On Fire (Rough Trade, 1989)

Het tweede en meest complete album van het langvergeten trio Galaxie 500 uit Boston werpt een schaduw vooruit over latere genres als shoegaze, slowcore en dreampop. De tien songs van de oorspronkelijke vinylplaat (de recente 2-CD heruitgave bevat singles en een Peel-sessie) vormen een perfect geheel met de vervreemdende sfeer van een vertraagde roadmovie over Amerikaanse suburbs vol verlaten nachtwinkels en vervallen pompstations. Alle liedjes zijn net iets langzamer dan mid-tempo. Dean Warehams gitaarriffjes slepen traag in een mistige motregen van sustain en feedback. Zijn stem is hoog, een gebroken falsetto dat net boven het gitaargeraas uitkomt, alsof het licht in de duisternis zoekt. ‘Why’s everybody actin’ funny’ vraagt hij zich af in Strange, een even schrijnend als meewarig liedje dat existentialistische vragen stelt als ‘What do I want with all these things’. Hij drinkt zijn Coke en eet zijn Twinkies. Als verdoofd in een droom die zich maar herhaalt en herhaalt en herhaalt. Galaxie 500’s psychedelische ambientrock, die schatplichtig is aan The Velvet Undergound en The Modern Lovers, is hypnotisch en primitief. De drie musici zijn geen virtuozen op hun instrumenten, maar gitaar, bas en drums vormen een doeltreffende symbiose. Naomi Yangs melodische baslijnen, die op het spel van Peter Hook gebaseerd lijken, zorgen ervoor dat Warehams gitaarspel niet de songs uitzweeft, terwijl Damon Krukowksi, eerder een slagwerker dan een drummer, dramatische accenten plaatst. On Fire werd schitterend geproduceerd door Kramer, die, gezien zijn Beatles-fascinatie, er waarschijnlijk verantwoordelijk voor was dat de plaat werd afgesloten met een zieltergende cover van George Harrisons Isn’t It A Pity.