ELVIN JONES/JIMMY GARRISON SEXTET

In 1964 mocht de ritmesectie van John Coltrane een plaat onder eigen naam maken voor het destijds gezaghebbende label Impulse. Illumination! is een van de meer obscure platen uit de Impulse-catalogus. Met spannende muziek op het snijvlak tussen hard bop en avant-garde en met bijna vergeten musici als Prince Lasha, Sonny Simmons en Charles Davis is het een plaat die alsnog aandacht verdient.
New thing, free jazz, the new wave in jazz, avant-garde, energy music, fire music: allemaal etiketten voor de grote verscheidenheid aan vooruitstrevende jazz die begin jaren zestig voor een heuse revolutie zorgde. In de geschiedenis van muziek uit de 20ste eeuw was een ‘beweging’ zelden zo divers en verdeeld. In de nadagen van de hard bop was nagenoeg alles mogelijk, getuige de sturm und drang van zulke uiteenlopende vernieuwers als Cecil Taylor, Sun Ra en Ornette Coleman. Maar Coleman, die met baanbrekende platen als Something Else!!! en The Shape Of Jazz To Come de jazz wilde bevrijden van harmonische en melodische keurslijven, werd echter niet het boegbeeld van de new thing. Dat werd John Coltrane. Hij nam de ‘modal jazz’ die Miles Davis introduceerde met Kind Of Blue als uitgangspunt voor een turbulente ontwikkeling die opgepikt werd door Archie Shepp, Pharoah Sanders en Albert Ayler. In vergelijking met deze helden zijn Sonny Simmons (alt-sax, alt-hobo) en Prince Lasha (clarinet, fluit) slechts voetnoten in de jazzgeschiedenis geworden, maar hun bijdragen aan Illumination! – en bijvoorbeeld ook Eric Dolphy’s Iron Man – tonen hun vermogen tot onverschrokken avontuur.
Simmons opent de plaat met een lange, grillige maar enerverende solo op alt-hobo in Nuttin’ Out Jones. Met zijn voor jazz ongebruikelijke instrument, sluit Simmons perfect aan bij generatiegenoten als Dolphy, Yusef Lateef, Roland Kirk, die driftig zochten naar nieuwe en exotische klankkleuren. Simmons componeerde voor deze sessie het buitenissige Aborigine Dance In Scotland. De samenklank van alt-sax en fluit suggereert met een Schotsachtig volksdeuntje het geluid van de doedelzak (die Ayler een paar jaar later daadwerkelijk zou gaan bespelen) terwijl Jones tegengas geeft met een Afrikaans ritme. Trane’s pianist McCoy Tyner excelleert in de exotisch getinte ballad Oriental Flower, maar de onbezongen held van Illumination! is baritonsaxofonist Charles Davis die met een walsje-dat-geen walsje wil zijn (Half And Half) imponeert met een solo die heerlijk tussen in- en outside balanceert. Davis, met een sonore klank a la Pat Patrick, blaast vervolgens de blues nieuw leven in met zijn compositie Just Us Blues, die gelanceerd wordt door Garrisons krachtige twaalfmatige walking bass. Illumination! mag dan wel geen klassieker geworden zijn, maar de muziek geeft wel een intrigerend beeld van de zoektocht naar nieuwe vormen van jazz anno 1964.