Josien de Geus tussen eindig en oneindig

In de geschiedenis van de beeldende kunst zijn landschappen en zeegezichten voortdurend terugkerende bronnen van inspiratie. Niet in de laatste plaats omdat ze het verlangen van de mens naar vrijheid symboliseren. In haar nieuwe werk onderzoekt Josien de Geus de complexiteit van het concept vrijheid door in meeslepende zeegezichten, die de realiteitszin van de beschouwer op subtiele wijze ondergraven, aan te geven dat begrippen als werkelijkheid en vrijheid ambigu zijn.

Alles in het nieuwe werk van Josien De Geus is meerduidig; haar onderwerpen en artistieke visie, maar ook haar materiaalkeuze en werkwijze. Haar zeegezichten zijn niet wat ze lijken te zijn, net zo min als haar gebruik van fotografie fotografisch zou zijn. Fotografie is echter wel het oorspronkelijke uitgangspunt voor de veelgelaagde werken die uiteindelijk exploraties van innerlijke, contemplatieve landschappen willen zijn. De Geus reist – bij wijze van spreken – door tijd en ruimte en kruist werkelijke en virtuele werelden om de verschillen én overeenkomsten tussen eindig en oneindig te duiden.

De meeste werken bestaan uit langwerpige foto’s (110 x 150 cm) die op Dibond zijn afgedrukt. De beeldmontages van zee, strand, horizon en hemel zijn opgebouwd uit foto’s, houtskool- en contétekeningen en computeranimaties. De kleurschakeringen zijn die van stormachtige, loodgrijze dagen waarin licht een aantal vertrek- en verdwijnpunten tussen en door de wolken boort. De Geus gebruikt met een ongekende passie de vele tinten zwart, wit en grijs, die in lucht, land en horizon spaarzaam voorzien zijn van zwemen hemelblauw en aardebruin. 

Constructie #1 Constructie #1

Constructie #1 is een perfect voorbeeld van de spanningsvolle, meerduidige aanpak van Josien de Geus. Analoge fotografie, elementen uit de schilder- en tekenkunst, computeranimatie en montagetechniek vloeien hier op een welhaast organisch te noemen wijze samen. Wolken, branding en strand schemeren in een fotografische bewegingsonscherpte terwijl de grens tussen abstractie en het picturale voortdurend in- en uitzoomt. Het dubbelperspectief van de twee horizons zorgt hier voor een intrigerende vlakverdeling. Constructie #7 is statischer, maar mysterieuzer. De suggestie van meerdere perspectieven in dit duistere, dramatische werk zorgt voor verwarring. Want waar bevinden we ons? In zee, op een wad, aan de andere kant van een baai? Uiteindelijk doet het er niet toe. Net zo min als de vragen die Constructie #2 oproept. Hier speelt De Geus een ingenieus meerduidig spel met vorm, beeld en techniek. De blik wordt getrokken naar een plek van reflecterend licht op een weerbarstige ijsvlakte die op de voorgrond overgaat in een zacht trillende olieachtige substantie. Boven een horizon van matgrijs overlappen elementen uit fotografie en schilderkunst elkaar.

Constructie #7 (en rechts:) Constructie #2 Constructie #7 (en rechts:) Constructie #2

Er was een tijd dat Josien de Geus olieverf gebruikte om fotografie na te bootsen. Nu ze fotografie als uitgangspunt heeft genomen blijft haar werk toch tamelijk schatplichtig aan de schilderkunst. In de Hollandse zeegezichten uit de zeventiende eeuw, zoals bijvoorbeeld van Simon de Vlieger, maakte de aandacht voor het picturale, voor menselijke bedrijvigheid op het strand en in de zee, plaats voor de sfeer die de zee op kan roepen. In die ontwikkeling is een verbinding te leggen met het werk van De Geus, net als met de dromerige, in zachte tinten geschilderde zeegezichten van de exponenten van de Haagse School uit de negentiende eeuw. Maar de werkwijze en visie van De Geus hebben nog het meest een relatie met de zeegezichten van Gerhard Richter, die ansichtenkaarten met foto’s van de zee met fotografische precisie naschilderde. De Geus, die op zoek is naar de meerduidigheid van waarneming en daarom perspectieven van verschillende realiteiten en illusies samenvoegt, hanteert een vergelijkbaar concept van reproductie en verplaatsing en re-intepretatie van context.

 

Constructie #8 Constructie #8

Afgezien van de spookachtige, nagalmende aanwezigheid van de kunstenaar in deze innerlijke landschappen, ontbreekt in nagenoeg alle werken enig spoor van de mens. Maar er is een uitzondering, een werk dat schril afsteekt tegen de andere. Het betreft hier niet alleen een juxtapositie in de context van de serie. De montage van dit werk toont namelijk ook een nieuwe dimensie in het over- en in elkaar plaatsen van beeld en materiaal. In eerste instantie doet het beeld onheilspellend aan. Onder een harde, directe montage van twee foto’s met water doemt een stapel benen op. De eerste indruk, die van aangespoelde lichamen na een natuurramp, maakt bij nadere bestudering plaats voor een meer geruststellende suggestie. Links in het beeld wordt aan de hand van twee zich met hun armen oprichtende kinderen duidelijk dat het hier een bewerkte foto van een zomers strandtafereel betreft – en dat De Geus het beeld, van een bij toeval gevonden, anonieme en autonome foto, heeft verdubbeld en ingekleurd.

De figuren, jonge meisjes, zo lijken het, liggen op hun buik te kijken naar de golfslag waarin hun aanwezigheid langzaam maar zeker oplost. Deze badgasten zijn een echo van een mooie zomerdag, maar de oorspronkelijke situatie speelt in deze samengestelde wereld van ijlende impressies geen rol van betekenis. Van het strand gaat de blik vervolgens naar de branding en de horizon om tot de ontdekking te komen dat de lucht hier gevormd wordt door water. Het vervreemdende element, dat zich in alle zeegezichten van De Geus manifesteert, is hier het sterkst uitgevoerd. De gesuggereerde locatie is niet langer die van strand en zee. De hemel is  het door de wind tot rustig kabbelen veroordeelde zoetwater van een meer of vijver. De suggestie van rimpels in een wolkendek is overweldigend.

Stilstand en beweging, het even organische als metafysische en filosofische thema dat De Geus in deze serie als leidraad lijkt te hebben genomen, is in Constructie #8 in evenwicht met haar andere thema; eindig en oneindig. De aanwezigheid van de mens suggereert een anekdotisch element, maar De Geus vertelt geen verhalen; haar werk is verre van narratief. Constructie #8 vormt zowel het belangwekkende eindpunt van de reeks schijnbare zeegezichten als het mogelijke startpunt voor een geheel nieuwe fase in haar werk.

Mei 2011

www.josiendegeus.nl