Saint Etienne en het verlangen om alles achter te laten (2000)

In haar ruim tienjarig bestaan is de Engelse popgroep Saint Etienne nog nooit in Nederland geweest en ondanks een aantal schitterende, onvergelijkbare platen is het trio opvallend onbekend in de lage landen. Maar Bob Stanley, Pete Wiggs en Sarah Cracknell hebben wel een liedje dat Dutch TV heet en in Amsterdam gesitueerd is.

"Dat is gebaseerd op een vakantie die mijn jongere broer ooit in Amsterdam doorbracht”, vertelt Pete Wiggs. "Hij logeerde in een flat van een kennis van mijn vader waar mijn broertje leren maskers en hardcore porno aantrof. Dat hij zich er niet op zijn gemak voelde, heeft ons geïnspireerd om Dutch TV te maken, hoewel het niet zo is dat we doorgaans songs schrijven die gebaseerd zijn op anekdotes. Meestal zijn dagdromen de aanleiding”. Het betreffende liedje, dat te vinden is op de voorlaatste cd Good Humor (1998), klinkt warm en lief, en is typerend voor de sound van Saint Etienne. Want de weelderige, betoverende muziek van dit trio heeft niet zelden iets mysterieus, duisters of ongrijpbaars.

De muziek van Saint Etienne is zo ongrijpbaar dat het ook na tien jaar en vijf cd’s moeilijk blijft die te benoemen of te vergelijken. Mix Burt Bacharach met dub reggae, Dusty Springfield met Angelo Badalamenti, Jimmy Webb met Euro-techno, en Brian Wilson met krautrock, en je komt een beetje in de buurt van hun sound. De groep werd opgericht door de jeugdvrienden Stanley en Wiggs, die begin jaren negentig met wat goedkope elektronica, een basgitaar en de stem van een vage vriendin Neil Youngs breekbare walsje Only Love Can Break Your Heart veranderde in een verleidelijke dance-reggae cross-over. De zonder franje of dramatische expressie, maar onveranderd toonvast en cool zingende Sarah Cracknell, een voormalig actrice, voegde zich pas bij het duo toen het debuutalbum Foxbase Alpha (1991) opgenomen werd. Met de briljante cd So Tough (1993) brak Saint Etienne door en werd het trio op handen gedragen door de Britse pers, maar ook door de hipste vertegenwoordigers van de Britse dance-scene. Hun muziek is inmiddels geremixed door helden als de Chemical Brothers, Underworld, Aphex Twin, David Holmes en Andrew Weatherall. Op Saint Etienne’s nieuwste cd The Sound Of Water is het dance-element minder aanwijsbaar en experimenteert het trio, binnen de grenzen van de structuur van popsongs, met meer avant-gardistische vormen. De groep gebruikt zowel elektronica als een groot arsenaal aan gewone instrumenten. The Sound Of Water werd in Berlijn opgenomen in nauwe samenwerking met de Duitse post-rockgroep To Rococco Rot en arrangeur Sean O’Hagan (High Llamas, Stereolab). In een schitterende productie, die pas bij herhaalde beluistering haar geheimen prijsgeeft, is The Sound Of Water een tamelijk introspectieve, melancholische en vooral ingehouden plaat geworden.
,,We wilden een stemmige, atmosferische plaat maken die je in z’n geheel moet horen . Daarom duurt ‘ie met veertig minuten ook niet zo lang, want we haten lange cd’s”, zegt Bob Stanley. Waar de groep op vorige platen een balans zocht in de combinatie van korte opgewekte, dansbare popsongs en meer uitgesponnen, orkestrale ballads, is het materiaal op The Sound Of Water vooral langzaam en sober. "Het is een plaat die je ’s ochtends vroeg luistert, of misschien heel laat in de avond”, gaat Bob Stanley verder. "We wilden al heel lang iets minimaal doen dat toch een maximale impact had, iets vergelijkbaar met het werk van Tim Hardin en Laura Nyro."
De negen minuten durende single How We Used To Live bestaat uit drie delen en kent een welhaast zenuwslopende spanningsboog die echter niet het uitbundige slot krijgt dat je zou verwachten. "We hebben met ons met opzet ingehouden, we wilden geen duidelijk aanwijsbare publiekfavoriet op deze plaat zetten”, stelt Sarah Cracknell. "De opbouw van die song en de verandering aan het eind is gebaseerd op onze favoriete componisten, zoals Jimmy Webb die MacArthur Park geschreven heeft”, vult Wiggs aan.

De verhalende teksten van de liedjes hebben meestal een locatie of tijdsbepaling als vertrekpunt. Steden, vliegvelden ,taxi’s (zoals de nieuwe single Heart Failed In The Back Of A Taxi), café’s, winkels, hotelkamers; de locaties geven de songs iets levendigs en filmisch. Sarah Cracknell zingt meestal in de derde persoon en daarbij heeft ze niet alleen de rol van verteller maar ook geeft ze advies aan de personages in de songs.
,,Ik hou ervan om in de derde persoon te schrijven, maar dat betekent niet dat de songs niet emotioneel of persoonlijk kunnen zijn. De meeste liedjes gaan over het verlangen om weg te willen lopen, voor iedereen en alles. Je weet echter, zoals de vrouw in ‘How we used to live’, die ergens ver weg een nieuw leven wil opbouwen, dat waar je ook heen gaat je altijd blijft wie je bent en dat je je problemen niet achter kunt laten."
Saint Etienne zijn de meesters van de verleiding, een ongrijpbare verleiding die fascineert. De meeste liedjes hebben van die melodieën die maar in je hoofd blijven spoken, van die songs met refreintjes die je ‘s nachts uit je slaap houden. En het knappe van hun muziek is, dat ongeacht welke stijl de groep hanteert, de liedjes altijd typisch als Saint Etienne klinken. ,,Al onze platen klinken anders en toch zijn het inderdaad typische Saint Etienne-platen. Hoe we dat voor elkaar krijgen? Ik weet het niet”, lacht Cracknell. ,,Het enige wat onze songs verbindt, is melancholie”, weet Stanley. ,,Zelfs als we een cover doen, zoals Etienne Daho’s ‘He’s on the phone’, krijgt het iets melancholisch, iets typisch Saint Etienne’s. Ik denk dat het met de productie te maken heeft. Wij hechten er aan om onze platen zelf te produceren. Ik kan me niet voorstellen dat groepen iemand huren om de productie te doen, of zelfs het hoesontwerp uitbesteden. Wat dat betreft proberen we alles in eigen hand te houden.”

Haagsche Courant
2000