Otomo Yoshihide eert Eric Dolphy (2008)

De avant-garde jazz bevindt zich in een nieuwe bloeifase. De technologische verworvenheden van de afgelopen twee decennia, zoals samplers en hoogwaardige software voor muzikale toepassingen, worden steeds vaker gebruikt.

Een spannende ontwikkeling is vooral de zoektocht van musici om elektronica gelijkwaardig te stellen aan het bijna antiek te noemen jazzinstrumentarium. De Japanse gitarist en orkestleider Otomo Yoshihide komt een heel eind in zijn streven om in een symbiose van revolutionaire elektronica en traditionele instrumenten tot nieuwe klanken en structuren te komen. Met zijn twaalfkoppige orkest, waarin ook de geluidstechnicus achterin de zaal als een volwaardig lid van de band wordt beschouwd, gaf hij in het Paard van Troje een eenmalig concert in Nederland. Het was adembenemend om te horen hoe abstracte geluiden en soundscapes voortgebracht door laptops en samplers  ongekende harmonische effecten vormden in combinatie met riet- en koperblazers. Yoshihide (1959), een sleutelfiguur in de hedendaagse Japanse muziekscene met een achtergrond in rock- en improvisatiegroepen, brak internationaal door met zijn interpretatie van Eric Dolphy’s invloedrijke album Out To Lunch uit 1964. Yoshihide’s New Jazz Orchestra, waarin voorname Europese musici als de Zweedse baritonsaxofonist Mats Gustafsson en de Duitse trompettist Axel Dörner meespelen, begon het concert met een gedragen, poëtische versie van Charlie Hadens Song for Chè. In de Dolphy-stukken die volgden, waaronder Something Sweet, Something Tender, toonde het orkest een bezieling die wijlen Dolphy had weten te waarderen. Naast de elektronica van Sachiko M was er een opmerkelijke rol voor het Japanse mondorgel (de sho) bespeeld door Ko Ishikawa die voor een eeuwenoud Japans tintje zorgde in een voortdurend meeslepende eb en vloed van resonanties en harmonieën.

AD Haagsche Courant
Maart 2008