Lucky Fonz III is volkomen zichzelf (2008)

Lucky Fonz III is een bofkont. Er zijn maar weinig artiesten in de popmuziek die op een volkomen authentieke wijze traditionele stijlen naar eigen hand weten te zetten.

De als Otto Wichers in 1981 geboren singer-songwriter Lucky Fonz de Derde is een natuurtalent, een muzikant die intuïtief lijkt te putten uit het collectief geheugen van honderden jaren volksmuziek. Of hij nu op akoestische gitaar een ballade speelt in een vooroorlogse Amerikaanse countrytraditie of achter de piano een opwekkend mopje tijdloze Britse vaudeville brengt, het klinkt allemaal alsof hij net en passant bedacht heeft. Daarbij bezit Lucky Fonz III over een ontwapenend geestige podiumpresentatie. Afgelopen zaterdag wist hij het toch als afwachtend bekend staande Paard van Troje-publiek moeiteloos te laten meezingen en fluiten. Het was een hartverwarmend concert terwijl de songs van Wichers niet zelden treurig stemmen. De Amsterdammer, die recentelijk zijn tweede album Life Is Short uitbracht, schrijft weemoedige, berustende liedjes over de dingen in het leven die nooit zo gaan als je zou wensen. Hij kiest daarbij vooral voor verhalende teksten met universele archetypen. De zeeman, de vader, het eiland. Hoewel hij met sommige liedjes onwillekeurig aan grootheden als Leonard Cohen, Will Oldham of Rufus Wainwright doet denken, blijft Lucky Fonz III volkomen zichzelf. Niet in de laatste plaats door de innemend relativerende praatjes tussen de liedjes door. Zichzelf afwisselend begeleidend op gitaar, mondharmonica en piano gaf hij een concert dat eerder in een theater thuis hoorde. Met een pauze en een gesloten bar tijdens de twee sets. Zijn onvaste zang gaf het juiste gewicht aan The Lowlands, een prachtig liedje over een onmogelijke liefde, met fraaie tekstregels als their love too large to fit between its beginning and its end. Lucky Fonz III is met recht lucky, een gezegend talent met een grote toekomst.

AD Haagsche Courant
Februari 2008