James Blackshaw heeft twee handen, net als iedereen (2007)

In vroeger tijden werd virtuositeit nog weleens in verband gebracht met tovenarij. De legendarische Niccolo Paganini werd de ‘duivelsviolist’ genoend, niet in de laatste plaats omdat hij wel ’s bij nacht op het kerkhof voor de doden speelde.

Bluesgitarist Robert Johnson zou zijn ziel aan de duivel hebben verkocht in ruil voor virtuositeit. Het zijn verhalen die stammen uit langvervlogen tijden van bijgeloof. Maar wie de jonge Engelse gitarist James Blackshaw (25) hoort spelen zou denken aan een pact met de duivel in ruil voor zes onzichtbare handen. “Ik heb m’n ziel aan niemand verkocht en ik heb gewoon twee handen, net als iedereen. Maar ik heb wel heel wat uurtjes geoefend”, lacht hij. Dat is de ontnuchterende waarheid over Blackshaws fenomenale techniek op de twaalfsnarige akoestische gitaar, zoals te horen op het recente album The Cloud Of Unknowing. Zijn getokkelde composities bestaan uit complexe cycli van patronen waarbij resonerende boventonen voor een trance-verwekkende sfeer zorgen.

“Vroeger had ik een zessnarige elektrische gitaar en speelde ik ook wel in rockbandjes, maar dat boeide me niet. Pas toen ik platen hoorde van John Fahey, Robbie Basho en Leo Kottke wist ik wat ik wilde en heb ik me op de twaalfsnarige gitaar gestort.” De Amerikaanse traditie van Fahey vormt echter niet de basis van zijn muziek. “Omdat ik erg geïnteresseerd ben in compositie ben ik me gaan verdiepen in minimalistische componisten. Van Erik Satie tot Steve Reich.” De autodidact ontwikkelde een eigen stijl waarin ook invloeden uit middeleeuwse muziek en Indiase raga’s hun weg vonden. Op zijn platen maakt hij soms gebruik van electronica, percussie of viool, maar op het podium speelt hij alleen en akoestisch. “Ik ben liever niet afhankelijk van andere muzikanten als ik optreed. Het heeft te maken met de concentratie die ik moet opbrengen.”

AD Haagsche Courant
December 2007