Maggi Giles: “Ik vertegenwoordig mijn eigen stroming.” (1997)

De keramische sculpturen en objecten van Maggi Giles doen het goed in de openbare ruimte. Vooral schoolpleinen zijn rijk voorzien van haar kleurrijke werk. Jarenlang heb ik vanuit een klaslokaal gekeken op De prinses op de erwt (1974), dat nog altijd de binnenplaats van een scholengemeenschap in Utrecht siert. De uit vele lagen opgebouwde sculptuur, gebaseerd op het gelijknamige sprookje, verdreef de verveling en prikkelde de fantasie.

Talloze malen heb ik De prinses op de erwt nagetekend. Het werk riep geen weerstanden op bij de schooljeugd. De keramiek van Maggi Giles geeft je een goed gevoel. Slechts één in het openbaar opgesteld stuk, Hommage aan Hemingway’s The Old Man and the Sea voor de deur van Hotel Aquarius in Scheveningen, heeft het moeten ontgelden. In 1989 werd het door onverlaten onherstelbaar beschadigd. De daders zijn nooit gepakt. Maggi Giles (1938) kan het nog steeds niet begrijpen. ,,De hoteleigenaar was met vakantie toen het gebeurde, maar ik had hem nog zo gezegd het werk op een binnenplaats te zetten en niet aan de straat.”

Met twee tentoonstellingen in Delft is haar werk nu terug in de stad waar het voor de in Engeland geboren Maggi Giles allemaal begon. In 1966 werkte zij bij De Porceleyne Fles in Delft, aanvankelijk als ontwerpster van bouwkeramiek. Daar kwam ze al snel in contact met Karel Appel, met wie ze een project voor het Congresgebouw in Den Haag uitvoerde. Appel zag wel wat in de keramiste en zorgde ervoor dat ze in 1970 haar eerste solotentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam kreeg.
,,The big break ? Zo zag ik dat toen niet. Karel Appel was erg aardig en ik was goed bevriend met hem. Voor hem heb ik drie grote dingen gemaakt: ontwerpen voor het Congresgebouw en voor twee andere gebouwen in Den Haag en Rotterdam.
Ik heb dat toen niet gezien als het begin van mijn carrière als keramiste. Het was en is mijn hobby, iets wat ik graag doe, net als koken en tuinieren. Het is mijn geluk dat de mensen mijn werk leuk vinden en het kopen. Ik maak overigens niets voor de verkoop, maar in eerste instantie voor mezelf.”
Het werk van Giles, dat zich bevindt in de collecties van onder meer het Stedelijk Museum Amsterdam, het Haags Gemeentemuseum en Boijmans van Beuningen in Rotterdam, wordt gekenmerkt door felle kleuren en architectonische vormen.
Haar figuratieve werk, dat prominent aanwezig is op de overzichtstentoonstelling in Het Prinsenhof, heeft een sterk verhalend karakter met verwijzingen naar sprookjes (die ze ook zelf schrijft en illustreert, zoals het scheppingsverhaal The perfect planet uit 1980) en Bijbelse vertellingen. Daarnaast heeft ze een voorkeur voor al dan niet fictieve dieren. In haar recentere, abstracte werk, dat is te zien in Galerie Lutz in Delft, gaat Giles terug naar haar vroegste werk met landschappelijke sculpturen die verwijzen naar de kust van Cornwall waar ze opgroeide. Rivieren, sneeuw en een fictief dier, een soort oerwezen, zijn terugkerende elementen. ,,Met altijd felle kleuren, witte sneeuwvlokjes op een rode achtergrond’’, zegt Giles, die niet al te veel wil vertellen over de aard van haar werk omdat ze dit liever aan de interpretatie van de kijker overlaat. Dat haar keramiek zou verwijzen naar de Cobra-groep rond Appel en de lieflijke kleurenpracht van Klee of Chagall, vindt ze onwaarschijnlijk omdat ze zich nooit heeft laten beïnvloeden door andere kunstenaars.
,,Ik ben altijd mijn eigen weg gegaan. Alles komt uit mijn hoofd, uit mijn fantasie. Wat ik maak, is mijn wereld, maar het is geen wensdroom van een ideale wereld. Ik ben geen kunsthistoricus en ik zou dus niet kunnen vertellen of mijn werk verwant is aan een bepaalde traditie of stroming in de beeldende kunst. Ik denk dat ik mijn eigen stroming vertegenwoordig’’.
Zoals je ’feel good’-films hebt, zou het werk van Maggi Giles als ’feel good’-kunst kunnen worden beschouwd. Het geeft een goed gevoel. Het straalt warmte en levenslust uit en is in alle opzichten fantastisch. ,,Het is als een Disney-film voor mij. Mickey Mouse, daar hou ik erg van. Mijn andere associaties met mijn werk zijn een veld vol bloemen, heerlijk eten, of een zonnige, perfecte dag. Ik werk ook alleen maar als ik me goed voel, terwijl andere kunstenaars vaak hun verdriet en frustraties in hun werk leggen. Ik moet er juist plezier bij hebben.”

Haagsche Courant, april 1997