Napaku: “Mijn vrouw weet ook niet wat ik doe en waarom.” (1999)

Napaku! Wie kent de naam niet? Er was een tijd dat geen enkele muur of lantarenpaal in de Haagse binnenstad veilig was voor Napaku. Soms klein, maar meestal heel groot, stond het in lange, schreefloze letters te lezen, Napaku, niet zelden tot ongenoegen van de Haagse burgers en autoriteiten.

De laatste jaren is het wat minder geworden, maar het komt nog steeds wel voor dat Piet van den Heuvel zijn mysterieuze alias op een kaal muurtje kalkt. Het is een verslaving. Maar Piet van den Heuvel doet meer dan onrust stoken onder fatsoensrakkers, want als Napaku maakt deze beeldend kunstenaar fantasieprikkelende collages, notitieboeken en schriften vol tekeningen, en modelvliegtuigjes vervaardigd uit afval. Napaku’s oude vriend, curator Daan van Golden, stelde voor de galerie van Stroom aan de Toussaintkade een heerlijke expositie samen.
De vriendschap tussen Piet van den Heuvel en Daan van Golden was de aanleiding voor de Napaku-expositie van Stroom. De twee kennen elkaar al meer dan dertig jaar en in die jaren stuurde Van den Heuvel talloze door hem bewerkte ansichtkaarten aan Van Golden die er zeventig uitzocht voor de tentoonstelling die verder bestaat uit grote collages van foto’s en drukwerk, notitieboekjes en een serie vliegtuigjes. Napaku-geld ontbreekt, maar er schijnt een Haagse barkeeper te zijn die bankbiljetten voorzien van de naam Napaku verzamelt.

De ansichtkaarten van Piet van den Heuvel (1935) doen denken aan de collages van dada-kunstenaars als Max Ernst en Kurt Schwitters, terwijl zijn notitieboekjes en schriften lijken te refereren aan die van Meret Oppenheim. Met zijn collages, maar vooral met de bewerkte ansichtkaarten, zet Napaku een traditie voort van visuele anarchie. Hij zet op speelse wijze voortdurend vraagtekens bij het realiteitsgehalte van onze waarneming. Zijn werk toont een andere realiteit, die van Napaku en dat is een wereld van welhaast kinderlijke verwondering over de schier onuitputtelijke mogelijkheden om de wereld anders te zien.
“Ja, dada en het surrealisme zijn van invloed geweest op mijn werk. Dali, Picasso, noem ze allemaal maar op”, stelt Napaku nuchter. Maar lang voordat Napaku enig kunsthistorisch besef had, speelde hij al met papier, schaar en lijm. “Ik ben geboren in Gouda, waar mijn vader een winkel had. Vader was veel weg en mijn moeder stond dan in de winkel en liet mij alleen. Zij heeft mij verteld dat ik als vierjarige al bezig was om het hele huis van krantenpapier te voorzien. Waarom ik dat deed? Geen idee, kinderen komen op de gekste ideeën”.

Kinderen doen inderdaad de gekste dingen en het was naar aanleiding van een van zijn kinderen dat Van den Heuvel de naam Napaku over de Haagse binnenstad begon te verspreiden. “Ik ging met mijn zoon naar een ouderavond en het viel me op dat hij overal zijn naam schreef. Ik vroeg ‘m of ‘ie gek geworden was! Met dikke viltstiften schreef hij op iedere muur en lantaarnpaal op de weg naar zijn school. Toen hij dat op de terugweg ook deed, bedacht ik dat het eigenlijk wel leuk was. De volgende dag ben ik zelf begonnen en op de hoek van de Torenstraat werd ik meteen gepakt. Ik moest beloven het niet meer te doen, maar zo makkelijk is dat niet. Het is een verslaving. Uiteindelijk heb ik er zwaar gedonder mee gehad. In 1988 ben ik weer opgepakt. Ik kreeg een brief dat ik moest voorkomen. Niet dat de politie wist wie Napaku was, maar een winkelier op de Prinsegracht had me achtervolgd en mijn adres genoteerd. Bij de politie lieten ze me een pak foto’s zien gemaakt door een nachtfotograaf. Ik heb onmiddelijk bekend. Het verbaasde de politie dat ik Napaku was omdat ik toen al 52 jaar was”, vertelt hij en voegt er aan toe dat Napaku een samenvoegsel van verschillende woorden is. “Pas later ontdekte ik dat er een dorpje op Borneo is dat Napaku heet”.

Napaku werkt met simpele middelen; papier, potlood, stift, verf, schaar, lijm. “Ik koop veel ansichtkaarten en als ik er een vind weet ik onmiddellijk wat ik ermee wil gaan doen”, zegt Napaku, die een uitzicht op een berg, een plaatje van een gracht in Schiedam, een overzicht van het Buitenhof, of een afbeelding van een Rietveldstoel door middel van knip- en plakwerk geheel verandert door het gegeven uit z’n context te halen en er een andere realiteit mee te maken.
“Ik heb nooit een vooropgesteld plan. Ik moet iets voor me hebben waar iets op kan gebeuren – en dan gebeurt het ook. Het is een kwestie van zoeken en kijken. Soms gebruik ik zelfgemaakte foto’s als basis”, vertelt Napaku terwijl hij wijst op een foto waarop in de onderste helft een rivier te zien is waarboven hij stukjes uit reproducties van schilderijen van Rembrandt en Jan van Goyen heeft geplakt. Het resultaat komt, in tegenstelling tot ander werk, heel natuurlijk over. “Die ansichtkaarten maak ik tamelijk snel, maar het maken van de grote collages is een kwelling, een straf”, zegt Napaku somber. “Waarom ik het dan doe? Het is een opdracht aan mezelf en daar moet niemand zich mee bemoeien. Mijn vrouw weet ook niet wat ik doe en waarom”.

Haagsche Courant, december 1999.

Piet van den Heuvel overleed op hemelvaartsdag 2004 aan een hartstilstand – met de kwast in zijn hand.