Gabriel Rios is meer dan een latin lover met een mooie stem (2005)

Gabriel Rios kwam naar België om schilder te worden, maar belandde in de muziek en werd met zijn debuutalbum Ghostboy in een klap een ster.
[img_assist|nid=272|title=Foto © Robert van Stuyvenberg|desc=|link=none|align=none|width=600|height=388]

Hij is net terug uit zijn vaderland Porto Rico. Een vakantie kon hij wel gebruiken, want het is de afgelopen anderhalf jaar hard gegaan met Gabriel Rios. Met het album Ghostboy en de hitsingle Broad Daylight maakte hij snel furore en met een lange reeks onvermoeibare optredens in België en Nederland vestigde hij zijn naam als podiumartiest. Rios is meer dan een mooie latin lover met een lekkere stem, een gitaar en een salsaritme, want de Portoricaan is een talent die een sterk tot de verbeelding sprekende mix van salsa, hiphop, funk, pop en electronica maakt. Hoewel hij België en Europa cool vindt, mist hij zijn vaderland soms wel.
“Ik probeer minimaal één keer per jaar mijn familie te bezoeken. Ik ben nu negen jaar in België en ik begin Porto Rico inmiddels met andere ogen te zien. Misschien komt het omdat ik ouder ben geworden. Ik was nog heel jong toen ik naar België vertrok en destijds nam ik een heleboel van Porto Rico als zelfsprekend aan, maar tijdens mijn laatste bezoek ontdekte ik meer over het eiland, de mensen en de cultuur.”
“Ik kan nu met een zekere afstand naar Porto Rico kijken en misschien zie ik het nu zoals het werkelijk is. Ik doe er veel inspiratie op. Misschien niet zozeer directe inspiratie voor het schrijven van liedjes, maar ik laat me wel beïnvloeden door hoe de mensen daar leven. Het brengt me weer in contact met mijn Portoricaanse identiteit, die lijkt in België soms een winterslaap lijkt te houden. Als ik daar ben komt het onmiddellijk weer naar boven. Je spreekt niet alleen weer Spaans, maar je gaat je ook anders bewegen.”

Het was de liefde die Gabriel Rios naar België voerde. “In Porto Rico ontmoette ik een Belgische, we werden verliefd. Zij bleef me daar bezoeken maar op een bepaald moment stelde zij voor om naar België te gaan. Ik was zeventien, ik voerde niet veel uit, ik was lui. Eigenlijk gaf zij mij een schop onder mijn achterste toen ze voorstelde dat ik in België zou kunnen gaan schilderen.”
In eerste instantie ging Gabriel Rios studeren aan de kunstacademie van Gent, maar al snel speelde hij in bandjes, waaronder The Nothing Bastards. De muziek won het van de schone kunsten. Het kon ook niet anders, muziek zit hem in het bloed.
“Mijn vader speelde piano, gitaar en drums. Ik herinner me dat er thuis altijd muziek was. Mijn vader luisterde naar allerlei soorten muziek. Mijn vroegste muzikale herinnering is aan John Lennon. Zijn laatste album, Double Fantasy, verscheen vlak voor ik werd geboren. Als ik daar nu nummers van hoor, heb ik herinneringen aan geuren uit die tijd. Mooi is dat, hoe muziek zulke associaties kan oproepen. Mijn vader maakte altijd cassettebandjes voor me met de meest uiteenlopende stijlen. The Beatles, Afrikaanse muziek, Weather Report, van alles wat. Veel latinmuziek heb ik pas later ontdekt. Latin was daar zo gewoon, je lette er niet op en ik was meer geïnteresseerd in muziek die moeilijk te vinden was, zoals punk. Eenmaal in België begon ik die latinmuziek te missen.”

Het zal een vooroordeel zijn om te denken dat een muzikant uit Porto Rico is opgegroeid met louter salsa en andere latinklanken. “Maar ik kom dan ook niet uit een doorsnee Portoricaanse familie”, lacht Rios. “Het was niet zo dat ik als kind thuis kwam in een gezin waar mama een potje aan het koken was, terwijl papa een sigaar rookte en rum dronk. Mijn vader is psycholoog, mijn moeder lerares. Ik ben grootgebracht met het idee het eiland te verlaten, om de wereld in te trekken, om te doen wat je moet doen. Op artistiek gebied hebben mijn ouders mij altijd gestimuleerd. Ik schreef al liedjes voordat ik wist hoe dat moest. Ik loop altijd te hard van stapel. Ik heb nooit geduld. Toen ik naar België kwam veranderde mijn muziek. Het goede aan de Belgische muziekscene is de grote diversiteit aan stijlen.”

Het door Jo Bogaert geproduceerde Ghostboy is een boeiend album. De muziek klinkt tijdloos maar ook weer heel eigentijds met zijn mix van stijlen en een speels experimenteel gebruik van elektronica. Er zijn samples van zingende kinderen, maar ook van latinsterren als Willie Colon en Ruben Blades. “Die gebruik ik als eerbetoon, maar ook om met die geluiden iets nieuws te maken. Ze herinneren me ook aan waar ik vandaan kom”, zegt Rios, die zowel in het Engels als het Spaans zingt.
Zijn muziek mag dan fris en opbeurend klinken, zijn teksten bevatten soms duistere, nachtmerrie-achtige beelden. Geesten en engelen zijn terugkerende thema’s. “Ik houd van dat soort mythische en poëtische beelden. Het zijn metaforen die je op een andere manier naar het leven doen kijken.”

Haagsche Courant, juni 2005