Armand van Helden op de vleesmarkt (1997)

Sinds Armand van Helden wereldberoemd werd met zijn remix van Tori Amos’ Professional widow en daarmee en passant van de neurotische zangeres een hippe diva maakte wordt hem gemiddeld zo’n 35.000 dollar geboden voor het dansvloervriendelijk maken van popsongs. Vijfendertigduizend dollar voor een remix. Een aanzienlijk bedrag voor het bewerken van een liedje, maar het gaat de Newyorker met Nederlands bloed allang niet meer om de poen. Hij wil zijn eigen muziek maken en zegt dit jaar al meer dan veertig remixklussen te hebben afgewezen.
[img_assist|nid=297|title=|desc=|link=none|align=none|width=480|height=599]

Sampleslayer… Enter The Meat Market is de titel van zijn eerste cd. “Het is een hip hop-plaat geworden”, zegt de ambitieuze Van Helden. “Vervolgens ga ik een houseplaat maken en daarna wil ik iets met jungle doen.” Armand van Helden, die oogt als een karakteristieke Newyorkse Puertoricaan maar een Nederlands-Indische vader en een Frans-Libanese moeder heeft, gaat prat op zijn veelzijdigheid. Vooralsnog is hij bekend als producer en remixer van dance. Drie jaar geleden maakte hij de tribal house-klassieker The Witch Doctor en remixte hij iedereen van Ace Of Base en M-People tot meer recentelijk Sneaker Pimps en Daft Punk. Zijn langverwachte debuut-cd
bevat louter old school hip hop met af en toe een vleugje house. Het is simpele, doeltreffende dansmuziek. Best wel lekker.

De jonge miljonair, die zijn geld heeft belegd in aandelen, maakt een ontspannen indruk. Hij praat nonchalant over zijn muziek terwijl hij met zijn piepjonge vriendin wat televisie kijkt op zijn Amsterdamse hotelkamer. Hij haalt herinneringen op aan Nederland, waar hij van zijn elfde tot zijn zestiende woonde. “Ik heb hier breakdansen geleerd en ik heb in Nederland mijn eerste stappen als discjockey gezet. Ik heb hele goede herinneringen. De eerste keer dat ik dronken was, bijvoorbeeld, en mijn eerste vriendinnetjes.’’ Hij verhuisde vervolgens met zijn familie naar Italië en Turkije om uiteindelijk in New York te belanden. Die stad, zegt hij, past het best bij hem en zijn muziek. “Het was voorbestemd dat ik in New York zou gaan wonen. Dat begreep ik op de dag dat ik er arriveerde. In New York is het heel snel gegaan met mijn carrière’’.

Zijn nieuwe cd ademt New York, maar veel mensen zullen verrast zijn door het hiphop-karakter van de plaat. “Hip hop was mijn eerste liefde en ik raakte geïnteresseerd in house toen rond 1988 rapartiesten als de Jungle Brothers en Queen Latifah met house gingen stoeien. Maar ik begreep pas echt wat house was, toen ik naar feesten ging. In die tijd was house zwarte muziek en drugs speelden nog geen rol van betekenis in de scene. Moeders kwamen eten brengen en er was een warm gevoel van samenhorigheid. Die tijd is voorbij”, verzucht Van Helden.

“Minimalisme, daar gaat mijn muziek over’’, stelt hij. Voor Armand van Helden geen ingewikkelde structuren of weelderige elektronische strijkers, maar simpele vierkwartsmaten en stuwende breakbeats. “Toch vind ik sommige stukken van mijn plaat alweer wat aan de moeilijke kant. De productiestijl van hip hop en R&B in Amerika is momenteel erg rauw. Rauwer dan mijn muziek. Het gaat om droge, maar vol klinkende beats met zo min mogelijk muzikale versiering. Die stijl refereert bijna aan voodoo-muziek. Die aanpak is perfect voor de clubs, want op de dansvloer hoor je al die kleine dingen in de muziek niet. Het gaat er om wat er voorin het geluid gebeurt, de rest hoor je alleen thuis op cd. Mijn plaat is een echte feestplaat. Daarom gebruik ik ook bekend klinkende samples en clichés als throw your arms in the air, dat soort dingen. Het zijn club anthems, ze zijn herkenbaar en dat willen de mensen horen.”
Over het tweede deel van de titel van zijn cd vertelt Van Helden dat, in tegenstelling tot de Europese clubscene, Amerikaanse discotheken ware vleesmarkten zijn. “Je gaat in New York niet naar een club om muziek te luisteren, vrienden te ontmoeten of drugs te nemen, maar om iemand te versieren en dan zo snel mogelijk te vertrekken met je verovering’’, knipoogt Van Helden veelbetekenend.

Haagsche Courant, september 1997