Pantha du Prince en de stilte voor de storm (2010)

“Enerzijds is mijn muziek verankerd in de regels van de dansvloer, de regels van de aantrekkingskracht, maar anderzijds veroorloof ik me de vrijheid om een landschappelijke, cinematografische sfeer te scheppen”, zegt Hendrik Weber alias Pantha du Prince.
© Stephen Albry© Stephen Albry

Pantha du Prince is verreweg de belangrijkste componist van elektronische dansmuziek van het eerste decennium van de 21ste eeuw. Hendrik Weber heeft de naam van zijn alterego Pantha du Prince perfect gekozen. Zijn muziek is gracieus en krachtig. Soepel en gespierd. Romantisch en onverschrokken. Op een ondergrond van minimal techno, met ranke, dwingende beats, maakt hij sensuele en sterk beeldende muziek die het melodische aspect van popsongs suggereren. “Mijn tracks zijn songs zonder woorden. De geluiden vertellen het verhaal”, meent de Duitser. Voor zijn derde album Black Noise, waarop Panda Bear (Animal Collective) overigens een heus liedje zingt, liet Weber zich inspireren door het verschijnsel black noise, geluid met een dermate lage frequentie dat het niet hoorbaar is voor het menselijk oor. Black noise zou wel voelbaar zijn, als de stilte voor de storm. Weber trok met vrienden de Zwitserse alpen in om field recordings te maken, op zoek naar black noise.

© Stephen Albry© Stephen Albry

Het fenomeen black noise is eerder een fysieke dan een auditieve ervaring.
“Het principe van black noise kun je in verschillende perspectieven terugvinden in de productie van het album. Als je het hebt over de fysieke betekenis van muziek dan is dat precies waar ik naar zocht toen ik aan het album werkte. Ik wilde een fysiek aspect aan de sound toevoegen. Iets voelbaars. Daarom ben ik met mijn vrienden naar Zwitserland gegaan om opnamen te maken. Ik wilde een kern voor de muziek vinden die verbonden is aan een echte gebeurtenis, een echte ervaring, en niet een virtuele gewaarwording.”
Muziek is toch altijd een fysieke gewaarwording?
“Ja, het is totaal niet tastbaar en dat is een interessante paradox. We ondergaan muziek, maar uiteindelijk blijf er niets tastbaars over. Het is vloeiend, beweeglijk, het gaat door ons heen. Het effect van muziek op het lichaam is heel belangrijk voor me en ik denk dat ik daarom Pantha du Prince ben begonnen. Zodat ik diepe bassen en harde kick drums in clubs kan laten horen.”
Ik herinner me opeens een optreden van Sun O))) waarbij je de bas eerst voelde en een seconde later pas hoorde. Ben je geïnteresseerd in dit soort fysieke manifestaties van geluid, zoals bijvoorbeeld hoe vrouwen anders reageren op bassen dan mannen?
“(lacht) Daar heb ik nog nooit over nagedacht. Ik heb ook een show van Sun O))) meegemaakt. Het was een even geweldige als angstaanjagende ervaring. Ze speelden in Polen op een houten vloer en die vloer begon door de muziek te bewegen onder je voeten. Je kon nauwelijks meer lopen omdat je benen zo trilden. Het was een geweldige performance van Sun O))), maar zij gebruiken vooral heel lage frequenties, terwijl ik meer geïnteresseerd ben in een grote verscheidenheid en met name veel hoge frequenties.”
Was je op zoek naar specifieke geluiden in de alpen?
“Ik wilde geluiden met veel boventonen, maar ook heel helder klinkende geluiden en aardse klanken. We experimenteerden met de omgeving. Waar andere artiesten op zoek zijn naar de perfecte opname, zochten wij naar storing. We hebben met vijf microfoons, een gitaar en een mixer gewerkt op een plek waar een landverschuiving had plaatsgevonden. We creëerden een welhaast virtuele situatie. Wat we op onze koptelefoons hoorden was een nieuw gestructureerde locatie. Maar ik moet wel bekennen dat je op Black Noise niet veel terugvindt van deze opnamen. Ik heb er piepkleine geluidjes van gebruikt.”

© Asha Maines

We horen op Black Noise, maar ook op je voorgaande platen, veel bellen en klokken. Wat vertegenwoordigen die geluiden voor jou?
“Het is iets archaïsch, het drukt geen stempel op de muziek. Het is een neutraal element waarmee ik iets kan uitdrukken wat niet postmodern is. In elektronische muziek heb je nu eenmaal al die geluiden die verwijzen naar de geschiedenis van elektronische muziek, of het nu de jaren zeventig Moog-sound is of de muziek van Oskar Sala uit de jaren vijftig. Voor Pantha zoek ik naar de kern van een bepaald geluid. Ik vind het geluid van klokken en bellen heel prettig om mee te werken. Het heeft schoonheid, maar het geluid is niet zuiver of precies gedefinieerd. Er zitten veel boventonen in waarmee je mooi kunt spelen.”
Soms klinken ze als steel drums uit Trinidad, zoals in Abglanz van Black Noise.
“Dat is een echte steel drum die ik geleend had van Lawrence. Abglanz is het enige stuk van het album met de meest natuurlijke geluiden.”
Ik dacht een steel drum te horen, maar met elektronische muziek weet je nooit wat je nu precies hoort.
“Dat is precies wat ik wil, het idee van wat wel en niet echt is. Als je denkt dat iets echt is dan is het artificieel en andersom. Het vervagen van de grenzen van de realiteit en de vraagstelling wat realiteit daadwerkelijk is, is iets wat mij boeit in de keuzes die ik maak voor de geluiden die ik gebruik. Neem een track als Welt am Draht… de titel verwijst naar een tv-film van Fassbinder, gebaseerd op het boek Simulacron-3 (van sci-fi auteur Daniel Galouye uit 1964 – EQ) over mensen die een virtuele realiteit maken en erachter komen dat hun eigen realiteit ook bedacht is. Dat gegeven interesseert me, bijvoorbeeld als we het vertalen naar de wereld van de dansvloer. Als je bent wezen dansen en je wordt de volgende morgen wakker dan heb je het idee dat je in een verhaal of een film zat. Het zijn dit soort ideeën die ik als coördinatiepunten  probeer te hanteren voor Pantha du Prince.”


© Asha Maines

Jouw muziek is erg visueel en heeft een cinematografische sfeer. De muziek is ook sensueel en romantisch, maar tegelijkertijd sterk verankerd in de cultuur van de dansvloer.
“Enerzijds is het verankerd in de regels van de dansvloer, the rules of attraction. Anderzijds veroorloof ik me veel vrijheid en heeft de muziek een landschappelijke, cinematografische flow.”
Anders dan de meeste artiesten in dance-muziek lijk je je muziek te benaderen als een meer traditionele componist, ergens tussen Terry Riley en Max Richter in.
“Tja, dat zeg jij… Ik weet het niet. Ik vraag mezelf vaak af waarom er niet meer muziek gemaakt wordt zoals die van mij. Als ik deejay, probeer ik altijd vergelijkbare muziek te vinden om een verbinding te kunnen leggen, maar ik kan maar niets vinden wat uitdagend en toch dance is. Misschien iemand als Terre Thaemlitz met haar DJ Sprinkles-plaat.”
Maar als ik je componist noem…
“Ik kan mezelf geen componist noemen als ik kijk naar mensen als Terry Riley… Misschien ben ik wel componist, maar het begrip is me te abstract. Ik weet niet wat het tegenwoordig betekent om een componist te zijn. Op een bepaalde manier componeer ik, maar als mensen aan een componist denken, zien ze iemand die noten schrijft. Tegenwoordig schrijft niemand meer noten. Als ik een partituur van mijn muziek wil maken dan druk ik op een knopje en print de computer die uit. Het is allemaal abstract voor mij. Ik wil het ook niet benoemen wat ik doe.”
Er zijn overeenkomsten met popmuziek.
“Ja, beslist. Ik werk met structuren uit de popmuziek, zoals de manier waarop bepaalde delen in een track komen en gaan. Maar tegelijkertijd wil ik dat de muziek een niet al te eenvoudige flow heeft. Dat is de uitdaging, want anders zou ik net zo goed gewone popsongs of simpele housemuziek kunnen maken.”
In je muziek hoor ik dat je van een grote verscheidenheid aan stijlen houdt, niet alleen maar dance. Wat dat betreft sprak de sample van The Chills’ Pink Frost op je eerste album Diamond Daze al boekdelen. Veel tracks van je vorige CD The Bliss klonken als songs zonder tekst.
“Ja, dat is iets wat ik vanaf het begin wilde, namelijk songs zonder woorden. De geluiden moeten het verhaal vertellen. Het is een van de basisprincipes van Pantha du Prince. Je hebt alleen de titel nodig om het verhaal op gang te brengen.”
Je maakt dus eigenlijk psychedelische popmuziek.
“Misschien.. (lacht).”
Op Black Noise staat Stick To My Side, een heuse song met tekst, gezongen door Panda Bear.
“Noah Lennox had een tekst gezongen op een track die ik hem had gegeven. Maar het resultaat vond ik niet goed en toen heb ik nieuwe muziek gemaakt onder zijn stem. Ik vind Stick To My Side niet zo liedjesachtig. Het heeft weliswaar een refrein en een brug…”
Het is pakkend, de melodielijn die Noah zingt blijft in je kop hangen. Het is een popsong, Hendrik.
“Ja ja, maar de muziek is een organisch weefsel en wordt volgens mij niet teveel bepaald door een songstructuur. Alle elementen vallen op hun plaats zonder dat het cliché-popmuziek wordt. Maar ik weet niet echt of het werkt.”
Het werkt voor mij.
“(lacht) Dan is het goed.”

Het interview vormde de basis voor een artikel voor AD Haagsche Courant, mei 2010, als opmaat voor het optreden van Pantha du Prince tijdens het festival Berlin Ruft An!