Alex Reece: “Verwacht van mij geen experimenten.” (1996)

Alex Reece is het vriendelijke gezicht van drum & bass. De jongeman die naam maakte met de single Pulp Fiction, houdt niet van grimmige, duistere shit. Reece’s sound is zonnig en jazzy. "Meisjes dansen er graag op", glimlacht hij.

Bij aanvang van zijn eerste DJ-show in Nederland is de verschijningsdatum van zijn langverwachte debuut-cd nog niet bekend, maar de reputatie van Alex Reece is hem vooruitgesneld. Van de Metalheadz-single Pulp Fiction werden 16.000 exemplaren verkocht, terwijl Feel The Sunshine, zijn eerste 12" voor het Island-sublabel Blunted, zo’n 25.000 maal over de toonbank ging. Sinds het succes van Goldie hebben de grote platenfirma’s de jacht op jungle-artiesten geopend. Debuut-cd’s van Photek en Roni Size zijn in productie. Je zou bijna aan een hype gaan denken, ware het niet dat deze muziek zo relevant. “Met techno hebben de majors destijds de boot gemist. Nu zijn ze er als de kippen bij”, weet Alex Reece, die twee jaar geleden op Goldie’s label debuteerde met Basic Principles. “Ik denk dat de muziekindustrie door heeft dat jungle geen vluchtige trend is, maar dat het een genre is dat volop in ontwikkeling is en heel groot zal worden.”

De grote platenfirma’s hebben sterren nodig, sterren van het formaat Goldie. Alex Reece denkt dat hij door Island niet als zodanig geprofileerd zal worden. “Ik ben heel iemand anders dan Goldie, ik geef bijvoorbeeld geen concerten. Af en toe treed ik als DJ op, maar vooral om mijn werk te showcasen. Ik heb voor Island gekozen op basis van de artiesten die zij vertegenwoordigen, zoals U2 en Tricky. Island lijkt mij tamelijk integer.” Het label geeft hem de mogelijkheid platen op zijn eigen AI’s Records uit te brengen. “Muziek van vrienden als DJ Pulse, Wax Doctor en Pim. Met AI’s Records kan ik verschillende stijlen uitbrengen. Island beschikt natuurlijk over een prima distributienetwerk, zodat die platen snel overal ter wereld verkrijgbaar zijn.”
Reece is van mening dat jungle in hoog tempo een internationaal fenomeen aan het worden is. ‘Ik weet niet of het echt commercieel gaat worden, maar jungle wordt wel steeds populairder. In de twee jaar dat ik jungle maak, is de scene vanuit Londen behoorlijk internationaal geworden. Vandaag draai ik in Amsterdam, morgen in Denemarken. De  muziek wordt dan wel overwegend in Engeland gemaakt, maar het wordt overal gedraaid. Ja, ik zie jungle als een revolutie, net als house destijds. Drum & bass doet het even goed in de clubs als die four to the floor-bassdrums waarop we de laatste jaren gedanst hebben, maar jungle brengt een totaal andere manier van dansen met zich mee. Jungle is verfrissend en spannend. Het doet me denken aan het moment waarop ik voor het eerst acid hoorde. Maar in tegenstelling tot house is jungle niet aan een bekrompen scene gebonden. Bij jungle horen geen bepaalde drugs of een dresscode. Daarvoor is er denk ik een te grote verscheidenheid aan stijlen. Acid house en drugs waren onlosmakelijk met elkaar verbonden, terwijl je geen drugs nodig hebt om jungle te waarderen. Jungle is vooralsnog geen culturele beweging, het gaat om de muziek.”

Reece’s roots liggen overigens in house en techno. Hij vertelt dat hij in 1987 begon met platen te kopen. “Chicago-house, de vroege Acid Trax, DJ Pierre, Phuture, en vervolgens Detroit-pioniers als Kevin Saunderson en Juan Atkins. Mijn platenverzameling loopt van 1987 tot 1992, de hoogtijdagen van house en techno. In die tijd ging ik veel naar raves en begon ik met DJ-en. Ik zag hoe DJ’s mensen aan het dansen kregen en ik merkte dat DJ’s alle platen gratis kreeg. Dat bracht me op een idee”, lacht Reece. “Maar het was moeilijk om aan de bak te komen, om bij een bepaalde scene te geraken. Toch heb ik nooit overwogen om zelf house te gaan maken, om het simpele feit dat er al zoveel goede muziek was. Tegenwoordig zie ik DJ-en als een vorm van promotie. Ik draai dan ook alleen mijn eigen stuff.” Rond 1991 hoorde Reece de eerste hardcore drum & bass-platen, maar het duurde tot 1993 voordat hij werkelijk geïnteresseerd raakte in het genre. “Dat moeten de eerste platen van LTJ Bukem en Wax Doctor geweest zijn.”
“Wax Doctor nam zijn platen op in mijn huisstudio, waarbij ik als technicus fungeerde. Hij hield ook van techno, maar wist toch zijn eigen ding te creëren. Mijn eerste plaat was Basic Principles. DJ’s als Fabio draaiden daar dubplates van en de mensen van Metalheadz wilden ‘m uitbrengen en zo is de boel aan het rollen gekomen.” Alex Reece heeft moeite met het aangeven van zijn stijl. Bescheiden reageert hij op aanduidingen als jazzy en soulfull. “Ik probeer muziek te maken waarop het lekker dansen is. Mijn muziek moet op de eerste plaats goede baslijnen en ritmes hebben. Als iets weird of jazzy klinkt, is dat toeval. Maar veel oude housemuziek, zoals van Mr. Fingers, klonk ook altijd al erg jazzy.” Door titels als I Want You en I Need Your Love (beide op Metalheadz) en het gebruik van smachtende, soulvolle dameszang, komt Alex Reece als een romanticus over. “Mijn vriendin denkt daar heel anders over’” grinnikt hij. “Maar ik hou van meisjes, ik zie ze graag dansen. Ik merk dat mijn muziek aanslaat bij meisjes.”

“Of de trompet in Pulp Fiction een sample is? Ooohhh, mmmmm. Daar kan ik niets over zeggen. Ja, het is een sample, maar meer wil ik daar over niet kwijt. Ik gebruik overigens nooit een stuk van een andere plaat. Ik sample hooguit één bepaalde noot waarmee ik vervolgens aan de slag ga. Zo ga ik ook voor een remix te werk. Voor mijn remix van Kenny Larkins Loop 2 heb ik aan het begin en het eind een fragment van het origineel gebruikt. Dat probeer ik altijd te doen, omdat ik er verder een totaal ander stuk van maak.” Alex Reece beperkt zich voor remixen niet uitsluitend tot jungle. Hoewel hij recentelijk wel een remix maakte van de vijftigste Basement-release (Blueprint van The Architex) gaat zijn voorkeur uit naar techno getuige Loop 2 van Kenny Larkin en The Flow van Model 500. Maar zijn meest bijzondere remix tot dusver is Tricky’s Brand New You’re Retro. “Ik doe een remix alleen als de originele track mij aanstaat. Het moet pret zijn, want ik hoef het niet voor de poen te doen. Ik vind het leuk om van een technonummer een drum & bass-track te maken. Ik ben heel trots op mijn remixen voor Juan Atkins en Kenny Larkin, omdat die mensen zulke belangrijke platen hebben gemaakt. Brand New You’re Retro is heel weird geworden. Het origineel vond ik niet zo bijzonder, maar dat maakte de uitdaging alleen maar groter. Het is uiteindelijk iets heel anders geworden dan men van mij gewend is. Dat rauwe gitaartje, hè? Ik ben van mening dat alles mogelijk is binnen de drum & bass-context.”

Over zijn medio juni te verschijnen debuut-cd zegt hij dat er negen dansnummers op staan. “Typische Alex Reece-muziek. Verwacht geen rare experimenten, geen langzame nummers of een twintig minuten durend epos. Het is dansmuziek. Of het intelligent jungle is? Ach, intelligent of ambient, het zijn termen bedacht voor een publiek dat onderscheid wil maken. Wie intelligent zegt, bedoelt Bukem. Noem mijn muziek maar gewoon drum & bass.”

Opscene, juni 1996