DBC Pierre schrijft zich schoon (2003)

Het is begin oktober als de bejaarde kunstenaar Robert Lenton in Philadelphia de Guardian Weekly openslaat en een foto ziet van zijn oude vriend Peter Finlay. Lenton leest dat Peter in Londen is, dat hij een roman, Vernon God Little, geschreven heeft en dat hij genomineerd is voor de Booker Prize. Peter noemt zich tegenwoordig DBC Pierre, wat staat voor Dirty But Clean Pierre.


Foto © Robert van Stuyvenberg

Lenton kent hem nog als Dirty Pierre, de jongeman die in hem een vaderfiguur zag. Ze waren onafscheidelijk toen de inmiddels 75-jarige Lenton als schilder in Spanje leefde. Aan hun vriendschap kwam een abrupt einde toen de aan drugs verslaafde Pierre het huis van zijn vriend verkocht en er met de opbrengst vandoor ging. Lenton heeft jaren niet van Pierre gehoord en wil het verleden laten rusten, maar zijn familie belt met kranten in Engeland en doet een boekje open over het verleden van de zo succesvol debuterende auteur. Achtervolgt door de media, kan DBC Pierre niet anders dan zijn weinig glorieuze verleden opbiechten in een kranteninterview. Een paar dagen later wint hij de Booker Prize en 50.000 pond. Hij belooft Lenton en andere crediteuren af te betalen.

Het lijkt erop dat de aandacht die Vernon God Little verdient wordt ondergesneeuwd door de onthullingen over het verleden van de auteur. De in Australië geboren, in Mexico opgegroeide en tegenwoordig in Ierland woonachtige Peter Finlay (42) heeft een leven van drugs en misdaad achter zich. Hij ontspoorde op achttien jarige leeftijd nadat zijn welgestelde vader was overleden. Maar Dirty Pierre beterde zijn leven en zocht verlossing in de literatuur. Hij schreef Vernon God Little, een briljante satire op het hedendaagse Amerika. De jury van de Booker Pirze sprak van een opwindend, geestig en inventief boek met extreem levendig taalgebruik. Door het gebruik van ‘slang’ en het hippe jargon van tieners die opgroeien met Eminem, South Park en de Osbournes, is Vernon God Little een razendsnelle, tumultueuze roman geworden. Een boek over volwassen worden in het post-Columbine Amerika, in een land waar mensen hun overgewicht camoufleren met wapens. Een land ook waar stemmen opgaan om de voltrekking van de doodsstraf op televisie uit te zenden. De burleske roman vertelt over de nasleep van een schietpartij op een Amerikaanse school. De vijftienjarige Vernon Little is de beste vriend van Jesus Navarro die een bloedbad heeft aangericht. De twee waren buitenstaanders in het gehucht Martirio, dat de twijfelachtige eer heeft het ‘barbecue sauce capital of Texas’ te zijn. Vernon is de enige getuige van de slachtpartij. Dat maakt hem verdacht , menen politie en media. Een overijverige televisiereporter werpt zich op als pleitbezorger van Vernon. De jongen ontdekt al snel dat de journalist er een verborgen agenda op na houdt. Om zijn onschuld te bewijzen wordt Vernon gedwongen te liegen en te chanteren. Hij leert dat het niet meevalt om je volwassen te gedragen. Uiteindelijk vlucht hij naar Mexico.

Vernon God Little is een even hilarisch grotesk als een aangrijpend subtiel verhaal over volwassen worden. DBC Pierre’s onweerstaanbare debuut is vergelijkbaar met klassieke romans over adolescentie als Catcher in the rye (J.D. Salinger) en Huckleberry Finn (Mark Twain). DBC Pierre’s verleden in drugs en criminaliteit plaatst de auteur in het rijtje van literaire schelmen als Jean Genet, Gregory Corso en William S. Burroughs.
,,Als ik de kans gehad zou hebben zou ik liever een saaie tandarts geweest willen zijn, iemand die een jaar vrij neemt om een boek te schrijven. Gelukkig is er al een flinke afstand tussen mij en mijn verleden, maar het gevaar bestaat dat het geromantiseerd wordt. Dat mijn verleden een glorieus tintje krijgt terwijl het juist een slap en zielig verhaal is. Het is een grote schande en ik heb veel mensen pijn gedaan."
Het verhaal van Dirty Pierre is welhaast een cliché: rijkelui’s zoontje krijgt verkeerde vrienden, raakt verslaafd aan drugs en gokken, en verzeilt in de misdaad. Hij dealt, smokkelt en houdt zich bezig met oplichterij. Na alle onthullingen in de media voelt de schrijver zich een beetje als zijn anti-held Vernon.
,,Er is een ironische parallel. De dynamiek van het boek is er een van schuld en verlossing. De gebeurtenissen van de afgelopen maand hebben wat dat betreft meer ironie aan het licht gebracht. Het is merkwaardig om te zien hoe mijn levensverhaal wordt geïdentificeerd met het boek. Vernon deelt de dynamiek van mijn jeugd, maar het is geen autobiografische roman. Of al die publiciteit over mijn verleden de verkoop van het boek ten goede komt? Amerikanen huldigen de stelling dat alle publiciteit goed is, maar daar ben ik niet van overtuigd. Ik wil geen ‘persoonlijkheid’ worden, ik ben liever anoniem zodat ik kan op een geloofwaardige manier kan blijven schrijven. Je zal mij niet bij Oprah zien."

Oorzaak en gevolg

Als Vernon Little voor het eerst ondervraagd wordt ontspint zich de volgende dialoog als de politiebeambte vraagt:
Kun je me vertellen welke twee krachten ten grondslag liggen aan al het leven op deze wereld?"
‘Eh, rijkdom en armoede?’
‘Nee, niet rijkdom en armoede.’
‘Goed en kwaad?.’
‘Nee, oorzaak en gevolg. En voordat we beginnen wil ik dat je me vertelt welke twee categorieen mensen er op deze wereld wonen. Kun je de twee aantoonbare categorieen mensen benoemen?.’
‘Mensen die veroorzaken en mensen die de gevolgen ondergaan?’.
‘Nee. Burgers – en leugenaars’.

Toen zijn boek gepubliceerd werd wist DBC Pierre dat zijn verleden opgerakeld zou worden. Oorzaak en gevolg. Het was een kwestie van tijd. ,,Ik heb dat hoofdstuk uit mijn verleden nooit afgesloten. De mensen waar ik geld aan schuldig ben hebben dat veelal wel gedaan. Zij zijn verder gegaan met hun leven. Je moet niet vergeten dat we het hebben over gebeurtenissen van zestien jaar geleden. Ik heb daar al die jaren mee moeten leven. Het viel niet mee om mezelf onder ogen te komen al die jaren. Misschien ben ik nu op een punt dat het eind van dat hoofdstuk in zicht komt. Ik had niet verwacht dat het boek een financieel succes zou worden, maar het lijkt erop dat ik nu toch mijn crediteuren kan afbetalen. Spijt zal ik echter altijd blijven houden."
,,Toen ik het boek schreef werd ik onderhouden door mijn vriendin. Ik kookte voor haar en hield het huis schoon. Ik was huisvrouw. Scrhijven deed ik ’s nachts. Het schrijven was een poging tot verlossing. Het was een wanhoopsdaad. Ik ben mijn hele leven kunstenaar geweest, maar ik slaagde nooit in wat ik deed. Ik was heel jong toen ik als striptekenaar gepubliceerd werd, later ben ik ontwerper en fotograaf geweest. Wat er verder in mijn leven ook aan de hand was, heb ik altijd gezocht naar manieren om mij op een artistieke manier te kunnen uiten."

Lapjesdeken

,,De stem van Vernon komt uit mijn jeugd. Ik heb mijn puberteit doorgebracht tussen Amerikaanse adolescenten. Het vinden van de juiste toon was geen probleem. Wat betreft research, heb ik het boek voor het grootste deel samengesteld uit de soundbites en clips die we op televisie tussen de reclameboodschappen opvangen. Het was een bewuste beslissing om daar een lapjesdeken van het maken. Ik heb wel veel onderzoek gedaan op het internet naar het strafrecht en het jusitiesysteem in Amerika, naar de doodstraf voor minderjarigen en naar allerlei strafrechtelijke procedures."
Als Vernon Little na vele avonturen wordt gearresteerd, berecht en ter dood veroordeeld, wordt hij een pion in een nieuwe media-industrie. Journalisten, barbecuesauce-fabrikanten en het justitie-apparaat hebben de handen ineengeslagen om Martirio op de kaart te zetten. Business is booming als rond de ter dood veroordeelden een ‘Big Brother’-achtige televisie- en internetshow wordt bedacht. In de dodencel worden camera’s en webcams aangebracht en tv-kijkend Amerika kan haar stem uitbrengen op de executie van een veroordeelde naar keuze. Geen vergezocht concept, meent DBC Pierre.
,,Er is een grote beweging in Amerika om het gevangeniswezen te bekostigen door middel van het op televsie uitzenden van executies. Het argument is dat wat de journalist in het verhaal hanteert, namelijk dat volgens de wet executies bijgewoond moeten worden. Zoals dat vroeger op het marktplein gebeurde. Er is een sterke lobby van geloofwaardige politici en tv-persoonlijkheden die voorstanders zijn van deze manier van financiering. Het zou mij niet verbazen dat we over niet al te lange tijd zoiets gaan meemaken. Timothy McVeigh had een gelimiteerd televsiepubliek voor zijn executie.”
De executie in 2001 van McVeigh, die veroordeeld was voor de bomaanslag in Oklahoma, werd via een gesloten televsiecircuit bijgewoond door ruim tweehonderd familieleden van de slachtoffers.
,,Hoewel je meteen aanvoelt dat het verkeerd en smakeloos is om executies op televisie te tonen, vind ik het een interessant filosofisch argument om het strafsyteem op deze vorm te laten bekostigen. Ik vind het verkeerd om mensen te doden, maar mijn reservering betreffende de doodstraf ligt meer bij de betrouwbaarheid van de rechterlijke uitspraak. Uit een recent onderzoek van een groepering die tegen de doodstraf is, blijkt dat ongeveer dertig procent van de veroordelingen in Texas sinds 1976 onbetrouwbaar waren. Niet dat al die veroordeelden onschuldig waren, maar dat er in de meeste gevallen geen sprake was van een geldige rechtsgang. Dat is om bang van te worden. Uiteindelijk is mijn boek een metafoor voor de puberteit, een tijd waarin alles zwart-wit is. Ik vind dat wij steeds meer in een zwart-wit cultuur leven. Goed en kwaad worden tegenwoordig samengevat in soundbites. De hedendaagse mens is als een dertienjarige die zich volwassen waant. We zijn zo vol van onszelf, we vinden ons zo belangrijk. Terwijl we dom en kortzichtig zijn. We falen om te leren van het verleden. Tegelijkertijd genereren we een ongelofelijk rookgordijn van zelfvertrouwen, menselijkheid en compassie. Terwijl ik het boek schreef raakte ik ervan overtuigd dat de mens zich inderdaad in een puberale fase bevindt. Als ikoon voor die puberteit kon ik niet anders dan Amerika kiezen. Amerika marcheert op een deuntje in haar hoofd, een deuntje van glorie en triomf. De waarheid is dat Amerika zich op globaal niveau erg kortzichtig gedraagt en daarbij haar eigen vijanden en problemen creëert.”

Haagsche Courant, november 2003