zeer te spreken over zijn aandeel in het Holland Festival-programma. ,,Hoewel het meeste materiaal een jazz-smaakje heeft, bevat de muziek ook elementen uit de hedendaagse klassieke muziek die Zappa zo boeide. Hij was niet voor een gat te vangen en Frank onderschreef Duke Ellingtons stellingname dat er slechts twee soorten muziek zijn; goede en slechte."

Haagsche Courant Mei 2002