Altijd gelazer met Malcolm McLaren (1989)

Op 8 april 2010 overleed Malcolm McLaren op 64-jarige leeftijd aan kanker. De Britse kunstenaar, manager, impresario en producer, die wereldberoemd werd met zijn creatie The Sex Pistols, was vooral een dandy en provocateur par excellence. Lees hieronder het interview dat ik in 1989 met deze charmante, maar pedante kwast had op een winderig terrasje in Amsterdam.

Terwijl vogueing de nieuwe dansrage is, introduceert Malcolm McLaren de wals in de popmuziek. Johann Strauss ontmoet James Brown op Waltz Darling, de nieuwe lp van McLaren en zijn eerste in vijf jaar. De Britse zakenman is geen muzikant en Waltz Darling zou oorspronkelijk geen plaat zijn, maar een film. “Mijn idee was om een film te maken waarin Oscar Wilde de rock ’n roll uitvindt. Steven Spielberg vond het een fantastisch plan”, zegt McLaren.

Malcolm McLaren is een van de kleurrijkste randfiguren uit de popmuziek. Geen muzikant, maar eerder een strateeg. Na de kunstacademie te hebben doorlopen, was hij halverwege de jaren zeventig een tijdje manager van de Amerikaanse glamrock-band The New York Dolls. Met zijn toenmalige vrouw, de mode-ontwerpster Vivian Westwood, startte hij vervolgens een reeks boetieks in Londen waaronder de beruchte fetisj-winkel Sex. McLaren formeerde in 1975 de Sex Pistols en bedacht de perfecte strategie die tot hun succes zou leiden. Hij wist als geen ander de media te bespelen en creëerde het ene schandaal na het andere rond de groep van Johnny Rotten. Na het uiteenvallen van de Pistols stelde hij de film The Great Rock ’n Roll Swindle samen. Vervolgens procedeerde Rotten langdurig, maar znder succes tegen de al dan niet geoorloofde praktijken van McLaren. “Ik kan om juridische redenen niet over John praten”, zegt McLaren gedecideerd. Hij werd vervolgens manager en producer van Adam and the Ants en Bow Wow Wow, maar het echte grote succes kwam pas met zijn eigen plaat Buffalo Gals (1982), waarop McLaren hip hop en breakdance bij een groot publiek introduceerde. Daarna bleek hij iedere trend en rage net een stapje voor te zijn. Als eerste populariseerde hij de zwarte muziek uit de Zuidafrikaanse townships (Duck Rock) om daarna Puccini in een disco-jasje te steken voor het weergaloze Madam Butterfly (1984). En dan komt hij nu met Johan Strauss aanzetten.

Voor Waltz Darling heeft McLaren de hulp ingeroepen van funkveteraan Bootsy Collins en gitaarprins Jeff Beck, terwijl hij nieuwe vocale diva’s en lolita’s lanceert als Lourdes en Lisa Marie. De muziek is het best te omschrijven als glorieuze kitsch en daarmee versterkt McLaren zijn zelfgekozen imago van ongrijpbare, excentrieke charlatan. Waltz Darling is über-kitsch, bedacht door een non-muzikant die als een infiltrant binnen de popindustrie werkt. “Ik heb nooit gedacht dat ik iets wezenlijks zou kunnen bijdragen aan popmuziek, behalve dan als geobsedeerde fan die muziek wil gebruiken om maar één ding te bereiken, en dat is gelazer.”
“Het probleem is dat als je niet muzikaal bent, je kritiek krijgt. Wie een plaat maakt, weet dat die plaat altijd in relatie wordt gebracht met de persoon, in tegenstelling tot bijvoorbeeld een schilderij. Ik heb het probleem dat ik platen maak die op zich staan en dat is iets waar niemand in de popmuziek in geïnteresseerd is. Als ik een plaat uitbreng, ben ik na een maand al vergeten. Want ik heb geen band, dus ik toer niet. Ik speel geen instrument en zingen doe ik eigenlijk ook niet. Dus wat moet ik in die popwereld? Eigenlijk heb ik me nooit gehouden aan de spelregels die bij dit medium horen. Ik ben vijf jaar geleden naar Hollywood vertrokken omdat ik dacht dat ik nooit succesvol zou kunnen zijn met mijn muziek. In Hollywood lieten ze me geloven dat ik muziek moest blijven maken om in de filmwereld te kunnen werken. Ze vroegen me om filmmuziek en uiteindelijk heb ik toch maar weer een album gemaakt.”

“Het idee om de wals als motief te nemen ontstond in Hollywood, toen ik wanhopig op zoek was naar werk,” lacht McLaren. “Ik zag de film Back To The Future en begon met het idee te spelen om rock ‘n’ roll te verplaatsen naar de negentiende eeuw. Ik hou ervan om te rommelen met geschiedenis, dat is een obsessie van me. Ik vroeg me dus af hoe het geweest zou zijn als iemand in 1850 de rock ’n roll uitgevonden had in plaats van in 1950 – en wie dat dan wel geweest zou zijn. Het moest een geweldige decadente poseur zijn met een fantastisch gevoel voor humor en dat kon niemand anders zijn dan Oscar Wilde. Ik schreef een verhaal rond dit idee als plan voor een musical en maakte een afspraak met Steven Spielberg. Hij vond het een briljant idee voor een rockmusical, maar hij wilde weten hoe de muziek erbij zou klinken. Nu, de wals was de populairste en dominante dans van die periode, dus ik bedacht ‘Johan Strauss meets James Brown’. Steven kon zich daar niets bij voorstellen en vroeg of ik een demo wilde maken en toen heb ik er maar meteen een lp van gemaakt.” Het script voor de film is af, McLaren heeft het opgestuurd aan George Miller (Mad Max) . “Ik wacht nu op de dingen die komen gaan.”

Terwijl Waltz Darling in New York door Phil Ramone werd gemixed, ontdekte McLaren de nieuwste dansrage vogueing. “Al die poseurs op de dansvloer kwamen me voor als iets wat erg negentiende-eeuws was. Ik wilde daar meteen op inhaken in verband met het thema van mijn lp en in vier uur tijd nam ik Deep In Vogue op. Het is een soort disconummer, maar dan in de stijl van de goede, ouderwetse disco van de vroege jaren zeventig. Het doet denken aan de Philly soul en artiesten als Barry White en MFSB. Mijn platenmaatschappij CBS zag er niets in, want ze vonden het een ordinair disconummer, maar het staat nu wel nummer twee in de Amerikaanse dance charts”, zegt McLaren met een lekker puh-mondje.
McLaren woont al weer een aantal jaren in Amerika, maar tijdens een promotiebezoekje aan Amsterdam vertelt hij dat hij de indruk heeft dat Europa, afgezien van Engeland, nu weer de beste plek is. “Alles wijst er op dat de toekomst in Europa ligt, zeker niet in Amerika. Men is hier veel enthousiaster en vol vertrouwen. Europa is weer fris, modern en het is niet meer zozeer die museumcultuur die hier heerst. Ik heb het gevoel dat het hier weer gebeurt op het gebied van cultuur. Amerika wordt conservatiever, men is er angstig en minder zeker van zichzelf, alsof ze op cultureel gebied hun kruit hebben verschoten. In Amerika heerst nog steeds de ik-cultuur. De benoeming van Bush heeft er bepaald niet toe bijgedragen dat er van een nieuw positief elan sprake is. Amerika is saai geworden. Ik denk er over om naar Europa te verhuizen. Parijs, Milaan of Amsterdam. Engeland heeft grote problemen, ze weten daar nog steeds niet of ze Europees of Amerikaans willen zijn. De Engelsen zijn pietluttige, zeurende, idee-arme provincialen geworden. Niets krijgt in Engeland de kans zich te ontwikkelen. Ze willen daar alleen maar ideeën consumeren tot het moment waarop iets succesvol begint te worden en dan beginnen ze weer met iets nieuws. Het is een dilettantistische cultuur.”

De Gelderlander, 1989.