Lou Reed ontmoet een negentiende eeuwse zielsverwant (2003)

In zijn essay The Imp Of The Perverse schrijft Edgar Allan Poe over hoe de mens wordt aangetrokken door dingen waarvan hij weet dat ze slecht voor hem zijn. Als er één artiest uit de wereld van de rock ’n roll is die geobsedeerd is door dit thema, dan is het wel Lou Reed.

De beste songs van de man die ooit bekend stond als ’the phantom of rock’ gaan over die angstaanjagende aantrekkingskracht. Drugs, alcohol, sadomasochisme, travestie, prostitutie, zelfmoord: Lou Reed heeft er op een huiveringwekkend intense manier, meestal zonder een moreel standpunt in te nemen, over gezongen. Voorbeelden zijn er te over: Heroin, Venus In Furs en Sister Ray uit Reeds jaren met The Velvet Underground. Transformer, Berlin, Street Hassle, en New York zijn de meest voor de hand liggende (concept)albums uit zijn onevenwichtige maar fascinerende solocarrière. Dit jaar bracht Lou Reed een cd en een boek uit met de titel The Raven. Hij interpreteert het werk van Edgar Allan Poe en zet het naar eigen hand. Op Crossing Border leest Reed eruit voor. Lou Reed (61), die in 1997 al te gast was op Crossing Border en toen met een dodelijk saaie intonatie enkele songteksten opdreunde, kwam als tiener in aanraking met het werk van de gotische horrorschrijver Edgar Allan Poe (1809 -1849). Toen Reed op de middelbare school zat probeerden zijn docenten hem voor literatuur te interesseren door hem Poe te laten lezen. De jeugdige Lou Reed had ook andere literaire helden. In de biografie die Victor Bockris over hem schreef zegt Reed: “Als je praten over de groten, dan is er niemand groter dan Raymond Chandler. Ik bedoel, als je Raymond Chandler hebt gelezen en je stapt dan over op een ander, dan is dat zoiets als kaviaar eten en dan overstappen op ordinair voedsel. Neem de gevoeligheid van Chandler of Hubert Selby of Delmore Schwartz of Poe, en zet die over naar rockmuziek.”

Dat is precies wat Lou Reed deed. Hij werd een verteller van duistere, voornamelijk in New York gesitueerde verhalen, getoonzet op scherpe, agressieve rock. Zijn liefde voor Poe werd pas een jaar of tien geleden een ware obsessie, nadat hij Poe’s The Tell-Tale Heart had voorgedragen op een Halloween-feestje van producer Hal Willner. “Door Poe hardop voor te lezen begreep ik Poe pas echt”, vertelde Reed eerder dit jaar aan VH1. “Het was een openbaring. Eindelijk begreep ik Poe’s inzicht, psychologie en gebruik van taal.”
Reed begon zich volledig in Poe te verdiepen toen hij door Robert Wilson werd gevraagd de teksten te schrijven voor POEtry, het muziektheater waarmee Reed in 2001 in Amsterdam te zien was. Voor POEtry heeft hij proza en gedich-ten van Poe herschreven om ze toegankelijk te maken voor een hedendaags publiek. “Als je Poe leest, heb je een woordenboek nodig. Hij gebruikte veel woorden die in zijn tijd al obscuur waren. Ik heb zijn taal aangepast en de teksten herschreven om te klinken als Poe.” Lou Reed is overigens niet de eerste rockmuzikant die zich door Poe liet inspireren. The Beatles zongen over hem in I Am The Walrus en zetten zijn beeltenis op de hoes van Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band. The Alan Parsons Project nam het conceptalbum Tales of Mystery and Imagination op en Peter Hammill maakte een opera gebaseerd op The Fall Of The House Of Usher.

Lou Reeds cd The Raven is een beetje een draak. Hoewel hij er goed aan heeft gedaan acteurs als Willen Dafoe en Steve Buscemi Poe’s teksten te laten voordragen, vergallopeert Reed zich muzikaal in zijn pogingen gemoedstoestanden als angst en paranoia te verklanken. Zijn barse gitaarsound is te bombastisch terwijl nieuwe versies van oude songs als The Bed en Perfect Day niet te betrekken zijn op het werk van Poe. De boekversie van The Raven is interessanter. Het is een prachtige uitgave van Grove Press, met foto’s van Julian Schnabel, waarin Reed een intrigerend geheel gemaakt heeft van eigen teksten, die van Poe, de songteksten van de cd-versie van The Raven en het libretto van POEtry. Hij voert een reeks sprekers op die tot de verbeelding mogen spreken van zowel Poe- als Reed-kenners. Oude en jonge Poe, Lenore, Roderick Usher, de Hop Frog, Rowena en – hoe kan het ook anders – de Dood, nemen de lezer mee naar de donkerste krochten van de geest. Daar ontmoet de duistere kroniekschrijver van de twintigste eeuw zijn negentiende eeuwse zielsverwant. “These are the stories of Edgar Allan Poe/not exactly the boy next door”, stelt Reed. Alsof Lou de ideale schoonzoon is!

Haagsche Courant, november 2003